ECLI:NL:RBROE:2007:BA3448
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd na faillissement van werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter te Roermond op 5 april 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer en zijn werkgever, VACON PEELLAND B.V. De werknemer, die eerder in dienst was bij ABI Techniek, een bedrijf dat failliet was verklaard, had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met de gedaagde werkgever. De werknemer vorderde wedertewerkstelling en salarisbetaling, omdat hij meende dat zijn arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege was geëindigd op 1 januari 2007, omdat de voorwaarden van artikel 7:667 BW van toepassing waren. De rechter stelde vast dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met ABI Techniek rechtsgeldig was opgezegd door de curator, en dat de gedaagde werkgever als opvolgend werkgever niet gebonden was aan de bepalingen van artikel 7:668a BW in deze situatie. De kantonrechter concludeerde dat de vorderingen van de werknemer niet toewijsbaar waren en dat hij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld. De uitspraak benadrukt de toepassing van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en de interpretatie van de parlementaire geschiedenis met betrekking tot arbeidsovereenkomsten na faillissement.