ECLI:NL:RBROE:2010:BM0035

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
7 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
72777 / HA ZA 06-222 en 75149 / HA ZA 06-591 en 76804 / HA ZA 06-852
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van advocaten voor onjuist advies en wanprestatie in vennootschapsstructuur

In deze zaak, die voor de Rechtbank Roermond is behandeld, hebben eisers, bestaande uit twee natuurlijke personen en twee besloten vennootschappen, vorderingen ingesteld tegen de maatschap Baudoin & Geene en de besloten vennootschap Goorts & Coppens Advocaten. De eisers stellen dat deze advocaten beroepsfouten hebben gemaakt en wanprestatie hebben gepleegd in hun advisering en vertegenwoordiging van IMG, een vennootschap waarvan eisers de aandeelhouders en bestuurders zijn. De rechtbank heeft de procedure in de hoofdzaak en twee vrijwaringszaken behandeld, waarbij de vorderingen van eisers zijn gebaseerd op toerekenbare tekortkomingen en onrechtmatig handelen door de gedaagden. De rechtbank heeft vastgesteld dat volgens de Hoge Raad alleen de vennootschap zelf het recht heeft om schadevergoeding te vorderen voor schade die haar door derden is toegebracht, en dat aandeelhouders en anderen betrokken bij de vennootschap in beginsel geen eigen vordering kunnen instellen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van eisers niet toewijsbaar zijn, omdat zij niet hebben aangetoond dat er sprake is van een specifieke zorgvuldigheidsnorm die door de gedaagden jegens hen is geschonden. De rechtbank heeft de vorderingen van eisers in de hoofdzaak en de vrijwaringszaken afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden. Dit vonnis is gewezen op 7 april 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 72777 / HA ZA 06-222
Vonnis van 7 april 2010
in de hoofdzaak met zaaknummer / rolnummer: 72777 / HA ZA 06-222 van:
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THE OLD TREE HOLDING B.V.,
gevestigd te Gassel,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMG EUROPE B.V.,
gevestigd te Gassel,
eisers,
advocaat mr. E.M.A. Tromp,
tegen
1. de maatschap BAUDOIN & GEENE,
gevestigd te Boxmeer,
gedaagde,
advocaat mr. O.J.H.M. van Eijndhoven,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GOORTS & COPPENS ADVOCATEN,
gevestigd te Roermond,
gedaagde,
advocaat mr. P.J.G. Goumans,
en in de vrijwaringszaak met zaaknummer 75149/ HA ZA 06-591 van:
de maatschap BAUDOIN & GEENE,
gevestigd te Boxmeer,
eiseres,
advocaat mr. O.J.H.M. van Eijndhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GOORTS & COPPENS ADVOCATEN,
gevestigd te Roermond,
gedaagde,
advocaat mr. P.J.G. Goumans,
en in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer 76804 / HA ZA 06-852 van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GOORTS & COPPENS ADVOCATEN B.V.,
gevestigd te Deurne,
eiseres,
advocaat mr. P.J.G. Goumans,
tegen
de maatschap BAUDOIN & GEENE,
gevestigd te Boxmeer,
gedaagde,
advocaat mr. O.J.H.M. van Eijndhoven.
Voor zover niet nader gespecificeerd, zullen eisers hierna gezamenlijk (in vrouwelijk enkelvoud) [eisers] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna (in vrouwelijk enkelvoud) Baudoin & Geene respectievelijk Goorts & Coppens genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure in de hoofdzaak blijkt uit:
- de dagvaarding met bijlagen;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Baudoin & Geene;
- de akte tot referte van [eisers] en Goorts & Coppens;
- het tussenvonnis van de rechtbank van 19 juli 2006, waarbij de door Baudoin & Geene gevraagde vrijwaring is toegelaten;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Goorts & Coppens;
- de conclusie van antwoord van Baudoin & Geene met bijlagen;
- de akte tot referte van [eisers];
- de conclusie van antwoord in het incident van Baudoin & Geene;
- het tussenvonnis van de rechtbank van 11 oktober 2006, waarbij de door Goorts& Coppens gevraagde vrijwaring is toegelaten;
- de conclusie van antwoord van Goorts & Coppens met bijlagen;
- het tussenvonnis van de rechtbank van 7 maart 2007;
- de akte overlegging producties van [eisers] met bijlagen;
- de akte van [eisers] van 5 april 2007 met bijlagen;
- de akten van Goorts & Coppens van 10 en 12 april 2007 met bijlagen;
- het proces-verbaal van comparitie van 19 april 2007;
- de akte van Goorts & Coppens;
- de conclusie van repliek tevens akte eiswijziging met bijlagen;
- de antwoordakte eiswijziging van Baudoin & Geene:
- de antwoordakte wijziging van eis van Goorts & Coppens;
- de rolbeslissing van 5 september 2007, waarbij de eisverandering is toegelaten;
- de conclusie van dupliek van Baudoin & Geene met bijlage;
- de conclusie van dupliek van Goorts & Coppens met bijlage.
