ECLI:NL:RBROE:2012:BV2254
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om benoeming van een bijzondere curator in een geschil over vermogensrechtelijke belangen van minderjarigen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond, is een geschil ontstaan tussen de man en de vrouw over de vermogensrechtelijke belangen van hun minderjarige kinderen. De man heeft verzocht om de benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarigen, omdat hij van mening is dat de vrouw onterecht de spaargelden van de kinderen heeft aangewend voor de aankoop van een woning voor zichzelf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw de spaargelden, die elk ruim € 40.000,00 bedragen, heeft gebruikt zonder toestemming van de man, wat volgens hem niet toegestaan was. De rechtbank heeft de zaak op 11 januari 2012 behandeld en geconcludeerd dat het geschil niet onder de gezagskwesties valt zoals bedoeld in artikel 1:253a BW, maar eerder een geschil van vermogensrechtelijke aard betreft.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de procedure door een dagvaarding ingeleid had moeten worden, aangezien het geen zaak betreft zoals bedoeld in artikel 261 lid 2 Rv. De rechtbank heeft de man opgedragen om het verzoekschrift te verbeteren en binnen een week aan de vrouw te betekenen. Tevens is de zaak verwezen naar het team handel, sector civiel, voor verdere behandeling. De kinderrechter heeft partijen de gelegenheid gegeven om hun stellingen aan te passen en heeft opgemerkt dat ook de (handels)rechter de bevoegdheid heeft om een bijzondere curator te benoemen indien dit in het belang van de minderjarigen noodzakelijk is.
De beschikking is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en de rechtbank heeft de zaak op 1 februari 2012 op de rol gezet voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het omgaan met de vermogens van minderjarigen en de rol van de rechter in het beschermen van hun belangen.