ECLI:NL:RBROE:2012:BV2524

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
25 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
108723 / FA RK 11-738 2
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor emigratie van minderjarigen naar Turkije

In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 25 januari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een moeder en een vader over de toestemming voor de moeder om met hun minderjarige kinderen naar Turkije te verhuizen. De moeder, van Turkse afkomst, heeft een nieuw leven in Turkije willen opbouwen met haar nieuwe echtgenoot. De rechtbank heeft in haar overwegingen het belang van de minderjarigen en de belangen van beide ouders tegen elkaar afgewogen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verhuizing goed voorbereid is, met een baan en huisvesting in Turkije. De raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd om de verhuizing toe te staan, mits er een zorgregeling wordt vastgesteld om het contact tussen de vader en de kinderen te waarborgen.

De vader heeft echter zijn zorgen geuit over de gevolgen van de verhuizing voor de ontwikkeling van de kinderen en betwist de mogelijkheid van de moeder om het contact met hem te onderhouden. Hij heeft ook aangegeven dat de moeder het belang van de kinderen niet vooropstelt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verhuizing ingrijpende gevolgen heeft voor de contacten tussen de vader en de kinderen, maar heeft uiteindelijk geoordeeld dat de moeder de toestemming moet krijgen om te verhuizen. De rechtbank heeft daarbij ook de passieve houding van de vader ten opzichte van de zorg voor de kinderen in aanmerking genomen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
Zaaknummer: 108723 / FA RK 11-738
Beschikking van 25 januari 2012 betreffende ouderlijke verantwoordelijkheden
in de zaak van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen de moeder,
advocaat: mr. C.A.M.J.M. Joosten;
tegen:
[de vader],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. Z.M. Alaca.
Als belanghebbende merkt de rechtbank tevens aan de minderjarigen:
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2007,
[minderjarige 2] (hierna [minderjarige 2]), geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2003.
1. Het verdere verloop van de procedure
1.1. Dit blijkt uit het volgende:
- de tussen partijen gegeven beschikking d.d. 10 augustus 2011;
- het ingekomen rapport en advies d.d. 4 oktober 2011 van de raad voor de kinderbescherming te Roermond;
- de nadere mondelinge behandeling, welke heeft plaatsgevonden op 22 december 2011 en waarbij zijn verschenen:
- de ouders, bijgestaan door hun advocaten;
- een tolk in de Turkse taal voor de vader;
- [vertegenwoordiger RvdK], namens de raad voor de kinderbescherming.
2. De vaststellingen en overwegingen
2.1. Bij voormelde beschikking heeft de rechtbank de raad verzocht rapport en advies
uit te brengen over de vraag of emigratie in het belang van de minderjarigen is en hoe de
zorgregeling dan ingevuld dient te worden. Voorts heeft de rechtbank de beslissing over de
vervangende toestemming om te mogen emigreren en de beslissing over de proceskosten
aangehouden.
2.2. De raad voor de kinderbescherming adviseert toewijzing van het verzoek van de
moeder om vervangende toestemming om met de minderjarigen te verhuizen naar Turkije.
De raad adviseert voorts vaststelling van een zorgregeling, in die zin dat de moeder ervoor
zorgt dat het contact tussen de vader en de minderjarigen gestimuleerd wordt met
gebruikmaking van e-mailverkeer, webcam en telefoon. De raad acht het van belang dat de
vader tijdens de zomervakantie in Turkije – uitgaande van een vakantieperiode van drie
maanden – de minderjarigen voor een periode van maximaal zes weken bij zich mag
hebben. In het geval de moeder één of tweemaal per jaar naar Nederland komt met de
minderjarigen acht de raad het van belang dat de vader hen kan zien.
2.3. De moeder heeft verklaard dat in het geval haar verzoek over de vervangende
toestemming om te emigreren met de minderjarigen wordt toegewezen, zij er alles aan zal
doen om het contact tussen de vader en de minderjarige te onderhouden (via de webcam,
telefoon, gedurende de vakanties in Nederland van de minderjarigen of de vakanties van de
vader in Turkije).
2.4. De vader heeft verklaard dat er geen waarde gehecht dient te worden aan de
rapportage van de raad, want er is geen onderzoek gedaan in Turkije en omdat in het geval
het advies van de raad gevolgd zal worden de contacten tussen de vader en de minderjarigen
beperkt zullen worden. Volgens de vader zet de moeder het belang van de minderjarigen
niet voorop. De minderjarigen zijn gehecht aan de vader en de minderjarigen hebben de
Nederlandse nationaliteit. De moeder wil hen nu meenemen naar een vreemd land. De vader
vindt dit geenszins in het belang van de minderjarigen. De vader gelooft niet dat de moeder
werk in Turkije heeft geregeld. De vader heeft er ook geen vertrouwen in dat de moeder het
contact tussen hem en de minderjarigen zal stimuleren. Volgens de vader is een verhuizing
naar Turkije slecht voor de gezondheid van de minderjarigen.
2.5. Het oordeel van de rechtbank
2.5.1. Tussen partijen is in geschil of de moeder met de minderjarigen naar Turkije mag verhuizen. Artikel 1:253a, eerste lid, BW bepaalt dat in geval van gezamenlijke gezagsuitoefening geschillen tussen de ouders op verzoek van beiden of een van hen aan de rechtbank kunnen worden voorgelegd. De rechtbank heeft ter terechtzitting op de voet van het vijfde lid van voornoemd artikel een vergelijk tussen partijen beproefd. Gebleken is dat partijen niet in onderling overleg tot een gezamenlijke oplossing kunnen komen. De rechtbank zal derhalve in het navolgende het verzochte inhoudelijk beoordelen en een beslissing nemen die haar in het belang van de minderjarigen wenselijk voorkomt.