1.2.Het verloop van de procedure in de vrijwaringszaak 75149 / HA ZA 06-591 blijkt
uit:
- de dagvaarding van Baudoin & Geene tegen Goorts & Coppens;
- de conclusie van antwoord van Goorts & Coppens met bijlagen;
- het tussenvonnis van de rechtbank van 7 maart 2007;
- het proces-verbaal van comparitie van 19 april 2007.
1.3 Het verloop van de procedure in de vrijwaringszaak 76804 / HA ZA 06-852 blijkt uit:
- de dagvaarding van Goorts & Coppens tegen Baudoin & Geene met bijlagen;
- de conclusie van antwoord van Baudoin & Geene;
- het tussenvonnis van de rechtbank van 7 maart 2007;
- het proces-verbaal van comparitie van 19 april 2007.
1.4.Ten slotte is in de hoofdzaak en in de beide vrijwaringszaken vonnis bepaald.
2.De feiten in de hoofdzaak
2.1.Eiseres [eiser 1] en eiser [eiser 2] zijn enig aandeelhouder en bestuurder van The Old Tree Holding BV.
2.2.The Old Tree Holding BV is enig aandeelhouder en bestuurder van IMG Europe BV en International Medical Group IMG BV (laatstgenoemde hierna aangeduid als IMG).
2.3.IMG produceerde en verhandelde onder meer producten voor de medische markt, waaronder producten ten behoeve van eerstelijns hulpverleners.
2.4.In het kader van haar activiteiten heeft IMG in 2001 een overeenkomst gesloten met Pedia Pals ten aanzien van het exclusief verhandelen van de producten van Pedia Pals door IMG in Europa.
2.5.Pedia Pals heeft zaken geleverd aan IMG en IMG ter zake van die levering gefactureerd voor een bedrag van ruim $ 64.000,00.
2.6.In 2003 is er tussen IMG en Pedia Pals een geschil ontstaan. IMG stelde door toedoen van Pedia Pals een schade geleden te hebben van € 121.878,10 wegens te laat ontvangen zaken van Pedia Pals. IMG heeft die schade verrekend met de factuur van Pedia Pals van ruim $ 64.000,00 voor geleverde zaken. Pedia Pals heeft betaling van haar factuur gevorderd. Over dit geschil heeft Pedia Pals op grond van een tussen haar en IMG overeengekomen arbitragebeding een arbitrageprocedure aanhangig gemaakt in de Verenigde Staten.
2.7.IMG heeft zich tot Baudoin & Geene gewend voor advies over de vraag hoe te reageren op die arbitrageprocedure.
2.8.Bij brief van 27 februari 2004 schrijft Baudoin & Geene aan IMG:
“ Geachte mevr[eiser 1],
In de voornoemde kwestie (IMG / Pedia Pals, toevoeging rechtbank) vraag ik uw aandacht voor het volgende. Medio vorig jaar heeft u mij gevraagd of uw relatie, die gevestigd is in de Verenigde Staten, in de VS een procedure tegen u kan starten en zo ja, of dat voor u gevolgen zou kunnen hebben.
Als eerder bericht, is een door een Amerikaanse rechtbank gewezen vonnis niet uitvoerbaar in Nederland, althans worden deze uitspraken in Nederland niet zonder meer erkend.
Heden sprak ik - bij toeval - een advocaat die gespecialiseerd is in internationale procedures en die wees mij erop dat voor arbitrale uitspraken/uitspraken van scheidsgerechten een uitzondering bestaat; er bestaat een verdrag uit 1954 waarbij onder andere de VS en Nederland hebben verklaard arbitrale uitspraken/uitspraken van scheidsgerechten wel te erkennen, zij het onder voorwaarden.
Ik heb hem kort uw situatie geschetst en naar zijn mening is het niet raadzaam om gezien de hoogte van het bedrag in de VS (alsnog) te gaan procederen. Rechtsbijstand is daar zo schrikbarend duur dat de kosten al snel de baten te boven zullen gaan. Bovendien zult u in dat geval mogelijk één of meerdere keren naar de VS moeten afreizen.
