ECLI:NL:RBROE:2008:BF1245
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.C.M. Bomans
- M.J.H. van den Hombergh
- C.C.W.M. Aretz
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie wegens schending van de rechten van de verdachte
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 9 september 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, waarbij het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank oordeelde dat het proces tegen de verdachte te lang had geduurd, voornamelijk door de onduidelijkheid over de machtigingen tot binnentreden. Ondanks aanvullende verhoren en processen-verbaal kon het openbaar ministerie geen duidelijkheid verschaffen over deze machtigingen, wat leidde tot een schending van de rechten van de verdachte. De officier van justitie had zich verzet tegen het verzoek van de raadsman om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren, maar de rechtbank oordeelde dat de lange duur van de procedure en de onduidelijkheid over de feiten de rechten van de verdachte zodanig hadden geschaad dat dit tot niet-ontvankelijkheid moest leiden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldeed en dat zij bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de lange duur van de procedure, die al sinds 3 februari 2004 aan de gang was, vooral te maken had met de noodzaak om verbalisanten te horen en aanvullende processen-verbaal op te stellen. Dit had veel tijd in beslag genomen, omdat de verklaringen van de verbalisanten niet altijd helder waren en soms niet op elkaar aansloten. De rechtbank concludeerde dat de onduidelijkheid over de machtigingen tot binnentreden en de gang van zaken ter plaatse de voortgang van de zaak ernstig had belemmerd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank, na het horen van de argumenten van de raadsman en de officier van justitie, besloten om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit drie rechters, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.