ECLI:NL:RBROE:2012:BY1111

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
31 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
112622 / HA ZA 11-617
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.C.M. Bomans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en ontbinding koopovereenkomst wegens non-conformiteit van een voertuig

In deze zaak vorderde eiseres, een consument, schadevergoeding en ontbinding van de koopovereenkomst met Hansen B.V. wegens non-conformiteit van een Nissan Qashqai. De auto, gekocht op 3 januari 2009, vertoonde vanaf december 2009 schakelproblemen. Eiseres had meerdere keren reparaties laten uitvoeren, maar de problemen bleven aanhouden. Op 21 augustus 2010 viel de auto definitief stil. Eiseres stelde dat de schade aan de versnellingsbak het gevolg was van een productfout, terwijl Hansen B.V. betwistte dat er sprake was van een gebrek en stelde dat de schade was veroorzaakt door onjuist schakelen door eiseres.

De rechtbank beoordeelde de zaak aan de hand van twee expertiserapporten: het CED-rapport van P.T.A. Lentjes en het ITEB-rapport van Frank Cuppers. Beide rapporten concludeerden dat de schade aan de versnellingsbak het gevolg was van de wijze van schakelen door de bestuurder, en niet van een intern gebrek aan de auto. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet kon aantonen dat de schade het gevolg was van een aanwijsbare product- of materiaalfout. De rechtbank wees de vorderingen van eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten.

In reconventie vorderde Hansen B.V. onder andere betaling van stallingskosten en kosten voor een leenauto. De rechtbank oordeelde dat eiseres deze kosten verschuldigd was, omdat zij de leenauto had geaccepteerd en niet had betwist dat deze kosten in rekening konden worden gebracht. De rechtbank wees de vorderingen van Hansen B.V. toe, met uitzondering van enkele niet onderbouwde vorderingen. De rechtbank concludeerde dat de koopovereenkomst niet was ontbonden en dat Hansen B.V. niet schadeplichtig was jegens eiseres.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 112662 / HA ZA 11-617
Vonnis van 31 oktober 2012
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M.J.M. Strijbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AUTOBEDRIJF HANSEN B.V.,
gevestigd te Venray,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R.H.A. Julicher.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Hansen B.V. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 april 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 21 augustus 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Partijen hebben op 3 januari 2009 een schriftelijke overeenkomst tot koop van een Nissan Qashqai (auto) tegen een nieuwprijs van € 28.000,00 gesloten. De auto is op 24 april 2009 geleverd.
2.2. In december 2009 heeft [eiseres] zich met klachten over de wijze van schakelen van de auto tot Hansen BV gewend. Op 29 december 2009, 18 januari 2010 en 8 maart 2010 zijn naar aanleiding van de klachten diverse reparaties en een onderhoudsbeurt uitgevoerd.
2.3. Op 19 maart 2010 heeft [eiseres] dealer [dealer A] te Meijel benaderd voor een second opinion.
2.4. Op 2 juni 2010 is de versnellingsbak gereviseerd door een revisiebedrijf te Lottum.
2.5. Op 27 juli 2010 bleek dat de steun van de versnellingsbak was gebroken. Deze steun is onder garantie vervangen.
2.6. Omstreeks juli/augustus 2010 heeft [eiseres] het garagebedrijf [garagebedrijf B] te Vredepeel benaderd om nog eens iemand anders de klacht te laten beoordelen.
2.7. Op 21 augustus 2010 is de auto definitief stilgevallen. Sindsdien staat de auto op het bedrijf van Hansen BV.
2.8. In opdracht van Hansen BV is door P.T.A. Lentjes van CED een expertiserapport (CED-rapport) opgesteld gedateerd 25 oktober 2010. In dat rapport is onder andere het volgende opgenomen:
‘In een onderhoud met de beide eigenaren, met name de heer [echtgenoot eiseres] en mevrouw [eiseres] vernamen in de kwestie, samenvattend het volgende:
...
De eigenaren besloten om dealer [dealer A] te Meijel te bezoeken, hier werd verteld dat de versnellingsbak goed schakelde en dat het schakelmechanisme mogelijk gesmeerd diende te worden.
...
Met de dealer werden diverse proefritten gemaakt, waarbij de eigenaren telkens te horen kregen dat het voertuig goed schakelde. De eigenaren hadden inmiddels aangegeven dat het probleem soms erger aanwezig was en soms in meerdere mate....