Gezien het bestaan van voornoemd verdrag lijkt het mij raadzaam de uit te brengen dagvaarding ook werkelijk in te dienen bij de rechtbank, zodat u mogelijk een Nederlands vonnis kunt verkrijgen. Met dat vonnis kunt u dan beslag onder uzelf leggen, zodat geen bedragen aan Pedia Pals behoeven te worden betaald.”
2.9. Bij verzoekschrift van 1 maart 2004 heeft IMG de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch verzocht om verlof tot het leggen van conservatoir beslag onder zichzelf. Op 3 maart 2004 is dit verlof verleend onder de voorwaarde dat de eis in de hoofdzaak tegen Pedia Pals binnen 14 dagen zou worden ingesteld.
2.10. Op 6 april 2004 heeft IMG Pedia Pals gedagvaard voor de rechtbank
’s-Hertogenbosch en gevorderd Pedia Pals te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 124.328,10 op grond van het feit dat Pedia Pals de met IMG gesloten overeenkomst niet behoorlijk is nagekomen. In deze procedure (zaaknummer 112316 / HA ZA 04-1431) heeft Pedia Pals een bevoegdheids-incident opgeworpen en aangevoerd dat niet de rechtbank maar een arbiter ter zake bevoegd is. De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft bij vonnis van 1 september 2004 overwogen dat IMG niet heeft betwist dat partijen arbitrage in de Verenigde Staten van Amerika zijn overeengekomen en zich onbevoegd verklaard van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen.
2.11. In de arbitrageprocedure is IMG op 20 april 2004 bij verstek veroordeeld tot betaling van $ 220.000,00.
2.12. Bij beschikking van de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 9 juli 2004 is aan Pedia Pals verlof verleend tot tenuitvoerlegging in Nederland van het arbitraal vonnis van 20 april 2004, gewezen tussen Pedia Pals en IMG.
2.13. Op 16 juli 2004 schrijft Baudoin & Geene aan IMG:
“ Geachte mevrouw [eiser 1],
In de voornoemde kwestie (IMG BV / Pedia Pals, toevoeging rechtbank) kan ik u berichten dat de rechtbank te ’s-Hertogenbosch op 9 juli 2004 het arbitrale vonnis uitvoerbaar in Nederland heeft verklaard.
(…)
Voor een aansprakelijkheid in privé behoeft u zich voor zover ik kan nagaan geen zorgen te maken.
De dreiging dat het faillissement zal worden aangevraagd is reëler, doch een aanvrage op basis van een schuldeiser wordt doorgaans afgewezen.
2.14. Op 26 oktober 2004 heeft Pedia Pals de rechtbank ’s-Hertogenbosch verzocht IMG in staat van faillissement te verklaren. IMG heeft Baudoin & Geene verzocht haar in deze procedure bij te staan. Baudoin & Geene heeft Goorts & Coppens met de feitelijke uitvoering van die opdracht belast voor zover daartoe procureursbijstand nodig was.
2.15. Bij beschikking van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 24 november 2004 is het verzoek van Pedia Pals om IMG failliet te verklaren, afgewezen.
2.16. Op 2 december 2004 is Pedia Pals van die beschikking in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch; Pedia Pals heeft het hof verzocht IMG in staat van faillissement te verklaren.
2.17. Op 12 april 2005 heeft de mondelinge behandeling van het hoger beroep plaatsgevonden. [Mr. ...], werkzaam bij Goorts & Coppens, heeft deze mondelinge behandeling bijgewoond.
2.18. Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 april 2005 is IMG op verzoek van Pedia Pals in staat van faillissement verklaard. Het hof heeft zijn beslissing als volgt gemotiveerd:
4.4. Onbetwist staat vast dat Pedia Pals een onbetwiste opeisbare vordering op IMG heeft van
$ 220.124,25, waartoe IMG is veroordeeld bij arbitraal vonnis van 20 april 2004. Bij beschikking van de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 9 juli 2004 is aan Pedia Pals verlof verleend tot tenuitvoerlegging in Nederland van dit vonnis. Het arbitraal vonnis en de beschikking zijn in kracht van gewijsde gegaan. Tot dusver heeft IMG deze opeisbare vordering onbetaald gelaten.
