ECLI:NL:RBROE:2010:BN3084
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- O.M. de Lange
- Rechtspraak.nl
Oneerlijk beding in consumentenovereenkomst met betrekking tot telefoonabonnement
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Venlo, heeft de eiseres, Intrum Justitia Nederland B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde met betrekking tot een telefoonabonnement dat voortijdig is beëindigd. De eiseres stelt dat de gedaagde verplicht is tot betaling van resterende contractstermijnen, maar de kantonrechter oordeelt dat deze vordering niet toelaatbaar is. De kantonrechter verwijst naar de EG Richtlijn 93/13/EEG, die oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten verbiedt. De eiseres heeft in haar dagvaarding gesteld dat de gedaagde gehouden is tot betaling van de vaste periodieke kosten over de resterende contractsduur, maar de kantonrechter oordeelt dat deze bepaling als oneerlijk moet worden aangemerkt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiseres haar vordering heeft gebaseerd op de bepalingen uit haar algemene voorwaarden, zonder te verwijzen naar de verplichting tot schadevergoeding op grond van artikel 6:277 lid 1 BW. Dit wordt gezien als een poging om onder de consumentenbescherming uit te komen. De kantonrechter wijst de vordering van de eiseres af voor zover deze ziet op betaling van de resterende abonnementskosten tot het einde van het contract. De kantonrechter merkt op dat de gedaagde niet kan worden verplicht tot compensatie voor de gratis TomTom en mobiele telefoon die door Vodafone zijn verstrekt, aangezien dit tot het ondernemersrisico van Vodafone behoort.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van EUR 160,86, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elk van de partijen de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 4 augustus 2010 door mr. O.M. de Lange, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.