ECLI:NL:RBROE:2008:BC5361

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
5 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
202618 / AZ VERZ 07-511
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • O.M. de Lange
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst statutair bestuurder Flextronics International B.V.

In deze zaak verzoekt de werknemer, die als statutair bestuurder en campus-controller bij Flextronics International B.V. en Flextronics Logistics B.V. werkzaam was, om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. De aandeelhoudersvergadering heeft hem tijdens de procedure ontslagen, wat volgens de werknemer automatisch ook zijn ontslag uit zijn reguliere functie met zich meebracht. De kantonrechter oordeelt echter dat er geen rechtsgeldig benoemingsbesluit voor het statutair bestuurderschap is overgelegd, waardoor de werknemer niet als bestuurder kan worden ontslagen. De kantonrechter concludeert dat de werknemer wel degelijk recht heeft op bescherming onder de BBA (Bovenwettelijke Bescherming bij Ontslag) en dat het ontslag vernietigbaar is. De kantonrechter komt tot de conclusie dat de arbeidsverhouding onherstelbaar beschadigd is en dat er termen zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter kent een ontbindingsvergoeding toe van EUR 285.324,34 bruto, waarbij de reeds betaalde vergoeding van EUR 216.855,63 is inbegrepen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector kanton
Zaaknummer: 202618/AZ VERZ 07-511
Beschikking van de kantonrechter te Venlo d.d. 5 februari 2008.
in de zaak van:
[verzoeker], wonende te [adres],
verzoeker,
gemachtigde mr. R.L. van Heusden,
tegen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Flextronics International B.V.
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Flextronics Logistics B.V.,
gevestigd te 5804 AP Venray, aan de Spurkterweg 81,
verweersters,
gemachtigde: mr. M.J. Keuss,
Partijen worden ook wel aangeduid als: [verzoeker], Flextronics International en Flextronics Logistics.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Op 7 november 2007 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift van de heer [verzoeker], waarbij hij verzoekt de tussen hem als werknemer en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Flextronics International en Flextronics Logistics als werkgevers bestaande arbeidsovereenkomst(en) te ontbinden wegens de in het verzoekschrift vermelde gewichtige redenen.
1.2. Op 4 januari 2008 is door verweersters een verweerschrift ingediend, waarbij verweersters zich gemotiveerd hebben verzet tegen de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Flextronics International deed een voorwaardelijk tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Na de indiening van deze schrifturen hebben partijen daar nog producties aan toegevoegd.
1.3. Op 9 januari 2008 is een mondelinge behandeling van de zaak gehouden. Pleitnotities zijn overgelegd.
1.4. Partijen hebben daarna verzocht een beschikking te geven, waarvan de uitspraak is bepaald op heden.
2. Het oordeel van de kantonrechter
2.1. De kantonrechter is bevoegd het verzoek (en het tegenverzoek) te behandelen nu partijen zich tijdens de mondelinge behandeling op de voet van art. 96 Rv. (art. 43 RO oud) daartoe bereid hebben verklaard. De onbevoegdverklaring en verwijzing naar de rechtbank, sector civiel, zijn daarom niet meer aan de orde. Wel zijn nog aan de orde de vragen naar het bestaan van de arbeidsovereenkomst met Flextronics International en/of/dan wel Flextronics Logistics.
2.2. Gelet op de stukken en de ter mondelinge behandeling door partijen afgelegde verklaringen, alsmede gelet op hetgeen partijen op vragen van de kantonrechter over en weer nog hebben aangevoerd, overweegt de kantonrechter het navolgende.
2.3. [verzoeker] is na afronding van de HEAO op 1 september 1977 bij (Rank Xerox,
rechtsvoorganger van) Flextronics International in dienst getreden; laatstelijk vervulde
verzoeker de functie van (campus)controller en statutair bestuurder van verweersters en andere Flextronic-maatschappijen tegen een salaris van EUR 6.604,73 bruto per maand,
exclusief vakantiegeld, exclusief bonus, exclusief autovergoeding. Verzoeker is geboren op 5 augustus 1954.
