ECLI:NL:RBROE:2008:BG2161
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Ontzegging van het recht op omgang met een minderjarige gedurende drie jaren
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 29 oktober 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vader en de moeder van de minderjarige [het kind]. De vader had verzocht om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling met [het kind]. De moeder heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht om de vader niet ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader in het verleden betrokken is geweest bij mishandeling van de moeder, wat heeft geleid tot een ontzegging van het recht op omgang in eerdere procedures. De vader heeft gesteld dat er inmiddels sprake is van gewijzigde omstandigheden, waaronder reclasseringstoezicht en een verbeterde sociale situatie. De moeder daarentegen heeft betoogd dat omgang met de vader schadelijk is voor [het kind], die al traumatische ervaringen heeft gehad door de situatie tussen de ouders.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de situatie en de impact op [het kind] meegewogen. De rechtbank concludeert dat de verstandhouding tussen de ouders dermate slecht is dat gezamenlijk gezag niet in het belang van [het kind] is. Ook is omgang met de vader in strijd met de belangen van [het kind], die nog steeds onder behandeling is voor haar angsten en trauma's. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de vader tot gezamenlijk gezag afgewezen en hem het recht op omgang met [het kind] ontzegd voor een periode van drie jaren. Tevens is de vader veroordeeld in de proceskosten van de moeder.