4.5. Tevens staat onbetwist vast dat door IMG geen bedrijfsactiviteiten meer worden verricht. Sedert september 2004 zijn de bedrijfsactiviteiten overgezet naar de nieuwe zustervennootschap IMG Europe B.V. Uit de jaarstukken 2003 van IMG blijkt een groot bedrag aan schulden, namelijk bankschulden van € 116.632,00, handelscrediteuren van € 126.826,00, belasting- en premieschulden van € 19.798,00 en overige schulden van € 188.003,00. Door IMG is niet concreet aangetoond dat die schulden zijn betaald. Voldoende aannemelijk is geworden dat er geen, althans onvoldoende, actief is om alle schulden van IMG te betalen.
4.6. Daarnaast is uit een huurovereenkomst van 18 mei 2004 tussen Abfin Lease & Financiering te Wassenaar en IMG gebleken dat IMG een Lexus RX President met kenteken [kenteken] heeft geleased. Deze overeenkomst heeft een looptijd van 48 maanden, met een te financieren bedrag van € 66.974,00 plus een slottermijnschuld van € 25.000,00.
4.7. Op grond van de feiten en omstandigheden, is het hof van oordeel dat Pedia Pals in voldoende mate aannemelijk heeft gemaakt, dat IMG meer dan één schuldeiser heeft, schulden onbetaald laat en IMG verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.
3. Het geschil
3.1. Na haar eis te hebben veranderd, vordert [eisers] in de hoofdzaak samengevat -:
- te verklaren voor recht dat Baudoin & Geene en Goorts & Coppens een
beroepsfout hebben gemaakt, dan wel wanprestatie hebben gepleegd en/of
onrechtmatig jegens [eisers] hebben gehandeld;
- Baudoin & Geene en Goorts & Coppens hoofdelijk dan wel naar rato van ieders
aansprakelijkheid te veroordelen tot betaling van schadevergoeding aan [eisers] nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- Baudoin & Geene en Goorts & Coppens hoofdelijk dan wel naar rato van ieders
aansprakelijkheid te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de
wettelijke rente over die kosten vanaf twee dagen na betekening van het vonnis.
3.2. [eisers] heeft haar vorderingen gebaseerd op toerekenbare tekortkoming in de nakoming dan wel onrechtmatig handelen door Baudoin & Geene en Goorts & Coppens jegens [eisers]. Daartoe heeft zij aangevoerd dat Baudoin & Geene en Goorts & Coppens niet hebben gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. De schending van deze norm bestaat onder meer uit (het samenhangend geheel van) de volgende gedragingen:
• Baudoin & Geene heeft [eisers] onjuist geadviseerd over de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van het in de Verenigde Staten gewezen arbitraal vonnis in Nederland;
• Toen Baudoin & Geene constateerde dat een dergelijk vonnis in Nederland wel ten uitvoer gelegd kon worden, heeft Baudoin & Geene [eisers] niet geadviseerd en daaraan meegewerkt, om een regeling in der minne te treffen;
• Baudoin & Geene heeft [eisers] geadviseerd om de activiteiten van IMG over te hevelen naar een andere vennootschap en daarin als onderneming voort te zetten dan wel [eisers] niet op de daarmee gepaard gaande risico’s gewezen;
• Baudoin & Geene heeft [eisers] niet voorgelicht over de risico’s bij de executie van het vonnis;
• Baudoin & Geene heeft [eisers] geadviseerd een executiegeschil aanhangig te maken dat bij voorbaat al kansloos was;
• Baudoin & Geene heeft [eisers] niet voorgelicht over de kansen van een dergelijke procedure;
• Hoewel Baudoin & Geene geen advocaten in dienst heeft, heeft zij wel conclusies opgesteld en procedures geëntameerd, waarbij procesvertegenwoordiging verplicht was, daarbij gebruikmakend van de diensten van Goorts & Coppens als procesvertegenwoordiger;
• Goorts & Coppens heeft in strijd met de gedragsregels voor advocaten de dossiers van [eisers] niet inhoudelijk behandeld, maar beschouwd als een veredelde “procureurszaak”;
• Goorts & Coppens heeft de zaken die via Baudoin & Geene bij haar kwamen aan geen enkele inhoudelijke beoordeling onderworpen;
• Goorts & Coppens heeft [eisers] ter voorbereiding op de faillissementsaanvragen in eerste aanleg en hoger beroep in het geheel niet geadviseerd;
• Goorts & Coppens heeft de stukken die [eisers] ter voorbereiding op het hoger beroep aan haar heeft toegezonden niet aan een nadere beoordeling onderworpen;
• Goorts & Coppens voerde met [eisers] überhaupt geen vooroverleg over mogelijke verweren in hoger beroep;
• Goorts & Coppens heeft de door [eisers] overgelegde stukken niet in de hoger beroepsprocedure in het geding gebracht;
• Noch Baudoin & Geene noch Goorts & Coppens heeft de diverse beweerdelijk gegeven adviezen op schrift gezet;
• Goorts & Coppens heeft [eisers] niet op zijn minst aangeboden om de verdere begeleiding na het faillissement van IMG ter hand te nemen, mocht een en ander tot een faillissement leiden.