De rechtbank stelt in dit kader voorop dat zij daarbij alle omstandigheden van het geval in acht dient te nemen. Dit betekent dat de rechtbank naast het zwaarwegende belang van de minderjarigen, ook de belangen van elk van de ouders in haar afweging zal betrekken (HR 25 april 2008, LJN: BC5901).
2.5.2. Uitgangspunt is dat het de ouder bij wie de minderjarige zijn gewone verblijfplaats heeft, in beginsel is toegestaan met de minderjarige te verhuizen. Dit kan echter anders liggen in geval van emigratie, omdat dit ingrijpende gevolgen kan hebben voor het contact tussen de minderjarige en de ouder bij wie de minderjarige niet zijn gewone verblijfplaats heeft.
2.5.3. Het belang van de moeder om met de minderjarigen te verhuizen naar Turkije acht de rechtbank duidelijk. De moeder is van Turkse afkomst, is opnieuw gehuwd met een Turkse man die in Turkije woont, en zij wil met de minderjarigen en haar nieuwe echtgenoot een nieuw leven opbouwen in Turkije. De moeder heeft voldoende aannemelijk
gemaakt dat een verhuizing naar Turkije doordacht en voorbereid is. De moeder heeft naar eigen zeggen een baan geregeld in Turkije, heeft huisvesting en er is een school geregeld voor de minderjarigen. Ten aanzien van de handicap van de minderjarige [minderjari[minderjarige 2] ziet de rechtbank evenals de raad geen contra-indicaties die een emigratie in de weg staan.
2.5.4. Tegenover het belang van de moeder bij een verhuizing naar Turkije met de minderjarigen, staat het belang van de vader en van de minderjarigen bij regelmatig contact met elkaar.
Indien de moeder met de minderjarigen naar Turkije verhuist, kan de huidige zorgregeling (van eenmaal per week gedurende circa enkele uren) niet gehandhaafd blijven.
Voorts heeft de vader zijn zorgen geuit over de gevolgen van een verhuizing naar Turkije voor de ontwikkeling van de minderjarigen.
2.5.5. De rechtbank stelt vast dat een verhuizing van de minderjarigen naar Turkije ingrijpende gevolgen heeft voor de contacten tussen de vader en de minderjarigen.
Dit geldt eveneens voor wat betreft de school en leefomgeving van de minderjarigen.
2.5.6. Al het voorgaande in aanmerking genomen en de belangen van alle betrokkenen tegen elkaar afwegend, is de rechtbank van oordeel dat de moeder vervangende toestemming dient te worden verleend om met de minderjarigen naar Turkije te verhuizen.
De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat de moeder en de minderjarigen een Turkse achtergrond hebben, de Turkse taal spreken en voor de minderjarigen de Turkse culturele gebruiken en rituelen gezien hun geloofsovertuiging (Islam) en hun opvoeding niet onbekend zijn. De moeder wil samen met haar nieuwe Turkse echtgenoot in Turkije een nieuw leven beginnen. De vader en de moeder zijn neef en nicht van elkaar en zij wil loskomen van de bemoeizucht van haar familie.
Wat betreft de inperking van de contacten met de vader merkt de rechtbank op dat uit de stukken voldoende is gebleken dat de vader al gedurende geruime tijd jegens de minderjarigen een passieve houding inneemt, niet mee gaat naar medische- of schoolafspraken en de afspraken omtrent de zorgregeling niet nakomt. De vader maakt slechts beperkt gebruik van de eerder vastgestelde zorgregeling en komt dan weleens te laat of komt niet op de afgesproken tijd.
Het komt de rechtbank dan ook voor dat de vader geen aanmerkelijke zorg- en opvoedtaken op zich neemt ten aanzien van de minderjarigen, dit terwijl het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouder omvat om zijn kind te verzorgen en op te voeden. Zo woont de vader ook nog steeds in een woning met één slaapkamer, zodat sedert de echtscheiding een overnachting van de minderjarigen bij de vader niet heeft kunnen plaatsvinden.
De rechtbank merkt ten slotte nog op dat de vader desgevraagd heeft verklaard dat het vaststellen van een zorgregeling – in het geval het verzoek van de moeder om vervangende toestemming toegewezen wordt – geen zin heeft, omdat de relatie tussen de ouders verstoord is, de moeder hem niet informeert en het moeilijk is om een Nederlandse beslissing over de zorgregeling te executeren in Turkije. Nu een verzoek tot het vaststellen van een zorgregeling derhalve niet aan de rechtbank voorligt, kan de rechtbank dit ook niet in haar beslissing betrekken. De moeder heeft echter ter zitting uitdrukkelijk verklaard dat zij de contacten tussen de vader en de minderjarigen middels de communicatie-mogelijkheden (e-mail, webcam en telefoon) zal voortzetten en er omgang zal plaatsvinden tussen de vader en de minderjarigen gedurende de vakanties van de vader in Turkije en de vakanties van de minderjarigen in Nederland.
Mitsdien beslist de rechtbank als volgt.
3. De beslissing
De rechtbank:
3.1. verleent de moeder toestemming met voormelde minderjarigen te verhuizen naar de Turkije;
3.2. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
3.3. wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.A.M.C. van de Winkel, kinderrechter en ter openbare terechtzitting van 25 januari 2012 uitgesproken, in tegenwoordigheid van de griffier.
no
Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld door indiening van een beroepschrift bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze uitspraak is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak; door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening van de uitspraak of nadat de uitspraak hun op andere wijze bekend is geworden.