2.4. Uit de stukken blijkt dat Flextronics International thans deel uitmaakt van een concern.
De verhoudingen zijn thans als volgt, waarbij de namen van de niet ter zake doende werkmaatschappijen niet zijn vermeld:
2.5. [verzoeker] stelt dat hem in begin 2003 door [D] (toen benoemd tot General Manager van Flextronics International) werd gevraagd statutair bestuurder van Flextronics te worden. Daarin heeft [verzoeker] toegestemd, evenals gelijkluidende verzoeken voor andere vennootschappen. In 2003 - 2006 stond [verzoeker] als statutair bestuurder in het Handelsregister ingeschreven voor:
Flextronics International B.V. (mede-bestuurder: [naam]),
Flextronics International Cork B.V.; (mede-bestuurder [namen] )
Flextronics Logistics B.V. (aandeelhouder: Flextronics International B.V.; mede-bestuurder[R]);
Flextronics Central Europe B.V. (mede-bestuurder: [naam]).
2.6. [verzoeker] voert bij verzoekschrift aan dat deze benoemingen (maar zeker die bij Flextronics International) functionele statutaire bestuursbenoemingen waren. Een "echte" positie als statutair bestuurder had hij in de praktijk niet. Zijn werkzaamheden als controller veranderden in 2003 niet en evenmin zijn beloning. Wel bedong hij binnen het Flextronics-gebeuren vrijwaring voor aansprakelijkheden als statutair bestuurder. In het najaar van 2005 werd [verzoeker] door [D] gevraagd "campus controller" te worden voor Flextronics International en Flextronics Logistics. [verzoeker] heeft daarin toegestemd. Hem kwam daardoor een salarisverhoging toe.
2.7. De kantonrechter begrijpt dat iedere rechtspersoon een “controller” heeft. Aangezien Flextronics International en Flextronics Logistics op het zelfde bedrijfsterrein in Venray zijn gevestigd (maar volstrekt verschillende werkzaamheden verrichten) kan daar in concernverband de functie van “campuscontroller” worden vervuld. [verzoeker] grondt op de benoeming als “campus controller” het werkgeverschap van Flextronics Logistics. De kantonrechter komt op dat beweerde werkgeverschap in een volgende rechtsoverweging nog terug.
2.8. Voordat de kantonrechter toe komt aan de beoordeling van de verzochte ontbinding dient vast te staan of er wel een arbeidsovereenkomst is tussen [verzoeker] en Flextronics International. Deze laatste voert immers aan dat bij besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (hierna te noemen de AVA) van Flextronics International d.d. 27 november 2007 [verzoeker] ontslagen is als statutair bestuurder en tevens zijn arbeidsovereenkomst is beëindigd.
2.9. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van het verzoek voert [verzoeker] aan (pleitnotitie onder 5) dat een (AVA-)besluit tot benoeming als statutair bestuurder van Flextronics International ontbreekt (en hij dus geen statutair bestuurder is) zodat hij mitsdien een beroep doet op de nietigheid van het ontslag als werknemer (pleitnotitie onder 4).
2.10. Het beroep op het ontbreken van een benoemingsbesluit was voorafgegaan door hetgeen Flextronics International bij verweerschrift onder 3 en 4 had gesteld:
• het statutair bestuurderschap is welbewust aanvaard;
• daarover is juridische informatie ingewonnen door [verzoeker];
• de inschrijvingen van [verzoeker] in het Handelsregister als statutair bestuurder.
2.11. Bij de mondelinge behandeling (pleitnotitie onder 2) noemt Flextronics International de volgende feiten en omstandigheden:
de welbewuste aanvaarding door [verzoeker];
de vervulling van taken als bij wet aan de bestuurder opgedragen;
de vertegenwoordigingsbevoegdheid tot EUR 2.000.000,00;
de ondertekening van de jaarrekeningen;
de vermelding van het bestuurderschap in een conceptdagvaarding door [verzoeker].
