ECLI:NL:RBROE:2008:BD7764
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Wijziging hoofdverblijfplaats en gezag over minderjarige kinderen na echtscheiding
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 23 juli 2008 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de vader tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van de kinderen en toekenning van het eenhoofdig gezag aan hem. De moeder, die in Tsjechië woont, heeft de kinderen zonder toestemming van de vader meegenomen, wat leidde tot een complexe situatie. De vader heeft aangevoerd dat de moeder niet geschikt is om het gezag uit te oefenen vanwege haar financiële problemen en onvoorspelbaar gedrag. De moeder heeft op haar beurt de beschuldigingen van de vader betwist en aangegeven dat zij altijd voor de kinderen heeft gezorgd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen na de echtscheiding bij de moeder hebben gewoond, maar dat de moeder in financiële problemen is geraakt en uiteindelijk naar Tsjechië is vertrokken. De rechtbank oordeelt dat, hoewel de ouders een slechte verstandhouding hebben, zij in staat zijn om gezamenlijk beslissingen te nemen over de kinderen. De rechtbank wijst het verzoek van de vader om alleen met het gezag te worden belast af, en bepaalt dat de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader zal zijn, met een omgangsregeling voor de moeder. De moeder kan ten minste eenmaal per drie weken de kinderen bezoeken en heeft recht op telefonisch contact op afgesproken tijden.
De rechtbank benadrukt het belang van samenwerking tussen de ouders in het belang van de kinderen en verklaart de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad. Tegen deze uitspraak kan binnen drie maanden beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.