ECLI:NL:RBROE:2008:BC8955
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige in specifiek pleeggezin
In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van een minderjarige, waarbij de ouders instemmen met de uithuisplaatsing, maar bezwaar maken tegen de uitvoering door de Stichting Bureau Jeugdzorg. De kinderrechter heeft op 1 april 2008 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij de ouders, het pleeggezin, de gezinsvoogd en medewerkers van Jeugdzorg aanwezig waren. De ouders hebben gezamenlijk ouderlijk gezag, maar zijn niet meer bij elkaar. De minderjarige heeft al verschillende verblijfplaatsen gekend en er zijn zorgen over haar hechtingsproblematiek. De stichting heeft herhaaldelijk geprobeerd de minderjarige bij de moeder terug te plaatsen, maar zonder succes. De ouders zijn het eens met de uithuisplaatsing, maar hebben bezwaren tegen de plaatsing in het specifieke pleeggezin.
De kinderrechter heeft de belangenafweging van de stichting als gedegen beoordeeld en heeft besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing in het pleeggezin van [pleeggezin] te verlenen. De kinderrechter benadrukt dat de beslissing tot afgifte van een machtiging tot uithuisplaatsing niet gaat over de feitelijke plaatsing in een specifiek pleeggezin, tenzij dit expliciet in het indicatiebesluit is vermeld. In dit geval was het pleeggezin niet specifiek genoemd in het indicatiebesluit, maar de kinderrechter accepteert de aanvulling van de stichting als een legitieme aanvulling op de indicatiestelling.
De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de ondertoezichtstelling van de minderjarige met één jaar te verlengen en de machtiging tot uithuisplaatsing in het pleeggezin van [pleeggezin] te verlengen tot 14 april 2009. Deze beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de ouders verplicht zijn bij te dragen aan de kosten van de plaatsing.