2.12. De kantonrechter staat voor het volgende:
2.12.1. Als [verzoeker] door de AVA rechtsgeldig tot statutair bestuurder is benoemd, dan kan de AVA hem als bestuurder/werknemer ontslaan en komt hem geen BBA-bescherming toe. De arbeidsovereenkomst is dan rechtsgeldig opgezegd en dus geëindigd (daargelaten de vraag of hij schadeplichtig is opgezegd). De kantonrechter heeft niets meer om te ontbinden.
2.12.2. Als [verzoeker] door de AVA niet rechtsgeldig tot statutair bestuurder is benoemd, dan kan de AVA hem niet als bestuurder (want die kwaliteit bezit [verzoeker] dan niet, zodat hem die ook niet kan worden ontzegd) maar wel als werknemer ontslaan. Dan komt hem wel BBA-bescherming toe en is de opzegging vernietigbaar. [verzoeker] doet in zijn visie dan terecht een beroep op die nietigheid, nu een CWI-vergunning niet is verleend. De kantonrechter komt toe aan (al of niet voorwaardelijke) ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
2.12.3. Een AVA-benoemingsbesluit bevindt zich niet bij de stukken;
2.12.4. [verzoeker] staat jarenlang als statutair bestuurder ingeschreven en heeft zich - zonder close reading - in de stukken ook wel laten zien als statutair bestuurder.
2.12.5. [verzoeker] verzoekt ontbinding, zoals bij pleitnotitie aangevuld:
• Zonder meer onvoorwaardelijk
• Voorwaardelijk (pleitnotitie sub 34) dat de toekenning van de vergoeding afhankelijk wordt gesteld van de nietigheid van het gegeven ontslag.
2.12.6. Flextronics International verzoekt ontbinding:
• Voorwaardelijk voor het geval de arbeidsovereenkomst nog mocht bestaan en voor zover [verzoeker] geen statutair bestuurder mocht blijken te zijn.
2.13. De kantonrechter kan het met Flextronics International eens zijn dat [verzoeker] in het verleden - tot eigenlijk de dag waarop het verzoek door hem werd ingediend - zich in ieder geval naar buiten toe als bestuurder heeft opgesteld. Degene die in het Handelsregister keek kon daar heus wel op vertrouwen. De kantonrechter wil ook wel aannemen dat de wettelijke bestuurdersverplichtingen verricht zijn door [verzoeker]. Dat dit nu echt veel verder dan functioneel statutair bestuurder is gegaan, blijkt niet echt voldoende. De kantonrechter merkt in dit verband op dat in de uittreksels handelsregister de heer [D] niet is terug te vinden terwijl hij toch - onbetwist - de grote baas h.t.l. is. Dat is niet te rijmen met een volwaardig of “echt” statutair bestuurderschap van [verzoeker].
2.14. Vorenstaande neemt nog steeds niet weg dat niet blijkt dat een besluit van de AVA (niet schriftelijk en niet mondeling) aan zijn benoeming ten grondslag heeft gelegen. De
kantonrechter houdt het bij HR 15 december 2000, NJ 2001, 109: er moet daadwerkelijk
sprake zijn geweest van een rechtsgeldig benoemingsbesluit. Nu kan het benoemingsbesluit
genomen zijn maar (wellicht) niet schriftelijk zijn vastgelegd. De kantonrechter gaat ervan uit dat een eventueel besluit niet schriftelijk is vastgelegd, want anders zou Flextronics International gelet op haar verweerschrift onder 2 en 3, dat toch zeker wel hebben overgelegd. Kortom: in rechte blijkt in deze procedure onvoldoende van (de schriftelijke vastlegging van) een AVA-benoeming. Dat Flextronics International hier zelf ook wel enige nattigheid voelt blijkt wel uit de overgelegde conceptdagvaarding waarin de rechtbank Amsterdam wordt gevraagd te verklaren voor recht dat [verzoeker] rechtsgeldig tot statutair bestuurder is benoemd. Bij volstrekte helderheid - die gelet op art. 2:242 BW toch nodig is - zou dat niet hoeven te geschieden. De kantonrechter acht in het kader van art. 7:685 BW geen plaats voor bewijslevering, nu de procedure spoedig moet zijn afgerond. Dat laat zich al te moeilijk verenigen met bewijslevering door getuigen op het punt van de AVA-benoeming van een bestuurder. De kantonrechter kan daarom ook verder in het midden laten of die benoeming nu wel of niet schriftelijk kan geschieden.
