ECLI:NL:RBROE:2012:BV2269
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling ondanks bezwaar van een schuldeiser
Op 19 januari 2012 heeft de Rechtbank Roermond uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van een verzoeker tot de schuldsaneringsregeling (WSNP), ondanks het bezwaar van een schuldeiser. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 288 lid 1 sub b van de Faillissementswet (Fw) de schuldenaar te goeder trouw moet zijn geweest ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek om schuldsanering. De rechtbank benadrukt dat 'goeder trouw' een gedragsmaatstaf is die in de context van de faillissementswet moet worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
In deze zaak heeft de schuldeiser de verzoeker verweten dat hij geen pogingen heeft ondernomen om zijn schuld te voldoen. De rechtbank constateert echter dat de verzoeker geen enkele schuld heeft kunnen voldoen en dat hij zich heeft ingespannen om tot een oplossing voor al zijn schuldeisers te komen. De rechtbank oordeelt dat er geen bewijs is dat de schuld van de schuldeiser met voorrang moet worden voldaan en dat de gestelde verzwijgingen niet zijn aangetoond. De rechtbank is van mening dat de schulden van de verzoeker te goeder trouw zijn ontstaan.
De rechtbank spreekt de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van de verzoeker en benoemt mr. K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk tot rechter-commissaris en A. Brekelmans tot bewindvoerder. De rechtbank geeft de bewindvoerder de opdracht om aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen te openen voor de duur van dertien maanden en verklaart dat alle gelegde bijzondere beslagen op het loon en/of uitkering van de verzoeker met onmiddellijke ingang vervallen. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.