....
Ook hebben wij (rechtbank: de deskundige) contact opgenomen met het garagebedrijf te Vredepeel omtrent diens bevindingen. Wij vernamen van de heer [van garegebedrijf B] dat hij geen bijzonderheden had waargenomen aan het schakelgedrag van de Nissan. Hij had de eigenaren wel geadviseerd om de kogel van de schakelpook te laten smeren. Het schakelgedrag van de Nissan werd door de heer [van garagebedrijf B] omschreven als normaal voor een ‘Renault bak’.
Wij hebben ons ook begeven naar het revisiebedrijf te Lottum om informatie in te winnen over de uitgevoerde versnellingsbak reparatie. Wij vernamen van de heer [van revisiebedrijf te Lottum] dat de onderdelen van de 3e versnelling en de achteruit versnelling vrij ernstig mechanisch beschadigd waren geraakt.
...
Het schadebeeld werd omschreven als vrij ernstige schade aan de schakelvertanding door mogelijk schakelen zonder koppeling en/of het niet geheel vrij komen van de koppeling.
...
De haakse aluminium steun was tot 2 maal toe gebroken. Beide steunen waren op exact dezelfde plaats gebroken. Het breukvlak van de beide aluminium steunen duidde op een breuk die is veroorzaakt door plotseling geweld. Aan de beide steunen troffen wij geen sporen aan die duidden op montage fouten en/of een inleiding van scheur- of breukvorming. Gezien de beschadigingen aan de schroefdraad van de bevestigingsgaten van deze steun op het versnellingsbakhuis, hebben wij op beide steunen geen feiten aangetroffen die duidden op het (lang) loszitten van de steunen. Gezien de positie van de steun en het aangetroffen schadebeeld, is de steun ons inziens gebroken door een bepaalde vorm van geweld, bij een naar voren bewegende actie of beweging van de versnellingspook.
....
Aan de versnellingbak hebben wij, op basis van aantoonbare technische feiten, geen zaken aangetroffen die duiden op een bepaalde inwendige mechanische schade en duiden op slecht schakelen.
Bezien wij echter de aard en omvang van het algeheel aangetroffen schadebeeld: sporen van slijtage aan de synchromesh ringen (de extreme schade door een bepaalde mate van geweld aan de schakelmof van de 1e en 2e versnelling, de ernstige slijtage aan de zoekkanten van alle naar voren bewegende in te schakelen versnellingen, het tot twee maal toe breken van de schakelkabel steun), dan zijn wij van mening dat de oorzaak van de schade in de inzet, rijstijl dan wel gebruiksomstandigheden gezocht dient te worden. Opvallend hierbij is dat alle schade zich voordoet in de naar voren (duwende) schakelende versnellingen, met name de 1e, 3e en 5e versnelling. Opgemerkt hierbij kan worden dat het krachtenspel, wat bij deze inschakelingen ontstaat, overeen komt met het aangetroffen schadebeeld. Ook de aluminium steun van de schakelkabels is naar onze mening tot twee maal toe gebroken door een naar voren duwende beweging ten gevolge van een bepaalde grote kracht.
....
Ook de (uit)gebroken ringdelen van deze betreffende schakelmof moeten zijn ontstaan door een te grote extreme kracht die alleen kan worden overgebracht door de schakelvork. Verder is het naar onze mening opvallend te noemen dat de onderdelen van de derde versnelling in zeer korte tijd extreem snel mechanisch beschadigd zijn geraakt, met een vergelijkbaar extreem schadebeeld als bij de eerste reparatie.
Conclusie:
Naar aanleiding van onze bevindingen en de door ons vastgestelde schadeoorzaak concluderen wij als volgt. Wij zijn van mening, dat zonder met het voertuig te hebben kunnen rijden door de ontstane omstandigheden, op basis van de hierboven omschreven technische feiten, niet kan worden aangetoond dat de huidige inwendige mechanische schade het gevolg is van een aanwijsbare product- en/of materiaal fout. Gelet op het algehele aangetroffen schadebeeld is schade ontstaan aan componenten waarop de berijder van het voertuig een sterke invloed heeft, waardoor wij van mening zijn dat de oorzaak van deze schade in de gebruiks omstandigheden gezocht dient te worden.