2.15. De kantonrechter gaat voor het vervolg van deze beschikking uit van het volgende:
• er is geen statutair bestuurderschap;
• er is ontslagen zonder CWI-toestemming, zodat de nietigheid terecht is ingeroepen;
• [verzoeker] heeft ter gelegenheid van het hem gegeven (AVA-)ontslag d.d. 27 november 2007 de opzegtermijn van vier maanden betaald gekregen (althans die is betaalbaar gesteld) en een vergoeding van EUR 216.855,36 is betaalbaar gesteld door Flextronics International (maar zeker nog niet uitbetaald).
2.16. De kantonrechter komt toe aan het voorwaardelijke tegenverzoek van Flextronics International ("geen bestuurder/arbeidsovereenkomst bestaat nog") en, zo begrijpt de kantonrechter dat, het onvoorwaardelijke verzoek van [verzoeker]. Nu de voorwaarde van het tegenverzoek geacht wordt vervuld te zijn, leest de kantonrechter het tegenverzoek ook verder als onvoorwaardelijk. Dit leidt ertoe dat beide partijen van elkaar af willen. [verzoeker] met grote spijt, want dat ziet de kantonrechter ook wel. En Flextronics ook met spijt, want het wil er niet echt in dat een hoog gekwalificeerde werknemer met zo’n staat van dienst ineens niet meer functioneert of kan functioneren.
2.17. Vervolgens de vraag of Flextronics Logistics werkgever of medewerkgever is. De kantonrechter stelt vast dat [verzoeker] toen hij in dienst was van Flextronics International in opdracht van het moederbedrijf de controller op de campus is geworden voor zowel Flextronics International als Flextronics Logistics. In concernverband houdt de kantonrechter dan vast aan de formele werkgever: Flextronics International. Immers, de formele werkgever staat nog steeds op de loonafrekening vermeld, bij de formele werkgever worden ook de werkzaamheden verricht, de vermeerderde werkzaamheden hielden geen regionale of mondiale uithuisplaatsing in. Met Flextronics Logistics is geen arbeidsovereenkomst gesloten. [verzoeker] zal in zijn verzoek tegen Flextronics Logistics niet-ontvankelijk worden verklaard.
2.18. De arbeidsverhouding tussen [verzoeker] en Flextronics International is onherstelbaar beschadigd. Wel geeft Flextronics International ter gelegenheid van de mondelinge behandeling aan dat [verzoeker] wat haar betrof best als controller had kunnen blijven functioneren, maar dat lijkt nu gelet op het verzoek van [verzoeker] een gepasseerd station.
2.19. Het gaat dan ter zake de ontbindingsvergoeding nog om:
• Is er ruimte voor een vergoeding aan [verzoeker] toe te kennen?
• Is een of beide partijen een verwijt van de ontwrichting van hun arbeidsrelatie te maken?
• Binnen wiens risicosfeer valt de ontwrichting;
• Welke rol speelt de voorgenomen sluiting van Flextronics International?
2.20. Vooropstaat dat indien de ont¬bin¬dings¬grond geheel in de risicosfeer van de werkgever valt en ver¬wijtbaarheid niet aan de orde is, de correctiefactor (C) gelijk is aan 1 (één). Dat is het geval bij reorganisatie, maar kan ook bij volledige sluiting het geval zijn ook al zou een Sociaal Plan daar in kunnen voorzien. Indien de ontbindingsgrond geheel in de risicosfeer van de werknemer valt, zonder dat van enige verwijtbaarheid sprake is, dan is C gelijk aan nul. Dat de ontbindingsgrond volledig in de risicosfeer van [verzoeker] ligt, is de kantonrechter onvoldoende gebleken.
