ECLI:NL:RBROE:2008:BD5779
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.J.M. Ruyters
- Rechtspraak.nl
Verlof tot tenuitvoerlegging van een buitenlandse gevangenisstraf voor drugshandel
In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Roermond op 20 juni 2008 uitspraak gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van een buitenlandse gevangenisstraf. De zaak betreft een veroordeelde die in Groot-Brittannië was veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de importverboden van verdovende middelen, specifiek cannabis. De politierechter oordeelt dat de dubbele strafbaarheid moet worden vastgesteld op het moment van de beslissing van de omzettingsrechter, waarbij de op dat moment geldende maximumstraf van zes jaar ingevolge artikel 11 van de Opiumwet relevant is. De politierechter houdt rekening met de ernst van de feiten, de hoeveelheid ingevoerde cannabis en de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde, die lange tijd in Groot-Brittannië gedetineerd is geweest.
De uitspraak volgt op een vordering van de officier van justitie, die om verlof vroeg voor de tenuitvoerlegging van de buitenlandse beslissing. De verdediging pleitte voor een lagere straf, maar de politierechter oordeelt dat een gevangenisstraf van 1704 dagen passend is, rekening houdend met de ernst van de feiten en de noodzaak van normhandhaving. De politierechter verleent verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland en legt de gevangenisstraf op, met inachtneming van de tijd die de veroordeelde al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De beslissing is gegrond op verschillende wettelijke bepalingen, waaronder het Europees verdrag inzake overbrenging van gevonniste personen en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen. De politierechter concludeert dat aan de voorwaarden voor de overname van de tenuitvoerlegging in Nederland is voldaan, en dat de veroordeelde ook naar Nederlands recht strafbaar zou zijn geweest voor de gepleegde feiten. De uitspraak benadrukt de internationale gevoeligheden en de risico's verbonden aan het plegen van strafbare feiten in het buitenland, en de gevolgen daarvan voor de veroordeelde.