ECLI:NL:RBROE:2011:BU2028
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.C.M. Bomans
- Rechtspraak.nl
Verdeling en verrekening van onroerend goed na echtscheiding
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Roermond op 26 oktober 2011, betreft het een geschil tussen een man en een vrouw die onder huwelijkse voorwaarden gehuwd zijn geweest. Het huwelijk is op 4 februari 2010 ontbonden. De man vordert een uitvoerbaar bij voorraad verklaarde verrekening en verdeling van de gemeenschappelijke woningen die tijdens het huwelijk zijn aangeschaft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woningen gefinancierd zijn door middel van hypothecaire geldleningen en eigen vermogen, waarbij de vrouw ook schenkingen en erfenissen heeft ontvangen die niet voor verrekening in aanmerking komen. De rechtbank heeft de peildatum voor de verrekening vastgesteld op juli 2009, en heeft geoordeeld dat de vrouw het vermoeden van artikel 1:141, derde lid BW voldoende heeft ontzenuwd. De rechtbank heeft de verdeling van de opbrengsten van de verkochte woningen vastgesteld, waarbij de vrouw recht heeft op een nominale vergoeding van de door haar gefourneerde bedragen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de hypothecaire lening van de derde woning uitsluitend op naam van de vrouw staat, waardoor verrekening en verdeling niet aan de orde zijn. De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld tot betaling van verschillende bedragen aan de man, waaronder een nominale vergoeding en kosten die door de man zijn gemaakt. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.