2.21. De werknemer zal als verzoeker feiten en omstandigheden dienen te stellen en aannemelijk te maken waarop de rechter het oordeel zal vormen dat de ontbin¬dings¬grond in de risico¬sfeer van de werkgever ligt dan wel de werkgever een relevant ver¬wijt treft. Indien de werkgever wel een beperkt verwijt treft (hij had e.v.a. wellicht kunnen voorkomen door anders te handelen), dan kan er grond zijn voor toepassing van een C-factor tussen 0 en 1. Hetzelfde kan zich voordoen indien de grond enigszins in de risicosfeer van de werkgever valt, c.q. de werkgever enig verwijt treft. Grotere verwijtbaarheid brengt een hogere C-factor mee.
2.22. [verzoeker] legt aan zijn ontbindingsverzoek de volgende feiten ten grondslag.
Eind 2005 werd [verzoeker] benoemd tot campus controller. [verzoeker] stond daarbij voor de moeilijke taak de afzonderlijke financiële afdelingen van Flextronics International en Flextronics Logistics binnen een jaar tot een afdeling te integreren. Tegelijkertijd zou een nieuw computersysteem worden geïmplementeerd (Baan E. P. en Outlooksoft). De organisatie bij Flextronics Logistics bleek niet geheel op orde te zijn. In het voorjaar van 2006 viel de voormalige controller van Logistics wegens overspannenheid uit. Gedurende de zes maanden van zijn afwezigheid verving [verzoeker] hem. Van december 2006 tot juni 2007 heeft [verzoeker] interim support gekregen om hem te ontlasten in verband met onder meer zijn betrokkenheid bij de reorganisatie van Flextronics International en om de fysieke verhuizing en integratie van de twee financiële afdelingen te begeleiden. [verzoeker] maakte werkweken van 70 uren. Functioneringsgesprekken werden niet gevoerd, althans niet voor 4 juni 2007. De invoering van een mondiaal rapport systeem (Outlook soft) zonder voldoende voorbereiding heeft veel opstartproblemen in de wereldwijde organisatie van Flextronics veroorzaakt. In de loop van het functioneren als campus controller ontving [verzoeker] diverse e-mails waaruit bleek dat de afdeling Financiën direct dan wel indirect werd aangesproken op foutieve of te late rapporten. Die fouten waren niet het gevolg van het functioneren van [verzoeker] maar van onvolkomenheden van anderen die gegevens moesten aanleveren. Begin mei 2007 werd indringender geklaagd over het functioneren van de financiële afdelingen, die onder hem ressorteerden. Op 4 juni 2007 vond een functioneringsgesprek plaats. In de ogen van de bestuurder [R] van Flextronics International functioneerde [verzoeker] op drie punten onder de maat; [verzoeker] was het met deze beoordeling niet eens. Op 18 juni 2007 vertelde [D] aan [verzoeker] dat [verzoeker] per 1 juli 2007 uit zijn functie van campus controller werd geplaatst. De reden daartoe was het negatieve e-mail verkeer van het afgelopen jaar. Aan deze demotie werd kenbaarheid in de organisatie gegeven. Eind juni 2007 werd een nieuwe campus controller aangesteld, aan wie [verzoeker] zou gaan rapporteren. [verzoeker] vindt dat er geen grond is om hem uit de functie van campus controller te plaatsen. Nadien hebben tussen partijen gesprekken plaatsgevonden maar die zijn op niets uitgelopen. [verzoeker] wenst herplaatsing in de functie van campus controller en interne rectificatie. [verzoeker] heeft zelfs Flextronics International moeten dreigen met een kort geding. Na overleg tussen partijen zijn desondanks de toegezegde herplaatsing en de toegezegde interne rectificatie uitgebleven. [verzoeker] werd wat betreft het financiële werk buitenspel gezet. Inmiddels is bekend dat Flextronics International haar deuren voor 1 juli 2008 helemaal zal sluiten. [verzoeker] is daar bij in het geheel niet gemengd alhoewel hij wel een toppositie binnen het concern heeft als de financiële man. Dit alles leidt tot een factor C=2 met als componenten het brutosalaris, de gemiddelde bonus, de pensioenpremie.
