ECLI:NL:RBROE:2009:BJ8827

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
16 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
255149 \ CV EXPL 09-3777
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van proceskosten bij excessief gevorderde buitengerechtelijke incassokosten

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 16 september 2009, heeft eiseres, de stichting Stichting Videma, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeerde. Eiseres vorderde betaling van een bedrag van EUR 224,68, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten van EUR 250,00. Gedaagde heeft de vordering erkend tijdens de zitting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond was, maar heeft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten als excessief beoordeeld. Op basis van het rapport Voor-werk II van de NVvR heeft de kantonrechter de buitengerechtelijke incassokosten vastgesteld op EUR 37,00.

Daarnaast heeft de kantonrechter opgemerkt dat door het bovenmatig vorderen van incassokosten, er een te hoog bedrag aan vast recht is berekend bij de inschrijving van de zaak. De kantonrechter heeft besloten dat slechts het lagere tarief voor rekening van gedaagde dient te komen, wat resulteerde in een kostenveroordeling van EUR 90,00.

In de beslissing heeft de kantonrechter gedaagde veroordeeld tot betaling van EUR 246,46 aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente over EUR 224,68 vanaf 25 augustus 2009. Tevens is gedaagde veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eiseres, begroot op EUR 192,25, inclusief het bedrag van EUR 90,00 voor vast recht en EUR 30,00 voor het salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is aan eiseres ontzegd.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector kanton
Zaaknummer: 255149 \ CV EXPL 09-3777
Vonnis van de kantonrechter te Venlo d.d. 16 september 2009
in de zaak van:
de stichting Stichting Videma, gevestigd te Noordeloos,
eiseres,
gemachtigde: GGN Brabant Gerechtsdeurw. en Incassospecialisten,
tegen:
[gedaagde], wonende te [woonplaats] aan de [adres],
gedaagde,
procederende in persoon
1. Het verloop van de procedure
1.1. Eiseres heeft op gronden als omschreven in de dagvaarding gevorderd, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van gedaagde tot betaling aan eiseres van de bedragen en rente als in de dagvaarding vermeld, kosten rechtens.
1.2. Gedaagde is ter zitting van 16 september 2009 verschenen en heeft de vordering erkend.
2. Het oordeel van de kantonrechter
2.1. De onweersproken vordering van eiseres komt de kantonrechter niet onrechtmatig en/of ongegrond voor zodat deze kan worden toegewezen, met inachtneming van het navolgende.
2.2. Eiseres vordert in deze procedure naast de hoofdsom van EUR 224,68 een bedrag van EUR 250,00 terzake buitengerechtelijke incassokosten, welk bedrag de kantonrechter excessief voorkomt. De kantonrechter zal dan ook de buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig het rapport Voor-werk II van de NVvR vast stellen op een bedrag van EUR 37,00.
2.3. Door een bovenmatig bedrag aan incassokosten te vorderen is bij inschrijving van de onderhavige zaak een bedrag van EUR 158,00 aan vast recht berekend. Bij een juiste toepassing van de staffel incassokosten zou een bedrag van EUR 90,00 bij eiseres in rekening zijn gebracht. De kantonrechter is van oordeel dat slechts het lagere tarief voor rekening van gedaagde dient te komen. De kantonrechter zal derhalve in de kostenveroordeling het lagere bedrag van EUR 90,00 ten laste van gedaagde brengen.
2.4. Het vorenstaande betekent ook dat het salaris van de gemachtigde zal worden teruggebracht naar een bedrag van EUR 30,00.
2.5. Eiseres vordert voorts een bedrag van EUR 17,85 terzake boete/overige kosten. Deze post wordt in het lichaam van de dagvaarding in het geheel niet onderbouwd. Het is dan ook niet duidelijk op grond waarvan gedaagde een boete verschuldigd is en welke overige kosten zijn gemaakt die niet behoren tot de buitengerechtelijke incassokosten. De vordering zal op dit punt dan ook worden afgewezen.
2.6. Gedaagde zal in de kosten van deze procedure aan de kant van eiseres gevallen worden veroordeeld.
3. De beslissing
3.1. Veroordeelt gedaagde om aan eiseres tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van EUR 246,46, te vermeerderen met de wettelijke rente over EUR 224,68 vanaf 25 augustus 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2. Veroordeelt gedaagde voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eiseres gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van EUR 192,25, waarin begrepen een bedrag van EUR 90,00 terzake vast recht en een bedrag van EUR 30,00 als salaris voor de gemachtigde van eiseres.
3.3. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
3.4. Ontzegt aan eiseres - voor zover nodig - het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen, kantonrechter, en ter openbare civiele terechtzitting op 16 september 2009 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.