ECLI:NL:RBROE:2009:BK6479

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
2 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
243659 \ CV EXPL 09-1873
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • O.M. de Lange
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van de kantonrechtersformule en de toepassing op de retentiebonus in het kader van een sociaal plan

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 2 december 2009, stond de uitleg van de kantonrechtersformule centraal in het kader van een sociaal plan van Flextronics International Europe B.V. Eiser, die sinds 1973 in dienst was, vorderde een vergoeding op basis van de kantonrechtersformule na de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. De kantonrechtersformule, die de hoogte van de vergoeding bepaalt aan de hand van gewogen dienstjaren, beloning en een correctiefactor, werd door eiser en gedaagde verschillend geïnterpreteerd. Eiser stelde dat de dienstjaren op een werknemersvriendelijke manier gewogen moesten worden, terwijl gedaagde een werkgeversvriendelijke interpretatie hanteerde. De kantonrechter oordeelde dat de uitleg van gedaagde, die de dienstjaren vanaf de 40ste en 50ste verjaardag anders berekende, niet in lijn was met de bewoordingen van het sociaal plan. De rechter oordeelde dat eiser recht had op een nabetaling van EUR 6.067,00 bruto, te voldoen aan zijn stamrecht BV, Resanne Beheer B.V. Tevens werd de retentiebonus, die eiser had moeten ontvangen, afgewezen omdat deze onder inhouding van wettelijke verplichtingen was uitbetaald. De rechter benadrukte dat de retentiebonus een beloning voor verrichte arbeid was en geen vergoeding voor gederfd loon. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector kanton
Zaaknummer: 243659 \ CV EXPL 09-1873
Vonnis van de kantonrechter te Venlo d.d. 2 december 2009
in de zaak van:
[eiser], wonende te [woonplaats] aan de [adres],
eiser,
gemachtigde: mr. J.M. Pals,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Flextronics International Europe B.V., gevestigd te 5804 AP Venray aan de Spurkterweg 81,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.J.C. Brouwer.
1. Het verloop van de procedure
De kantonrechter doet recht op:
1.1. De dagvaarding d.d. 7 mei 2009;
1.2. De conclusie van antwoord;
1.3. Het tussenvonnis van 1 juli 2009;
1.4. De akte van eiser d.d. 20 augustus 2009;
1.5. De comparitie van partijen d.d. 21 augustus 2009, waarvan geen proces-verbaal is
opgemaakt;
1.6. De pleitnota van de gemachtigde van eiser d.d. 21 augustus 2009;
1.7. De akte van eiser;
1.8. De antwoordakte van gedaagde;
1.9. De door partijen overgelegde producties.
2. De beoordeling
De vaststaande feiten.
2.1. Eiser is op 1 november 1973 bij de rechtsvoorganger van gedaagde in dienst getreden. Laatstelijk vervulde eiser de functie van Program manager bij gedaagde tegen EUR 7.584,14 bruto per maand inclusief vakantietoeslag.
2.2. Gedaagde wenste in 2007 en 2008 haar onderneming reorganiseren. Met de vakverenigingen is daartoe een Sociaal Plan overeengekomen. Gedaagde heeft zich verbonden jegens ieder af te vloeien werknemer, waaronder eiser, dit Sociaal Plan (definitieve versie 2 mei 2007) uit te voeren.
2.3. Art. 7.3.2 Sociaal Plan luidt:
“Voorziening
Aan de werknemer wordt naar aanleiding van de rechtsgeldige beëindiging van de arbeids¬overeenkomst een eenmalige voorziening verstrekt. De voorziening is gebaseerd op het bruto salaris, de lengte van het dienstverband en de leeftijd van de werknemer. Met deze voorziening wordt beoogd de werknemer een tegemoetkoming te verstrekken voor de eventuele achteruitgang in inkomen en andere arbeidsvoorwaarden welke ontstaat als gevolg van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
De hoogte van de bruto uitkering wordt als volgt vastgesteld;
Vergoeding = A x B x C
Waarbij
A staat voor het aantal (gewogen) dienstjaren.