2.23. Flextronics International legt ten verwere maar ook verzoekende het volgende ten grondslag.
Flextronics International was in 2006 toe aan een herstructurering van haar organisatie om de levensvatbaarheid te behouden. Het voortbestaan van haar staat of valt met de wijze waarop de werkzaamheden worden verricht. In het najaar van 2006 werd daarbij overwogen dat inschakeling van een registeraccountant daartoe nodig was. Dit werd ook medegedeeld aan [verzoeker]. In dat kader heeft een beperkte herverdeling van het takenpakket van [verzoeker] plaatsgevonden. Er is geen sprake van een afwaardering van de functie van [verzoeker] of van zijn werkzaamheden. [verzoeker] zou campus controller voor Flextronics International blijven. Dit zou ook zo zijn na zijn herstel omdat hij enige tijd arbeidsongeschikt was geweest. Daar tussendoor speelde dat de organisatie van Flextronics en Solectron (een nieuw verworven onderneming h.t.l.) gestalte moest worden gegeven. In dat kader is ook mede de registeraccountant Van Loon aangetrokken. Er is geen sprake van een ingrijpende demotie van de functie van [verzoeker]. In de loop van 2007 zijn de omstandigheden veranderd omdat binnen de wereldwijde Flextronics organisatie de vestiging van Flextronics International in Venray zou worden gesloten. In het kader van de reorganisatie is Flextronics bereid om conform het Sociaal Plan aan [verzoeker] een vergoeding te betalen voor een afvloeiingsregeling (C. is 0,8). Flextronics heeft er alles aan gedaan om [verzoeker] in elk geval tot medio juli 2008 voor de organisatie te behouden. [verzoeker] heeft ten onrechte afgestuurd op een geschil met Flextronics International.
2.24. De kantonrechter overweegt dat de reorganisatie van Flextronics International zonder meer in haar risicosfeer valt. Lijdt die reorganisatie tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, dan is een vergoeding redelijk. In het kader van de reorganisatie en het met de vakbonden afgesproken sociaal plan is een vergoedingsfactor C = 0,8 niet apert onredelijk. Daarbij wordt alleen het brutosalaris in aanmerking genomen. De pensioenpremie en de bonus behoren daar niet bij. Redenen voor aansluiting bij de – ook ambtshalve bekende Amsterdamse praktijk – voor afvloeiingsregelingen voor bestuurders zijn er onvoldoende.
2.25. De vraag is dan of de geschilpunten tussen partijen een hogere vergoeding dan C=0,8 met zich meebrengen. De kantonrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de zware reorganisatie en de taken die op de schouders van [verzoeker] zijn gelegd, voor hem teveel zijn geworden. De organisatie heeft daar in onvoldoende mate rekening mee gehouden. Dat kan al blijken uit de wens om de reorganisatie verder onder leiding van een (academisch gekwalificeerde?) registeraccountant te laten verlopen. De kantonrechter neemt daarbij ook in aanmerking dat de invoering van de twee automatiseringssystemen tegelijkertijd met een reorganisatie niet bepaald bevorderlijk zijn voor een integratieproces van twee verschillende financiële afdelingen. De vraag is dan ook of Flextronics International dit zo wel van [verzoeker] had mogen verlangen. De kantonrechter meent van niet. Aan de andere kant bespeurt de kantonrechter bij [verzoeker] in diens opvatting ook een zekere halsstarrigheid. Het moge waar zijn dat [verzoeker] in zijn perceptie een gevoelige demotie kreeg maar dat wordt niet volledig gestaafd door de feiten; zijn functie van campus controller kreeg weliswaar wat minder inhoud maar dat was dan in wezen ook in overeenstemming met de hierboven door de kantonrechter constateerde te zware taak op de schouders van [verzoeker].
