ECLI:NL:RBROE:2008:BG9010
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige na conflicten over omgangsregeling
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 16 december 2008, betreft het een verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, ingediend door de vader. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige beoordeeld aan de hand van verschillende raadsrapporten. In een rapport van 11 april 2008 werd vastgesteld dat er geen omgang met de vader leidde tot een ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige. De Raad voor de Kinderbescherming had destijds geen advies tot ondertoezichtstelling gegeven, omdat de moeder meewerkend was in het onderzoek naar een omgangsregeling. Echter, uit een later rapport van 6 juni 2008 bleek dat de minderjarige positief reageerde op de vader tijdens proefcontacten, terwijl de moeder nu beweerde dat de minderjarige niet naar de vader wilde. Deze tegenstrijdigheid kan wijzen op een opkomend loyaliteitsconflict.
De kinderrechter constateerde dat de moeder haar medewerking aan de omgangsregeling had opgezegd en zich niet hield aan de eerder vastgestelde afspraken. Dit leidde de kinderrechter tot de conclusie dat de ontwikkeling van de minderjarige in gevaar was. De kinderrechter heeft vervolgens besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen van de stichting voor een periode van een jaar, met de beschikking dat deze uitvoerbaar is bij voorraad. De uitspraak werd gedaan door mr. P.C.G. Brants, kinderrechter, en is op schrift gesteld op 24 december 2008. Tegen deze uitspraak kan binnen drie maanden beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.