Deze dienstjaren worden als volgt gewogen: dienstjaren voor het 40ste levensjaar tellen voor 1, van het 40 ste tot het 50 ste voor 1,5 en elk dienstjaar vanaf het 50ste telt voor 2. Een half jaar of meer wordt als heel jaar gerekend. Voor de weging van het aantal dienstjaren geldt hiernavolgend rekenvoorbeeld:
bij een werknemer van 54 jaar met 17 dienstjaren geldt: A = (3x1) + ( 1 Ox1 ,5) + (4x2) = 26.
B staat voor de vaste beloning per maand, zijnde het bruto salaris.
C is de correctiefactor welke vastgesteld is op 0.8. “
2.4. Op 11 oktober 2007 schrijft gedaagde aan eiser:
“Please be informed that as part of the restructuring announced by Flextronics International Europe BV on the 4th October 2007, you are being offered a retention payment under the following conditions:
The retention payment will be:
50% of your base gross monthly salary , including holiday allowance,
as long as the labor contract is in place;
you perform at the best of your abilities;
you adhere to all confidentiality agreements and other obligations based on the labor contract and companies compliance rules.
The maximum period for calculating the retention period is the defined project planning, starting 4th October 2007, with a maximum calculation period of 9 months.
The retention payment will be paid in the first month after termination of the labor contract. If you accept a position with any of the Flextronics companies to continue your employeeship, the retention bonus will be paid at 25%.
This retention payment agreement will not waive any of your rights based on a Social Plan agreed for the abovementioned restructuring. If desired by you, this retention payment can be added to any severance payment amount you might be entitled to under the Social Plan.
Thank you for your continued support
Best regards
[S] Director Programs
2.5. Op 25 oktober 2007 schrijft gedaagde aan eiser:
“ Betreft: Retentiebonus Flextronics International Europe B.V.
Geachte heer [eiser], Beste [eiser],
Naar aanleiding van de bespreking over de retentiebonus, kan ik u als volgt berichten.
Tijdens ons overleg hebben wij u medegedeeld dat Flextronics International Europe B.V.
u graag nauw wil betrekken bij het proces van sluiting van de onderneming. Derhalve komt
u in aanmerking voor de retentiebonus. Hieronder zal ik de afspraken die voortvloeien uit
deze bonusaanspraak uiteen zetten.
1. De retentiebonus zal zolang uw arbeidsovereenkomst van kracht is 50% van uw bruto maandsalaris, inclusief vakantietoeslag en exclusief overige emolumenten, bedragen. De retentiebonus zal als vergoeding ineens worden betaald in de eerste maand na de beëindiging van uw arbeidsovereenkomst. Indien u een positie binnen de Flextronics organisatie krijgt aangeboden en aanvaardt, zodat de arbeidsrelatie wordt voortgezet, zal de retentiebonus 25% in plaats van 50% bedragen.
2. U wordt geacht tot aan het einde van uw dienstverband naar behoren te presteren, welke beoordeling volledig bij Flextronics zal liggen. Voorts wordt van u verwacht dat u zich houdt aan de verplichtingen die voortvloeien uit uw arbeidsovereenkomst alsmede uit de overige bedrijfsregelingen.
3. De maximale periode voor het berekenen van de retentieperiode is gedefinieerd in het project plan bij de aanvang van de herstructurering, met een maximum van 9 maanden. Dit betekent dus dat de maximale retentiebonus 4,5 bruto maandsalarissen kan bedragen.
4. De retentiebonus staat andere afspraken, die met u worden gemaakt in het kader van het Sociaal Plan ten behoeve van bovengenoemde sluiting, niet in de weg
(5,6 ……..)
2.6. Het zesde blad van de brief van 25 oktober 2007 is als volgt:
2.7. Gedaagde heeft op 30 januari 2008 met toestemming van (toen nog: ) het CWI eiser ontslagen tegen 30 juni 2008.
2.8. Op 26 februari 2008 sloten partijen een arbeidscontract van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2008, als transitiemedewerker overgang Flextronics Venray / Flextronics Oekraïne.