2.26. De kantonrechter komt tot de conclusie dat gelet op de reorganisatie uitgangspunt moet zijn een factor C. is 0,8. De hier bovengenoemde omstandigheden leiden tot een verhoging tot C is 1. De kantonrechter weet dat Flextronics International met ingang van 1 december vier maandsalarissen als schadevergoeding (gelijk aan het loon gedurende de opzegtermijn) betaalbaar heeft gesteld. Deze vier maanden zijn – maar dan theoretisch als loon “gedacht” – goed voor een loonverplichting tot 1april 2008. Dat is reden de arbeidsovereenkomst tegen 1 april 2008 te ontbinden, waarbij de kantonrechter aanneemt dat [verzoeker] is vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden.
De kantonrechter heeft er eveneens weet van dat Flextronics International reeds EUR 216.855,63 betaalbaar heeft gesteld. Bij verweerschrift was die vergoeding nog in het kader van goed werkgeverschap ter zake de afvloeiingsregeling. Tijdens de mondelinge behandeling is verduidelijkt dat in geval van ontbinding het bedrag van EUR 216.855,63 gezien moet worden als een ontbindingsvergoeding. Dat komt de kantonrechter als juist voor aangezien anders de totale vergoedingssom zou uitkomen op ongeveer C=2.
2.27. De kantonrechter ziet geen termen voor de vergoeding van kosten van rechtsbijstand aan [verzoeker]. De proceskosten worden gecompenseerd in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
2.28. Naar het oordeel van de kantonrechter is een verandering in omstandigheden aanwezig, op grond waarvan de arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden en wel met ingang van heden.
2.29. Nu de noodzaak tot ontbinding niet aan verzoeker te wijten is acht de kantonrechter termen aanwezig aan verzoeker ten laste van verweerster een vergoeding toe te kennen als bedoeld in artikel 7:685, lid 8, van het Burgerlijk Wetboek. Als zodanige vergoeding wordt voorgesteld een bedrag van EUR 285.324,34 bruto. De verplichting tot betaling van EUR 216.855,63 wordt geacht te zijn begrepen in deze ontbindingsvergoeding.
2.30. Vervolgens komt de vraag aan de orde of (en zo ja wie) het verzoekschrift nog kan worden ingetrokken nu het door de kantonrechter bepaalde bedrag afwijkt van hetgeen elk der partijen verzoekt toe te wijzen.
2.31. Het verzoek van [verzoeker] was onvoorwaardelijk. Het verzoek van Flextronics International is onvoorwaardelijk geworden.
2.32. De kantonrechter zal eerst [verzoeker] de gelegenheid geven tot intrekken. Trekt hij niet in dan wordt de beslissing in dat opzicht onvoorwaardelijk. Trekt [verzoeker] wel tijdig in dan wordt Flextronics International de gelegenheid geboden haar verzoek in te trekken. Trekt zij in dan zijn partijen en weer bij af. Trekt zij niet in dan is de beslissing onvoorwaardelijk.
3. B E S L I S S I N G
3.1. Verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek gericht op de ontbinding van een arbeidsovereenkomst met of mede met Flextronics Logistics B.V.
3.2.
Tenzij [verzoeker] het verzoek uiterlijk 12 februari 2008 te 16.00 uur intrekt;
Tenzij – ingeval [verzoeker] het verzoek uiterlijk 12 februari 2008 te 16.00 uur heeft ingetrokken – Flextronics International het verzoek uiterlijk 15 februari 2008 te 16.00 uur intrekt,
3.2.1. Ontbindt de tussen partijen geldende arbeidsovereenkomst met ingang van 1 april 2008.
3.2.2. Kent aan verzoeker ten laste van verweerster als vergoeding in de zin van artikel 7:685, lid 8, van het Burgerlijk Wetboek toe:
een bedrag van EUR 285.324,34 bruto;
verstaat dat de verplichting tot betaling van EUR 216.855,63 bruto begrepen is in deze ontbindingsvergoeding.
3.3. Compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
3.4. Wijst - voor zover nodig - het door partijen meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. O.M. de Lange, kantonrechter, en ter openbare terechtzitting van 5 februari 2008 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.