ECLI:NL:RBROE:2009:BH6218
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.J.A. Crompvoets
- E.A.M. van Oorschot
- C.C.W.M. Aretz
- Rechtspraak.nl
Groot aantal delicten en recidive belangrijke factor voor het opleggen van forse gevangenisstraf voor jeugdige verdachten
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 17 maart 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een jeugdige verdachte, die werd beschuldigd van een groot aantal diefstallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data in de gemeente Venray meerdere inbraken en diefstallen heeft gepleegd, waarbij hij onder andere handtassen, laptops en personenauto's heeft weggenomen. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting op 3 maart 2009 een bekennende verklaring afgelegd en heeft erkend dat hij samen met een medeverdachte enkele van de diefstallen heeft gepleegd. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat niet alle feiten konden worden bewezen, waardoor de verdachte voor sommige feiten is vrijgesproken.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de recidive van de verdachte en het grote aantal gepleegde delicten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een substantiële onvoorwaardelijke gevangenisstraf moest krijgen, mede gezien de impact van de gepleegde feiten op de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een bijzondere voorwaarde opgelegd, waarbij de verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering.
De benadeelde partijen die schadevergoeding hebben geëist, zijn niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de rechtbank oordeelde dat de vorderingen niet konden worden toegewezen. De rechtbank heeft de kosten van de benadeelde partijen op nihil vastgesteld. Dit vonnis benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak van een stevige straf om recidive te voorkomen.