ECLI:NL:RBROE:2008:BD1373
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een voogd over een minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om de benoeming van een voogd over een minderjarige, geboren uit een ondertoezichtgestelde moeder. De moeder verblijft in een Moeder&Kindhuis met een machtiging tot uithuisplaatsing. De Raad adviseert om de voogdij op te dragen aan de Stichting Bureau Jeugdzorg, maar de rechtbank heeft besloten om de voogdij toe te kennen aan de opa van het kind. De rechtbank overweegt dat de opa voldoende in staat is om de voogdij op zich te nemen en in het belang van het kind te handelen. Er is voldoende zicht op de interactie tussen moeder en kind, mede door het verblijf van de moeder in het Moeder&Kindhuis en het toezicht van de gezinsvoogdes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks haar persoonlijke problematiek, sinds de geboorte van het kind een positieve ontwikkeling doormaakt. De relatie tussen de moeder en de opa is goed, en de opa heeft een actieve rol gespeeld in de zorg voor de moeder en het kind. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is. Tegen deze uitspraak kan binnen drie maanden beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.