ECLI:NL:RBROE:2009:BH0731
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Oelmeijer
- C.C.W.M. Aretz
- E.J.H.G. van Binnebeke
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging in Blerick
Op 23 januari 2009 heeft de Rechtbank Roermond uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging op 12 juni 2006 in Blerick. De tenlastelegging omvatte verschillende vormen van geweld tegen twee slachtoffers, waaronder het maken van stekende bewegingen met een voorwerp en het dreigend benaderen van de slachtoffers. Tijdens de zitting op 9 januari 2009 heeft de verdediging aangevoerd dat de verdachte vrijgesproken diende te worden van de beschuldigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen belemmeringen waren voor de ontvankelijkheid van de officier van justitie.
De rechtbank heeft de bewijsoverwegingen zorgvuldig bekeken. De officier van justitie eiste dat het ten laste gelegde bewezen werd verklaard, maar de rechtbank kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van openlijke geweldpleging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte [slachtoffer 1] had geslagen, maar dit gebeurde pas nadat [slachtoffer 1] eerder de vader van de verdachte met een mes had gestoken. Hierdoor was er geen sprake van openlijke geweldpleging zoals in de tenlastelegging was omschreven. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het ten laste gelegde had begaan.
Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. F. Oelmeijer als voorzitter. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om de context van geweldsincidenten in overweging te nemen.