ECLI:NL:RBROE:2008:BD5659
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot benoeming in het ouderlijk gezag en afwijzing daarvan
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 25 juni 2008 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een vader die het ouderlijk gezag over zijn kind wilde verkrijgen. Ten tijde van de geboorte kon de vader het kind niet erkennen vanwege zijn verblijfsstatus. Het vaderschap is later gerechtelijk vastgesteld. De moeder is ontheven van het gezag en is teruggekeerd naar haar land van herkomst, terwijl het kind sinds zijn eerste levensjaar in een pleeggezin verblijft, waar de voogdij berust bij de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg. De vader, die inmiddels een verblijfsvergunning heeft en bezig is met een inburgeringscursus, heeft verzocht om het gezag over zijn kind te verkrijgen, met de intentie een actieve rol in het leven van het kind te vervullen.
De rechtbank heeft het verzoek van de vader afgewezen. De rechtbank overwoog dat ouders in beginsel recht hebben op verzorging en opvoeding van hun kind, zoals verankerd in artikel 8 van het EVRM. Echter, het belang van het kind, dat al bijna vier jaar in een stabiele pleeggezinomgeving verblijft, weegt zwaarder. De rechtbank benadrukte het belang van continuïteit in de opvoedingssituatie en de noodzaak van een ongestoord hechtingsproces. De rechtbank concludeerde dat het wijzigen van het gezag mogelijk onrust zou veroorzaken en dat de belangen van het kind niet gewaarborgd zouden zijn bij toewijzing van het verzoek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de vader bereid is om de plaatsing in het pleeggezin niet te verstoren, er geen garanties zijn dat hij deze bereidheid in de toekomst kan waarborgen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de visie van de vader op opvoeding niet overeenkomt met die van de pleegouders en de Stichting, wat kan leiden tot conflicten die schadelijk zijn voor het kind. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek van de vader af te wijzen, met inachtneming van het belang van het kind en de stabiliteit van zijn huidige opvoedsituatie.