2.9. In opdracht van [eiseres] is door Frank Cuppers van ITEB schadeservices een expertiserapport (ITEB-rapport) gedateerd 27 juli 2011 opgesteld. In het rapport is onder andere het volgende opgenomen:
De heer [van revisiebedrijf te Lottum] (rechtbank: van het revisiebedrijf te Lottum) verklaarde dat er zijns inziens geen gebrek of ander technische oorzaak voor deze schade aanwezig is. De schade zou zijns inziens zijn veroorzaakt door het schakelen zonder te koppelen.
.....
De heer [werkplaatschef] werkplaatschef van Nissan/Renault Heurkens te Weert heeft de schade aan de versnellingsbak beoordeeld.
....
De heer [werkplaatschef] heeft de beschadigde onderdelen geïnspecteerd en aangegeven dat de borgmoer van de primaire as in de draadwindingen metaalgruis heeft zitten en dus niet ver genoeg op de as kan hebben gezeten op het moment dat de versnellingsbak vastliep. De heer [werkplaatschef] heeft de moer op de as geplaatst en deze gaat er dan als gevolg van het metaalgruis maar voor een gedeelte op, waardoor de as niet zit opgesloten en er speling op de as ontstaat. De heer [werkplaatschef] verklaarde van mening te zijn dat de borgmoer is losgelopen waardoor er speling op de as is ontstaan en voertuig steeds lastiger is gaan schakelen.
...
De heer [van revisiebedrijf te Heythuysen] van revisiebedrijf [revisiebedrijf ] te Heythuisen heeft de beschadigde delen geïnspecteerd en verklaarde dat op basis van het metaalgruis in de borgmoer van de primaire as, dat deze mogelijk is losgelopen.
....
Tijdens mijn inspectie van de beschadigde delen heb ik vast kunnen stellen dat de borgmoer van de primaire as vijf draadwindingen vol metaalgruis zit. Als de moer op de as wordt geplaatst gaat deze er als gevolg van het metaalgruis niet ver genoeg op. De borgmoer kan op de as worden gedraaid tot de eerste draadwinding waarin zich het metaalgruis bevindt. Aan de onderzijde van de borgmoer ontstaat er speling. De speling is groot genoeg om de as te laten bewegen. Als gevolg van de speling op de as en de schuine vertanding van de tandwielen zal het voertuig lastig in zijn volgende versnelling te schakelen zijn. De speling zal eerst moeten worden opgeheven alvorens het voertuig naar de volgende versnelling geschakeld kan worden, meerdere malen koppelen is dan noodzakelijk. Naarmate de speling groter zal worden, zal het schakelen steeds lastiger worden, om dan te kunnen schakelen zal er flinke druk op de inwendige schakeldelen van de versnellingsbak moeten worden uitgeoefend.
Het schakelen zal dan gepaard gaan met een flink mechanisch bijgeluid.
...
Aan het ringdeel van schakelmof van 1e en 2e versnelling heb ik geen inleidende breuk kunnen vaststellen, maar een krachtbreuk. De krachtbreuk is als gevolg van grote druk van schakelvork tegen het ringdeel ontstaan.
De schakelsteun op de versnellingsbak is tot twee maal toe gebroken. Het eerste maal voor de revisie van de versnellingbak en het tweede maal bij het vastlopen van de versnellingsbak. Beide steunen vertonen een gelijk schadebeeld en geen inleidende breuk, maar een krachtbreuk.
....
conclusie
Naar aanleiding van mijn technisch onderzoek kan ik concluderen dat de draadwindingen van de borgmoer voor zover deze boven de as uitsteken zijn vervuild met metaalgruis uit de versnellingsbak. Mijn inziens kan deze vervuiling alleen ontstaan als de borgmoer van de primaire as losgelopen is. Na demontage van de deksel van de versnellingbak zal het aanwezige residu van olie en metaalgruis voor het grootste gedeelte uit de deksel weglekken. Er blijft niet voldoende residu achter om de borgmoer in die mate te vervuilen als door mij geconstateerd. De vervuiling van de borgmoer is ontstaan toen de versnellingsbak zich nog helemaal in gemonteerde toestand bevond. Door het loslopen van de borgmoer is er speling op de as ontstaan met schakelproblemen en bijgeluid als gevolg. De heer [echtgenoot eiseres] (rechtbank: echtgenoot van [eiseres]) heeft mijn inziens doorgereden na het ontstaan van bovengenoemde problemen en geluiden.