3.3. Baudoin & Geene en Goorts & Coppens hebben verweer gevoerd.
3.4. In de vrijwaringszaak 75149 / HA ZA 06-591 vordert Baudoin & Geene - samengevat - dat Goorts & Coppens gelijktijdig met het in de hoofdzaak uit te spreken vonnis wordt veroordeeld om aan Baudoin & Geene te betalen al datgene waartoe Baudoin & Geene als gedaagde in de hoofdzaak ten behoeve van [eisers] mocht worden veroordeeld, te vermeerderen met de proceskosten.
3.5. Goorts & Coppens heeft verweer gevoerd.
3.6. In de vrijwaringszaak 76804 / HA ZA 06-852 vordert Goorts & Coppens - samengevat - dat Baudoin & Geene gelijktijdig met het vonnis in de hoofdzaak wordt veroordeeld om aan Goorts & Coppens te betalen al datgene waartoe Goorts & Coppens in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, te vermeerderen met de proceskosten.
3.7. Baudoin & Geene heeft verweer gevoerd.
3.8. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
In de hoofdzaak
4.1. Het meest verstrekkende verweer van Baudoin & Geene en Goorts & Coppens is dat aan [eisers] geen vorderingsrecht toekomt. De rechtbank zal dit verweer het eerst bespreken. Indien de rechtbank moet oordelen dat [eisers] geen vorderingsrecht heeft dan liggen de vorderingen van [eisers] aanstonds voor afwijzing gereed.
4.2. Baudoin & Geene en Goorts & Coppens hebben adviezen gegeven aan IMG c.q. de door IMG opgedragen werkzaamheden uitgevoerd. Eiseres [eiser 1] en eiser [eiser 2] zijn enig aandeelhouder en bestuurder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid van The Old Tree Holding B.V.. Deze vennootschap is op haar beurt enig aandeelhouder en bestuurder van IMG. IMG Europe B.V. is een zustervennootschap van IMG. De rechtbank gaat ervan uit dat de eisers in die hoedanigheid in deze procedure optreden.
4.3. Bij de beoordeling van de vraag of de eisers al dan niet een vorderingsrecht hebben jegens Baudoin & Geene en Goorts & Coppens ter zake van een verstrekking van onjuiste adviezen en/of een onjuiste uitvoering van de opgedragen werkzaamheden dient tot uitgangspunt te worden genomen de norm, zoals deze door de Hoge Raad is geformuleerd in zijn arrest van 2 december 1994, NJ 1995/288 ([...]/ABP).
4.4. De norm uit het arrest [...]/ABP houdt - zakelijk weergegeven - het volgende in. Naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zijn rechtspersonen met een afgescheiden vermogen, die zelfstandig aan het rechtsverkeer deelnemen als dragers van eigen rechten en verplichtingen. Indien een derde aan een dergelijke vennootschap vermogensschade toebrengt door een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een contractuele verplichting jegens de vennootschap of door gedragingen die jegens de vennootschap onrechtmatig zijn, dan heeft alleen de vennootschap het recht uit dien hoofde van de derde vergoeding van deze aan haar toegebrachte schade te vorderen.
