ECLI:NL:RBROE:2008:BD6847
Rechtbank Roermond
- Kort geding
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Verklaring van toestemming tot verstrekking van een reisdocument voor een minderjarige in een pleeggezin
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Roermond op 8 juli 2008 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de Stichting vorderde om toestemming voor de afgifte van een reisdocument voor een minderjarige, die in een pleeggezin verblijft. De minderjarige was met een machtiging van de kinderrechter uit huis geplaatst en het pleeggezin, waar ook haar broer en zus verbleven, wilde haar meenemen op vakantie naar Spanje. De moeder van de minderjarige, [gedaagde], verleende echter geen toestemming voor de afgifte van het reisdocument.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het in het belang van de minderjarige was dat haar verblijf in het pleeggezin werd gecontinueerd en dat zij niet voor de duur van de vakantie moest worden onderbroken. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was voor de opvoeding en verzorging van de minderjarige, omdat de ouders niet in staat waren om haar belangen te waarborgen. De Stichting stelde dat een thuisplaatsing bij [gedaagde] op korte termijn niet aan de orde was en dat het pleeggezin belangrijk was voor het hechtingsproces van de minderjarige.
De voorzieningenrechter verleende uiteindelijk de gevraagde verklaring van toestemming voor de afgifte van het reisdocument, omdat [gedaagde] geen medewerking wenste te verlenen. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en compenseerde de proceskosten tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd openbaar uitgesproken op 8 juli 2008.