ECLI:NL:RBROE:2008:BC4626
Rechtbank Roermond
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot voorschot schadevergoeding in asbestzaak na overlijden eiser
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert de eiser, die lijdt aan abdominaal mesothelioom, een voorschot op schadevergoeding van de gedaagde, Eternit Fabrieken B.V. De eiser heeft in april 2006 de diagnose mesothelioom gekregen en heeft Eternit in 2007 aansprakelijk gesteld. De eiser is op 20 januari 2008 overleden, wat de spoedeisendheid van de vordering beïnvloedt. De eiser vordert een totaal van € 100.000,-, bestaande uit € 50.000,- voor immateriële schade en € 55.000,- voor materiële schade, die verband houdt met medische kosten in Duitsland.
De voorzieningenrechter overweegt dat voor toewijzing van een vordering in kort geding, het bestaan en de omvang van de vordering aannemelijk moet zijn, en dat er een spoedeisend belang moet zijn. Het overlijden van de eiser heeft het spoedeisend belang voor de immateriële schadevergoeding doen vervallen, aangezien deze schadevergoeding alleen aan de eiser zelf toekwam. De erfgenamen hebben geen spoedeisend belang bij een voorschot op deze schadevergoeding.
Wat betreft de materiële schadevergoeding, stelt de rechter dat er twijfels zijn over de gegrondheid van de vordering, mede door de recente regeling van de Minister van VROM, die mogelijk een tegemoetkoming biedt aan de erfgenamen. De rechter concludeert dat de vorderingen van de eiser niet voldoen aan de hoge eisen die in kort geding gesteld worden, en wijst de vorderingen af. De eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op € 1.070,-.