ECLI:NL:RBROE:2009:BH6457
Rechtbank Roermond
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot teruglevering van een kopieermachine en opheffing van conservatoir beslag in kort geding
In deze zaak, die op 5 maart 2009 door de Rechtbank Roermond is behandeld, hebben de eisers, bestaande uit verschillende besloten vennootschappen en natuurlijke personen, vorderingen ingesteld tegen de gedaagde, een andere besloten vennootschap. De eisers vorderden onder andere de teruglevering van een kopieermachine aan de leasemaatschappij BPLG, de opheffing van een conservatoir beslag dat door de gedaagde was gelegd, en een verbod voor de gedaagde om verdere beslagen te leggen. De eisers stelden dat de kopieermachine niet tot de over te nemen activa behoorde en dat de gedaagde hen niet had geïnformeerd over het defect raken van de machine tijdens de onderhandelingen over de overname van activa.
De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eisers, waaronder Mols Holding B.V., [eiser 4] en [eiser 5], niet-ontvankelijk verklaard konden worden in hun vorderingen, maar dat er geen aanleiding was om dit te doen. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde niet als eigenaar van de kopieermachine kon worden aangemerkt en dat de vordering tot opheffing van het beslag niet kon worden toegewezen. Ook het verbod tot het leggen van verdere beslagen werd afgewezen, omdat dit een algemeen verbod inhield dat geen rekening hield met toekomstige omstandigheden.
De rechtbank oordeelde verder dat de vordering tot betaling van kosten en boetes met betrekking tot de vervoermiddelen niet voldoende gespecificeerd was en daarom ook werd afgewezen. De eisers werden als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van de gedaagde werden begroot op EUR 1.078,00. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.