ECLI:NL:RBROE:2008:BG3525
Rechtbank Roermond
- Kort geding
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van omgangsregeling tussen grootouder en kleinkinderen
In deze zaak vorderde [oma] de stichting Bureau Jeugdzorg om haar medewerking te verlenen aan de omgangsregeling die eerder was vastgesteld door de rechtbank op 7 mei 2008. De procedure begon met een dagvaarding op 22 oktober 2008, gevolgd door een mondelinge behandeling op 30 oktober 2008. De rechtbank had eerder bepaald dat [oma] recht had op omgang met haar kleinkinderen, [kind 1] en [kind 2], die op dat moment onder toezicht stonden van de stichting. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een dringende noodzaak was om de omgangsregeling te handhaven, gezien het belang van de kinderen en de eerdere instemming van de moeder met de regeling. De stichting had geen juridische basis om de omgangsregeling te beperken, ondanks de huidige situatie waarin de kinderen tijdelijk uit huis waren geplaatst.
De voorzieningenrechter wees de vordering van [oma] toe en bepaalde dat de stichting binnen twee dagen na betekening van het vonnis moest voldoen aan de omgangsregeling. Tevens werd een dwangsom van EUR 250 per dag opgelegd voor elke dag dat de stichting in gebreke bleef, met een maximum van EUR 10.000. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.C.G. Brants op 30 oktober 2008.