2.9. Art. 3.1 van de Landelijke aanbevelingen 1639w, zoals vastgesteld in de plenaire vergadering van de Kring van Kantonrechters op 8 november 1996 luidt:
“ Wanneer de rechter het verzoek tot ontbinding inwilligt wegens veranderingen van omstandigheden en het hem met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt dat aan een der partijen ten laste van de wederpartij een vergoeding zal worden toegekend, zal de hoogte van deze vergoeding op de volgende wijze worden vastgesteld (de kantonrechtersformule):
Vergoeding = A x B x C.
Waarbij:
A = aantal gewogen dienstjaren
B = beloning
C = correctiefactor
3.2 Aantal gewogen dienstjaren (A)
Voor de berekening van A (aantal gewogen dienstjaren) wordt de diensttijd afgerond op hele jaren. Vervolgens worden de dienstjaren op de volgende wijze gewogen: dienstjaren voor het 40e levensjaar tellen voor l, van het 40e tot het 50e voor 1,5 en elk dienstjaar vanaf het 50e telt voor 2.
2.10. De rekenmodule ontbindingsvergoeding (Tavola; versie 2008) zoals wel gebruikt door kantonrechters vermeldt:
Wanneer de rechter bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst (art. 7:685 BW) besluit één der partijen een vergoeding toe te kennen, baseert hij zich (vaak) op de kantonrechtersformule. Die formule geeft de hoogte van de vergoeding als volgt aan: A x B x C.
A staat voor het aantal dienstjaren, die worden afgerond op hele dienstjaren (half jaar + 1 dag=1 heel dienstjaar).
B staat voor de beloning (het bruto maandsalaris + toeslagen).
C staat voor de correctiefactor. Bij een neutrale ontbinding is deze 1. Als ontbinding te wijten is aan de werknemer is deze 0; de rechter acht een vergoeding niet gerechtvaardigd. Wanneer de ontbinding te wijten is aan de werkgever is de correctiefactor hoger dan 1.
Voor de berekening van de gewogen dienstjaren (A) kan de formule werkgevers- of werknemersvriendelijk worden geïnterpreteerd.
Werknemersvriendelijk als de letterlijke tekst van de toelichting op de landelijke Kantonrechtersformule wordt gevolgd: "Vervolgens worden de dienstjaren op de volgende wijze gewogen: dienstjaren voor het 40e levensjaar tellen voor 1, van het 40e tot het 50e voor 1½; en elk dienstjaar vanaf het 50e telt voor 2."
Werkgeversvriendelijk als de berekening, die in de toelichting als voorbeeld wordt gegeven, wordt gevolgd: "bij een werknemer van 54 jaar met 17 dienstjaren geldt: A=(3x1) + (10x1½) + (4x2) = 26."
De toelichting hierop vermeldt:
“3.2. Voor de berekening van A (aantal gewogen dienstjaren) wordt de diensttijd afgerond op hele jaren. Vervolgens worden de dienstjaren op de volgende wijze gewogen:
dienstjaren voor het 40e levensjaar tellen voor l, van het 40e tot het 50e voor 1,5 en elk dienstjaar vanaf het 50e telt voor 2.
Voor de weging van het aantal dienstjaren is de in het land meest gebruikte methode gekozen. Een voorbeeld van de toepassing van deze zogenaamde staffelmethode:
bij een werknemer van 54 jaar met 17 dienstjaren geldt:
A = (3x1) + ( 10xl,5) + (4x2) = 26.
Peildatum voor de leeftijd van de werknemer zal (behoudens zeer bijzondere omstandigheden) zijn de datum van ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
2.11. Volgens de kantonrechtersformule / Tavola 2008 kunnen de volgende berekeningen gemaakt:
2.11.1. Werknemersvriendelijk:
Geboortedatum: [geboortedatum]1953 (54 jaar bij uitdiensttreding)
Datum in dienst: 1-11-1973
Datum uit dienst: 30-6-2008
Ongewogen dienstjaren: 34 jaren, 8 maanden, 0 dagen
Afgeronde dienstjaren: 35
Gewogen dienstjaren:
5 x 2 jaar: 10
10 x 1 ½ jaar: 15
20 x 1 jaar: 20
Totaal: 45
Brutoloon: € 7.584,41 per maand
Waarvan vakantievergoeding: € per maand
Vergoeding: 273.038,76
Werknemersvriendelijk:
bij 50 jaar en hoger tellen de (afgeronde) dienstjaren voor 2;
van 40 tot 50 jaar tellen de (afgeronde) dienstjaren voor 1 ½;
tot de 40 jaar tellen de (afgeronde) dienstjaren voor 1.
