ECLI:NL:RBROE:2008:BC9696
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor medische behandeling van een minderjarige
In deze zaak heeft de stichting Bureau Jeugdzorg Limburg op 15 april 2008 een verzoek ingediend bij de kinderrechter voor vervangende toestemming voor een medische behandeling van een minderjarige, die onder toezicht is gesteld. De medische ingreep, het plaatsen van buisjes in de oren, was gepland voor 17 april 2008. De moeder, die het gezag over de minderjarige uitoefent, is niet verschenen op de afspraak met de gezinsvoogdes om haar toestemming te geven en is met onbekende bestemming vertrokken. De kinderrechter heeft op basis van de informatie van de stichting geoordeeld dat de medische behandeling noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de gezondheid van de minderjarige te voorkomen. Het beginsel van hoor en wederhoor is in dit geval ondergeschikt aan het belang van de minderjarige, zoals verankerd in artikel 3 van het Verdrag inzake de rechten van het kind. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het belang van de minderjarige niet gediend is bij langer uitstel van de behandeling. Daarom heeft de kinderrechter besloten om het verzoek tot vervangende toestemming voor de medische behandeling toe te wijzen. De beschikking is uitgesproken op 16 april 2008 door mr. P.C.G. Brants, kinderrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze uitspraak kan binnen drie maanden beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.