ECLI:NL:RBROE:2009:BH7622

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
11 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
91820 / KG ZA 09-24
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • P.C.G. Brants
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake omgangsregeling tussen ouders na echtscheiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 11 maart 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vader en een moeder over de nakoming van een onderling overeengekomen omgangsregeling voor hun minderjarige kinderen. De vader vorderde dat de moeder zou worden veroordeeld tot het naleven van de omgangsregeling, waarbij hij iedere veertien dagen op zondagmiddag omgang zou hebben met de kinderen. De moeder voerde verweer en stelde dat er sprake was van huiselijk geweld en dat de omgang onder toezicht van de grootouders moest plaatsvinden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het in het belang van de kinderen is dat zij regelmatig contact met hun vader hebben. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen contra-indicaties waren voor een vrijelijk contact tussen de vader en de kinderen en dat de moeder moest meewerken aan de overeengekomen regeling. De regeling houdt in dat de kinderen iedere veertien dagen op zondagmiddag van 13.00 uur tot 18.00 uur contact hebben met hun vader, waarbij de grootouders van vaderszijde de kinderen ophalen en terugbrengen. De voorzieningenrechter heeft geen dwangsom verbonden aan het niet nakomen van de regeling, omdat de moeder had toegezegd mee te werken. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 91820 / KG ZA 09-24
Vonnis in kort geding van 11 maart 2009
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. M.B. Keus,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr.drs. I. Ligtelijn-Huisman.
Partijen zullen hierna de vader en de moeder genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de vader
- de pleitnota van de moeder.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Deze rechtbank heeft op 20 augustus 2008 de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Die uitspraak is op 16 september 2008 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.2. Uit het door echtscheiding ontbonden huwelijk zijn geboren de thans nog minderjarigen:
1. [minderjarig kind 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2002;
2. [minderjarig kind 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005.
3. Het geschil
3.1. De vader vordert samengevat –
- de moeder te veroordelen tot nakoming van de tussen partijen overeengekomen omgangsregeling in die zin dat de vader iedere veertien dagen op de zondagmiddag van 13.00 uur tot 18.00 uur omgang heeft met de minderjarige kinderen van partijen, [minderjarig kind 1] en [minderjarig kind 2], ingaande de eerstvolgende zondag na de datum van het te wijzen vonnis, waarbij vader de kinderen voor de woning van de vrouw ophaalt en weer terugbrengt, terwijl de partner van de moeder tijdens de overdracht niet aanwezig zal zijn;
- te bepalen dat de moeder voor iedere dag dat zij na betekening van dit vonnis in strijd handelt met voornoemde veroordeling, aan vader een dwangsom verbeurt van EUR 200,= per dag;
- kosten rechtens.
3.2. De moeder voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Door vader is onder meer het volgende gesteld. Het is een feit dat vader na het feitelijk uiteengaan van partijen even de weg kwijt was en zijn emoties niet altijd onder controle heeft kunnen houden. Na het incident dat in maart 2007 heeft gespeeld heeft vader onmiddellijk hulp gezocht bij verschillende instanties. Vader heeft zich enkele dagen daarna volledig vrijwillig twee dagen laten opnemen in het openbaar psychiatrisch ziekenhuis in Rekem. Daarna heeft vader een anti-agressietherapie gevolgd gedurende circa zes maanden. In 2007 is Bureau Jeugdzorg benaderd voor gezinsbegeleiding en zijn er afspraken vastgelegd over de omgang tussen vader en de kinderen. Vader kan binnenkort zijn nieuwe woning in Sittard betrekken en wil dan ook regelmatig omgang met zijn kinderen, zodat de kinderen bij hem kunnen overnachten. Uitbreiding van de omgangsregeling verzoekt vader in de inmiddels bij de rechtbank aanhangig gemaakte bodemprocedure. De huidige omgangsregeling op zondagmiddag van 13.00 uur tot 18.00 uur iedere veertien dagen verliep goed tot 6 december 2008. Er is een kink in de kabel gekomen toen de partner van moeder zich bij de overdracht op 6 december 2008 ermee is gaan bemoeien. Moeder heeft daarna vader ieder zelfstandig omgangsrecht met de kinderen ontzegd. Ten onrechte en zonder enige grond stelt moeder dat zij zich bedreigd voelt door vader. Moeder vindt het wel goed dat de kinderen iedere veertien dagen bij de grootouders (vaderszijde) verblijven en dat vader de kinderen aldaar onder toezicht van zijn ouders kan zien. De kinderen worden opgehaald en thuisgebracht door de grootouders. De grootouders gaan 22 maart 2009 gedurende drie weken met vakantie. Vader zou de kinderen hierdoor een maand niet meer mogen zien. Vader is van mening dat er geen enkele reden in de weg staat dat hij de kinderen op zondagmiddagen om 13.00 uur voor de deur van moeder ophaalt en om 18.00 uur weer thuisbrengt. Het mag ook geen onoverkomelijk probleem zijn dat partijen geen partners bij de overdracht laten zijn. Indien moeder dit wenst dan kan zij haar moeder inschakelen om bij de overdracht aanwezig te zijn. Moeder heeft een aantal aangiften tegen vader gedaan en beschuldigt hem van alles en nog wat. Met uitzondering van het verhoor door de Belgische politie op 28 maart 2007, waarna vader zich vrijwillig heeft laten opnemen, heeft vader nooit meer iets van de politie vernomen. Vader is van mening dat hij geen agressieprobleem meer heeft. Ter zitting is door vader gesteld dat hij zijn nieuwe woning in Sittard thans aan het opknappen is.