4.5. De kern van het arrest [...]/ABP is dat alleen (onderstreping rechtbank) de vennootschap het recht heeft schadevergoeding te vorderen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de Hoge Raad in genoemd arrest een algemene regel geformuleerd en vooropgesteld. Op deze norm kan volgens de Hoge Raad een uitzondering worden aanvaard als er sprake is van een schending van een specifieke zorgvuldigheidsnorm jegens de aandeelhouders. Die specifieke zorgvuldigheidsnorm is dan niet gelegen in de toerekenbare tekortkoming of in de onrechtmatige gedraging van de derde jegens de vennootschap. Dat de Hoge Raad in het vervolg op die algemene regel in dat arrest alleen nog spreekt over aandeelhouders, aan wie geen vorderingsrecht toekomt, komt doordat [...] zijn vordering in de hoedanigheid van aandeelhouder heeft ingesteld. Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank evenwel niet dat anderen die bij de (structuur van) een naamloze of besloten vennootschap betrokken zijn, wel een vorderingsrecht zouden (kunnen) hebben. Met de vooropgestelde algemene regel en het gebruik van het begrip “alleen” brengt de Hoge Raad naar het oordeel van de rechtbank tot uitdrukking dat ook al die betrokken anderen, zoals in het onderhavige geval de bestuurders of een zustervennootschap, het instellen van een vordering tot schadevergoeding moeten overlaten aan de schadelijdende vennootschap zelf. Ook de toegelaten uitzondering heeft niet alleen betrekking op aandeelhouders maar ook op de hiervoor bedoelde betrokken anderen.
4.6. De gedragingen, waarvan [eisers] aan Baudoin & Geene en Goorts & Coppens een verwijt maakt en die volgens [eisers] tot schade hebben geleid, betreffen gedragingen jegens IMG. In dit geval had in beginsel alleen IMG het recht op grond van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming en/of onrechtmatig handelen jegens haar vergoeding van de gestelde schade kunnen vorderen. Een bespreking van de vraag of in deze zaak een uitzondering op de hiervoor weergegeven norm aanvaardbaar is, kan achterwege blijven. [eisers] heeft weliswaar een toerekenbare tekortkoming en onrechtmatig handelen gesteld, maar niet welke specifieke zorgvuldigheidsnorm door Baudoin & Geene en Goorts & Coppens jegens [eisers] in acht genomen had moeten worden.
4.7. Op grond van hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, dienen de vorderingen van [eisers] afgewezen te worden.
in de beide vrijwaringszaken
4.8. Nu de vorderingen van [eisers] in de hoofdzaak worden afgewezen, kan de vordering in elk van de vrijwaringszaken niet slagen. In elk van de vrijwaringszaken zal de vordering worden afgewezen.
In de hoofdzaak en de beide vrijwaringszaken
4.9. [eisers] zal in de hoofdzaak als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van de Baudoin & Geene worden in de hoofdzaak begroot op:
- vast recht € 248,00
- salaris advocaat € 1.356,00 (3 punten x tarief EUR 452,00)
Totaal: € 1.604,00
De kosten aan de zijde van de Goorts & Coppens worden in de hoofdzaak begroot op:
- vast recht € 248,00
- salaris advocaat € 1.356,00 (3 punten x tarief EUR 452,00)
Totaal: € 1.604,00
4.10. In de vrijwaringszaak 75149 / HA ZA 06-591 heeft Baudoin & Geene te gelden als de in het ongelijk gestelde partij en in de vrijwaringszaak 76804 / HA ZA 06-852 is dat Goorts & Coppens; de in het ongelijk gestelde partij zal de proceskosten hebben te dragen. In elk van de vrijwaringszaken worden die kosten aan de zijde van de niet in het ongelijk gestelde partij begroot op salaris advocaat € 452,00
(1 punt x tarief EUR 452,00).
Naar het oordeel van de rechtbank hadden Baudoin & Geene en Goorts & Coppens in de hoofdzaak voldoende belang bij de door elk van hen in vrijwaring ingestelde vordering. In dit geval moet [eisers] niet alleen worden veroordeeld in de proceskosten van de hoofdzaak, maar tevens in de proceskosten van de beide vrijwaringszaken. Om onnodig betalingsverkeer te voorkomen, zal de rechtbank in de vrijwaringszaken geen proceskostenveroordeling uitspreken, maar [eisers] rechtstreeks in de proceskosten van deze zaken veroordelen.
4.11. Mr. P.H.J. Frenay, ten overstaan van wie de comparitie van partijen heeft plaatsgevonden, is inmiddels werkzaam bij een andere rechtbank en niet in de gelegenheid dit eindvonnis mee te wijzen.
5. De beslissing
De rechtbank:
In de hoofdzaak en de beide vrijwaringszaken
5.1. wijst af het gevorderde;
5.2. veroordeelt [eisers] in de proceskosten zowel aan de zijde van Baudoin & Geene als aan de zijde van Goorts & Coppens, voor elk van hen tot op heden begroot op € 2.056,00;
5.3. verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.T.J.F. Verhappen, mr. H.H. Dethmers en mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer en in het openbaar uitgesproken op 7 april 2010.?
lghc