2.11.2. Werkgeversvriendelijk
Geboortedatum: [geboortedatum]1953 (54 jaar bij uitdiensttreding)
Datum in dienst: 1-11-1973
Datum uit dienst: 30-6-2008
Ongewogen dienstjaren: 34 jaren, 8 maanden, 0 dagen
Afgeronde dienstjaren: 35
Gewogen dienstjaren:
4 x 2 jaar: 8
10 x 1 ½ jaar: 15
21 x 1 jaar: 21
Totaal: 44
Brutoloon: €7.584,41 per maand
Waarvan vakantievergoeding: € per maand
Vergoeding: 266.971,23
Werkgeversvriendelijk:
• de op of na de 51e verjaardag aangevangen volledige dienstjaren tellen voor 2;
• op of na de 41e en voor de 51e verjaardag aangevangen volledige dienstjaren (gerekend vanaf ontbindingsdatum) tellen voor 1 ½;
• de dienstjaren die zijn aangevangen voor de 41e verjaardag tellen voor 1
3. De vorderingen en stellingen van eiser:
3.1. Eiser vordert:
VORDERING:
De kantonrechter zal gedaagde bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordelen om aan eiser te betalen binnen 8 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis:
1. Ter zake vergoeding conform sociaal plan: een bedrag van EUR 18.202,00 althans EUR 6.067,00, te voldoen aan de stamrecht BV van eiser, te weten Resanne Beheer B.V., gevestigd te Venlo op bankrekeningnummer 1387.55.159 ten titel van aanvullende vergoeding respectievelijk stamrechtstorting, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 januari 2009 te berekenen tot aan de dag van algehele voldoening,
2. Ter zake retentiebonus: een bedrag van EUR 3.138,60 netto, te voldoen aan eiser, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 januari 2009 te berekenen tot aan de dag van algehele voldoening,
3. de kosten van het onderhavig geding, het salaris van de gemachtigde van eiser daaronder begrepen, bij niet voldoening binnen 8 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.2. Eiser stelt:
3.2.1. “Een uitleg naar de bewoordingen van het sociaal plan, een zuiver tekstuele uitleg, brengt met zich dat het 40ste levensjaar begint op de dag waarop werknemer de leeftijd van 39 jaar bereikt. Het 50ste levensjaar begint bij een zuiver tekstuele uitleg op de dag waarop de werknemer de leeftijd van 50 jaar bereikt.
Flextronics is in haar berekening uitgegaan van een andere interpretatie, inhoudend dat het 40ste levensjaar zou ingaan op de 40ste verjaardag, derhalve op de dag waarop de werknemer de leeftijd van 40 bereikt.
Daarmee heeft Flextronics zowel de toepassing van de verhogende leeftijdsfactor van de factor 2 met een jaar uitgesteld. Die interpretatie van Flextronics is niet overeenkomstig de bewoordingen van het sociaal plan en vormt geen zuiver tekstuele uitleg.”
3.2.2. “Daarenboven heeft Flextronics de dienstjaren in de drie respectieve dienstjarencategorieën niet, althans onjuist afgerond. Flextronics heeft eenvoudigweg de slotleeftijd, de leeftijd per de datum einde dienstbetrekking (door Flextronics gesteld op 30 juni 2008) genomen, doch de dienstjaren in de drie respectieve dienstjarencategorieën niet afgerond respectievelijk de dienstjaren niet aan de drie respectieve dienstjarencategorien toegerekend. Volgens de bewoordingen van het sociaal plan worden dienstjaren als volgt gerekend: "een halfjaar of meer wordt als heel jaar gerekend.” Indien dienstjaren aan de drie respectieve dienstjarencategorie worden toegerekend en afgerond volgens die regel uit het sociaal plan, ontstaat de berekening die als Bijlage F-l wordt overgelegd. Die berekening komt op een totaal aantal gewogen dienstjaren van 47. In die berekeningen is uitgegaan van de dag waarop [eiser] 39 is geworden als ingang van het 40ste levensjaar en de dag waarop [eiser] 49 is geworden als datum van ingang van het 50ste levensjaar.”
