ECLI:NL:RBROE:2011:BR0213
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.C.M. Bomans
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vordering en stuitende werking bij curator in faillissement
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 13 juli 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nationale-Nederlanden Financiële Diensten B.V. en een gedaagde partij. De procedure betreft een vordering van Nationale Nederlanden tot betaling van een bedrag van EUR 68.297,97, voortvloeiend uit een kredietovereenkomst die op 17 augustus 1994 was gesloten. De gedaagde heeft betwist dat hij een kredietovereenkomst met Nationale Nederlanden heeft gesloten en heeft aangevoerd dat de vordering is verjaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van Nationale Nederlanden niet rechtsgeldig is gestuit, omdat de gedaagde niet binnen zes maanden na de opheffing van zijn faillissement op 3 oktober 2007 een nieuwe eis heeft ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de stuitende werking van de oorspronkelijk bij brief van 26 maart 2004 ingediende vordering is vervallen, omdat Nationale Nederlanden niet tijdig een nieuwe eis heeft ingesteld. De rechtbank heeft ook overwogen dat Nationale Nederlanden niet heeft aangetoond dat de gedaagde de brieven van 12 januari 2008 en 5 december 2008 heeft ontvangen, waardoor deze brieven niet als stuitingshandelingen kunnen worden aangemerkt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van Nationale Nederlanden afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, die zijn begroot op EUR 2.977,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is een belangrijke uitspraak met betrekking tot de verjaring van vorderingen en de stuitende werking van vorderingen in faillissement.