De versnellingen zijn geschakeld door druk uit oefenen op de inwendige schakeldelen tot het ringdeel van de schakelmof van de 1e en 2e versnelling is afgebroken. Het afgebroken ringdeel is in delen door de versnellingsbak gaan bewegen met het vastlopen van de versnellingbak tot gevolg.
Het loslopen van de borgmoer van de primaire as is mijn inziens de aanleiding tot het ontstaan van de problemen met schakelen na de uitgevoerde revisie. De oorzaak van het loslopen van de borgmoer kan ik op basis van technische feiten niet vaststellen.
....
Mijn bevindingen en conclusies heb ik besproken met de eerste expert de heer P. Lentjes bij de Firma PTS Lottum in het bijzijn van de heer [van revisiebedrijf te Lottum]. De beschadigde delen van de versnellingsbak inclusief de borgmoer met de vervuilde draadwindingen zijn in mijn bijzijn door de heer P. Lentjes en de heer [van revisiebedrijf te Lottum] geïnspecteerd. De heer [van revisiebedrijf te Lottum] geeft aan dat de vervuiling van de draadwindingen in de borgmoer zijn ontstaan na demontage van de versnellingsbak in delen. De borgmoer zou vervuild zijn geraakt als het gevolg van het opbergen van de borgmoer in de deksel van versnellingbak. De deksel van de versnellingsbak zou voor een gedeelte vol hebben gestaan met een residu van olie en metaalgruis. De heer [van revisiebedrijf te Lottum] heeft de borgmoer ontdaan van het metaalgruis en weer op de as geplaatst. De borgmoer gaat dan wel ver genoeg op de as om de speling op te heffen. De heer P. Lentjes en de heer [van revisiebedrijf te Lottum] zijn van mening dat de borgmoer niet is losgelopen maar vervuild is geraakt met het metaalgruis als gevolg van de demontage werkzaamheden. De heer P. Lentjes geeft aan het eens te zijn met de verklaring van de heer [van revisiebedrijf te Lottum] omtrent het ontstaan van de vervuiling van de borgmoer en is van mening dat deze niet is losgelopen, met het vastlopen van de versnellingsbak als gevolg.
3. Het geschil
in conventie
3.1. [eiseres] vordert - samengevat - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. te verklaren voor recht dat [eiseres] de litigieuze koopovereenkomst op juiste gronden buitengerechtelijk heeft ontbonden en dat Hansen BV deswege schadeplichtig is jegens haar,
2. Hansen BV te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van € 27.000,00 ter zake van hoofdsom en € 5.092,71 ter zake van schadevergoeding,
met veroordeling van Hansen BV in de proceskosten.
3.2. Hansen B.V. voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4. Hansen B.V. vordert samengevat - bij (gedeeltelijk) uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. te verklaren voor recht dat de koopovereenkomst tussen partijen niet is ontbonden en te verklaren voor recht dat Hansen BV niet schadeplichtig is jegens [eiseres],
2. [eiseres] te veroordelen tot betaling van:
- € 3.254,65 ter zake van stallingsgeld met ingang van 8 februari 2012 te vermeerderen met € 5,95 per dag,
- € 10.280,00 ter zake van kosten leenauto met ingang van 8 februari 2012 te vermeerderen met € 20,00 per dag,
- € 1.100,00 ter zake van expertisekosten,
- € 821,11 ter zake van aan schade besteed uurloon,
alsmede om bovenstaande bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 8 februari 2012 en de buitengerechtelijke kosten,
3. te verklaren voor recht dat indien en voor zover de koopovereenkomst van 3 januari 2009 tussen partijen is ontbonden dan wel ontbonden zal worden, dat op [eiseres] de verplichting rust om binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis en op straffe van een dwangsom van
€ 100,00 per dag medewerking te verlenen aan het overdragen van de eigendom van de auto met kenteken [kenteken 1], zulks met afgifte van de auto en alle op de auto betrekking hebbende bescheiden,
4. [eiseres] te veroordelen om aan Hansen BV de leenauto met kenteken [kenteken 2] te retourneren binnen 3 dagen na de datum van dit vonnis op straffe van een dwangsom van
€ 50,00 per dag,
met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten,
3.5. [eiseres] voert verweer.
