ECLI:NL:RBROE:2007:BA6782
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Loonaanspraken in het kader van de Wet WIA en het besluit dagloonregels
In deze zaak gaat het om loonaanspraken van eiser in het kader van de Wet WIA. Eiser had een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend na zijn eerste ziektedag op 11 maart 2004. De Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen had op 10 juli 2006 een IVA-uitkering toegekend, gebaseerd op een jaarinkomen van € 41.764,43, met als refertejaar 1 maart 2003 tot 1 maart 2004. Eiser stelde echter dat zijn werkgever een te laag jaarloon had opgegeven, wat door de salarisadministrateur van de werkgever werd bevestigd. Eiser had in 2005 met terugwerkende kracht een hogere beloning gekregen, wat van invloed was op zijn aanspraken over het refertejaar.
De rechtbank Roermond oordeelde dat de verweerder bij het bepalen van het genoten loon van eiser in de referteperiode niet voorbij kon gaan aan de met terugwerkende kracht toegekende hogere beloning. De rechtbank benadrukte dat de Wet WIA en de daarop gebaseerde regelingen zoveel mogelijk aansluiting moeten zoeken bij het feitelijke verdienvermogen van eiser in het refertejaar. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond en vernietigde het bestreden besluit, waarbij het griffierecht volledig werd vergoed. De uitspraak werd gedaan op 6 juni 2007, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.