3.3. De retentiebonus had aan zijn stamrecht-BV moeten worden uitgekeerd en niet onder inhouding van wettelijke verplichtingen aan hem zelf.
4. Het verweer van gedaagde
Daartegenover stelt gedaagde:
4.1. Gedaagde betoogt dat evident aansluiting is gezocht bij de kantonrechters-formule (1996 - 2008) gelet op de gegeven rekenvoorbeelden en de overeenstemmende teksten van de kantonrechterlijke aanbeveling en het Sociaal Plan. Tevens zoekt gedaagde aansluiting bij kantonrechter Utrecht 8 december 1997, JAR 1998, 28 en Hof Arnhem 17 oktober 2006, JAR 2006, 31
4.2. Er is helemaal niet overeen gekomen dat de retentiebonus in de stamrecht-BV zou worden gestort. De aanvulling (lees: het zesde blad van de brief van 25 oktober 2007) is van de hand van eiser en is niet voor akkoord getekend door gedaagde. Tevens is een dergelijke uitbetaling (bruto-uitbetaling voor verrichte loonarbeid zonder inhoudingen) strijdig met de fiscale wetgeving. Er is gewoon uitbetaald onder inhouding van de wettelijke verschuldigde bedragen.
5. De kantonrechter overweegt als volgt:
5.1. Voor de wijze waarop CAO-bepalingen dienen te worden uitgelegd geldt als uitgangspunt dat de bewoordingen van de CAO-bepalingen en eventueel van de daarbij behorende schriftelijke toelichting, gelezen in het licht van de gehele tekst van de overeenkomst, van doorslaggevende betekenis zijn. Daarbij komt het niet aan op de bedoelingen van de partijen bij de CAO, voor zover deze niet uit de CAO-bepalingen en de toelichting daarbij kenbaar zijn, maar op de bewoordingen waarin de CAO en de toelichting zijn gesteld. Bij deze uitleg kan onder meer acht worden geslagen op de elders in de CAO gebruikte formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden.
5.2. Een zuiver tekstuele uitleg pleit ervoor om het 40e levensjaar te doen aanvangen op de dag waarop de werknemer de leeftijd van 39 bereikt (evenals een kind bij de geboorte zijn eerste levensjaar begint). Evenwel: de bewoordingen van het Sociaal Plan en de gegeven voorbeelden stemmen letterlijk overeen met de bewoordingen en voorbeelden in de kantonrechterlijke aanbeveling 1996-2008 en de Tavola-formule 2008. De kantonrechter gaat ervan uit dat in de CAO Sociaal Plan dan ook volledig aansluiting is gezocht bij de maatschappelijke praktijk van de berekening van ontbindings- en/of ontslagvergoedingen, zoals die ooit in de vorige eeuw door de kantonrechters zijn bedacht en sindsdien over het algemeen zijn toegepast. De maatschappelijke duiding van de bewoordingen van het Sociaal Plan leidt ertoe dat voor de berekening van de ontslagvergoeding de uitleg van eiser niet moet worden gevolgd, maar die van gedaagde.
5.3. Gedaagde is bij haar berekening uitgegaan van de hierboven genoemde “werkgeversvriendelijke” versie, die, afgerond, uitkomt op EUR 266.972,00 bruto. Op zich zijn beide berekeningsmethode (werknemersvriendelijk en werkgeversvriendelijk) mogelijk op grond van de kantonrechtersformule 2008 / Tavola 2008. De kantonrechter acht het evenwel redelijk en billijk en meer in de lijn van de kantonrechters-formule liggen om de werknemersvriendelijke versie te volgen die, afgerond, uitkomt op EUR 273.039,00.