4.2. Door moeder is het volgende gesteld. Partijen hebben een verleden, waarbij huiselijk geweld door vader schering en inslag was. Moeder heeft er alles aan gedaan om veilige omgang tussen vader en de kinderen mogelijk te maken. Het is moeder geweest, die op de dag dat vader de kinderen tegen de afspraak in had meegenomen, ten einde raad de hulp van Bureau Jeugdzorg en van Rubicon heeft ingeroepen. Voor beide instanties bleek het niet mogelijk om met vader tot goede afspraken te komen. Moeder acht het van essentieel belang dat er voor de kinderen een onderzoek door de raad voor de kinderbescherming wordt uitgevoerd, waarin onderzocht dient te worden of omgang zonder toezicht haalbaar is en/of in welke frequentie er verantwoorde en veilige omgang kan zijn tussen vader en de kinderen. Dit onderzoek zal kunnen plaatsvinden in het kader van de door vader thans opgestarte omgangsprocedure, waarvan de mondelinge behandeling op 14 mei 2009 plaatsvindt.
Ondanks alle dreigingen, die van vader uitgaan, en ondanks haar angst voor vader, acht moeder het in de het belang van de kinderen dat zij veilig en verantwoord omgang met hun vader hebben. Moeder is bereid eenmaal per veertien dagen op zaterdag de kinderen aan de grootouders, vaderzijde, mee te geven. Vader kan dan onder toezicht van opa en oma contact met de kinderen hebben. Opa en oma zijn bereid aan deze regeling hun medewerking te verlenen. Ter zitting is door moeder gesteld dat de agressie van vader zich alleen tegen haar richt. Begeleiding bij de omgang is volgens moeder nodig, omdat vader soms dingen tegen de kinderen zegt, die de kinderen niet aangaan.
4.3. Het is de voorzieningenrechter ambtshalve bekend, dat de bodemprocedure, zaaknummer 92019 / FA RK 09-230, op 17 februari 2009 bij deze rechtbank aanhangig is gemaakt. De mondelinge behandeling zal plaatsvinden op 14 mei 2009.
4.4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat bij de beoordeling voorop gesteld dient te worden dat het in het belang van de kinderen wordt geacht dat zij regelmatig contact met vader hebben. Voldoende is gebleken dat er regelmatig contact is geweest tussen vader en de kinderen. Partijen verschillen van mening of het contact tussen vader en de kinderen onder toezicht van de grootouders zou moeten plaatsvinden. De voorzieningenrechter is niet gebleken van zodanige contra indicaties aan de zijde van de kinderen of de vader op grond waarvan contact tussen vader en de kinderen onder toezicht van een derde zou moeten plaatsvinden. Een vrijelijk contact tussen vader en de kinderen van iedere veertien dagen op de zondagmiddag van 13.00 uur tot 18.00 uur acht de voorzieningenrechter, zoals meegedeeld ter zitting, dan ook in het belang van de kinderen. Partijen hebben ter zitting met betrekking tot het halen en brengen van de kinderen afspraken gemaakt en moeder heeft toegezegd mee te zullen werken aan de door de voorzieningenrechter ter zitting besproken regeling, welke regeling kan ingaan op 15 maart 2009.
4.5. De voorzieningenrechter zal, gelet op de onderhavige stukken en het verhandelde ter zitting, in het belang van de kinderen een regeling van de zorg- en opvoedingstaken vaststellen zoals hierna is bepaald.
4.6. De voorzieningenrechter ziet geen reden een dwangsom te verbinden aan het niet nakomen van de regeling van de zorg- en opvoedingstaken, omdat moeder ter zitting heeft toegezegd daaraan mee te zullen werken.
4.7. Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. beveelt moeder haar medewerking te verlenen aan de nakoming van de onderlinge regeling, in die zin dat:
- er iedere veertien dagen op de zondagmiddag, ingaande 15 maart 2009, contact is tussen vader en de minderjarige kinderen [minderjarig kind 1] en [minderjarig kind 2] van 13.00 uur tot 18.00 uur;
- de kinderen worden door de grootouders van vaderszijde bij moeder thuis opgehaald en teruggebracht; de kinderen worden door vader bij de grootouders opgehaald en teruggebracht; tijdens de vakantie van de grootouders zorgen de ouders voor de overdracht van de kinderen bij McDonald’s te Echt, waarbij de nieuwe partners van moeder en vader niet aanwezig zullen zijn.
5.2. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C.G. Brants en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2009.?