Eiser heeft derhalve nog recht op een nabetaling van EUR 6.067,00 bruto
5.4. Eiser heeft recht op een retentiebonus. Dat is een aanspraak jegens gedaagde in ruil om een bepaalde periode nog aan te blijven. De kantonrechter kwalificeert de rechtsverhouding als een derdenbeding. Het is de kantonrechter niet gebleken dat de derde (in casu de stamrecht-BV van eiser) het derdenbeding heeft aanvaard, zodat de kantonrechter ervan uitgaat dat eiser conform art. 6: 256 BW nakoming (dat wil zeggen: vervangende schadevergoeding) vordert, omdat gedaagde de betalingsafspraak niet is nagekomen en tekortschiet. Gedaagde heeft immers de retentiebonus onder inhouding van de wettelijk verplichte inhoudingen uitgekeerd aan eiser (netto-uitbetaling) in plaats van aan de stamrecht-BV. Bij een retentiebonus van EUR 31.385,98 bedraagt de ingehouden voorheffing EUR 16.320,71.
5.5. Volgens eiser vindt betaling van die bonus plaats in de vorm van een stamrecht (recht dat periodieke opbrengsten oplevert), volgens gedaagde in de vorm van een bruto-betaling. De kantonrechter stelt vast dat aan blad zes van de brief van 25 oktober 2008 (rov. 2.6) niet het bewijs kan worden ontleend dat gedaagde akkoord is gegaan met de door eiser gewenste uitbetaling in de vorm van een stamrechtstorting, nu het veld voor het akkoord van gedaagde niet is ingevuld en/of ondertekend.
5.6. De kantonrechter wil wel uitgaan van de door eiser gestelde betalingsafspraak / derdenbeding. In beginsel wordt op grond van de Wet op de Inkomstenbelasting alleen door de Inspecteur een stamrecht-vrijstelling gegeven als de uitkering moet dienen ter vervanging van gederfd of te derven loon. De retentiebonus ziet op concrete beloning / tegenprestatie voor verrichte arbeid, nl. om gedurende een zekere tijd tegen extra beloning als werknemer aan te blijven. Daarnaast is de werkgever voor de verrichte productieve arbeid loon gewoon loon verschuldigd.
5.7. Dit voert tot de conclusie dat de extra beloning geen vergoeding voor gederfd of te derven loon is. Het gaat bij de retentiebonus dus om loon. De afspraak over betaling daarvan is evident zo in strijd met het wettelijk systeem/regels dat eiser op de nakoming daarvan in redelijkheid niet mocht rekenen. Dat wil zeggen alleen voor wat betreft de afstortafspraak. Het verloonde (netto)bedrag kan de werknemer wel vorderen; hij kan alleen geen aanspraak maken op bruto-uitkering van de overeengekomen som. En het staat vast dat gedaagde het verloonde (netto)bedrag aan eiser heeft uitgekeerd. Het had op de weg van eiser gelegen door middel van een schrijven van de Inspecteur der Directe Belastingen aan te tonen dat de door hem voorgestane betalingswijze fiscaal werd geaccepteerd. Dat heeft eiser niet gedaan. De vordering wat betreft de retentiebonus moet worden afgewezen.
5.8. Partijen zijn over en weer in het ongelijk gesteld. De proceskosten worden gecompenseerd.
BESLISSING
6. De kantonrechter:
6.1. Veroordeelt gedaagde tot betaling van de vergoeding conform sociaal plan van een bedrag EUR 6.067,00 bruto, te voldoen aan de stamrecht BV van eiser, te weten Resanne Beheer B.V., gevestigd te Venlo op bankrekeningnummer 1387.55.159 ten titel van aanvullende vergoeding respectievelijk stamrechtstorting, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 januari 2009 te berekenen tot aan de dag van algehele voldoening;
6.2. Verklaart het vonnis tot hiertoe uitvoerbaar bij voorraad;
6.3. Compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
6.4. Wijst hetgeen eiser meer of ander heeft gevorderd, af.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.M. de Lange, kantonrechter, en ter openbare civiele terechtzitting op 2 december 2009 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.