3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. [eiseres] heeft haar vordering gebaseerd op schending door Hansen BV van de garantieverplichting en op non-conformiteit van de auto. Zij heeft daaraan het volgende ten grondslag gelegd. De auto is in april 2009 geleverd. In december 2009 zijn schakelproblemen ontstaan. De auto schakelde moeilijk van de eerste naar de tweede versnelling en van de tweede naar de derde versnelling. Hansen BV heeft verschillende malen reparaties aan de versnellingsbak uitgevoerd c.q. laten uitvoeren zonder dat het door [eiseres] gesignaleerde probleem, met in het bijzonder het slecht schakelen in bepaalde versnellingen, ooit naar behoren is verholpen. [eiseres] is meerdere malen naar Hansen BV geweest om de auto te laten herstellen. Op 19 maart 2010 is de echtgenoot van [eiseres] met de auto naar de firma [dealer A] te Meijel gegaan om te vragen of het schakelgedrag van de auto normaal was. [dealer A] zou hebben gezegd dat de auto droog schakelde en hebben geadviseerd om de versnellingsbak te smeren. Dat is niet gebeurd. Ook na het reviseren van de versnellingsbak door [van revisiebedrijf te Lottum] te Lottum in juni 2010 bleven de schakelproblemen zich voordoen. Op 27 juli 2010 kon er helemaal niet meer geschakeld worden ten gevolge van een afgebroken steun op de versnellingsbak. De steun is onder garantie vervangen. Daarna bleven de schakelproblemen zich voordoen, in het bijzonder het slecht schakelen in bepaalde versnellingen. [eiseres] betwist dat zij heeft geschakeld zonder te ontkoppelen. Op 21 augustus 2010 is de auto definitief stilgevallen.
Van een nieuwe auto met relatief weinig gereden kilometers behoeft niet verwacht te worden dat binnen een jaar na aankoop er zodanige problemen met de versnellingsbak ontstaan dat de auto uiteindelijk definitief stil valt. Uit het rapport van ITEB blijkt dat de wijze van schakelen en het stilvallen van de auto het gevolg is van het loslopen van de borgmoer van de primaire as.
4.2. Hansen BV heeft de gestelde schending van de garantieverplichting alsmede de non-conformiteit betwist. Zij heeft aan haar verweer het volgende ten grondslag gelegd. In december 2009 heeft [eiseres] geklaagd over de schakeling. Monteurs hebben toen in de auto van [eiseres] gereden om te constateren of er een hapering was. Dat was niet het geval. De auto schakelt zoals een Nissan Qashai (NQ) hoort te schakelen. Bij het schakelen hoor je een geluid, een soort klik. Alle schakelbakken van dit type auto hebben deze eigenschap. [eiseres] was gewend in een Volkswagen Golf te rijden en de schakelinrichting daarvan is qua gevoel anders. De wijze van schakelen is een kenmerk van de NQ. Hansen BV heeft er de nodige tijd en energie in gestoken om het probleem voor [eiseres] op te lossen, maar de bouw en het karakter van een versnellingsbak kan Hansen BV niet veranderen. Hansen BV heeft aan [eiseres] een andere auto ter beschikking gesteld van hetzelfde type. De echtgenoot van [eiseres] heeft hierin gereden en heeft gezegd dat die auto hetzelfde schakelde als de auto van [eiseres]. In verband met de mededeling van [dealer A] uit Meijel dat de versnellingsbak gesmeerd moest worden heeft Hansen BV navraag gedaan bij de importeur. Die deelde mede dat de versnellingsbak juist niet gesmeerd moest worden omdat het een droog type schakelsysteem is en smeren niet bevorderlijk zou zijn voor de werking van de versnellingsbak.
4.3. Naar mening van Hansen BV is de schade aan de versnellingsbak kennelijk moedwillig tot stand gekomen door [eiseres], wellicht uit onvrede over de wijze waarop de auto schakelt. Op 26 juli 2010 bleek een steun op de versnellingsbak te zijn afgebroken. Dit is een vreemde schade. De versnellingsbak werkt namelijk middels kabels. Deze kabels worden vanuit de versnellingspook naar achteren geleid door c.q. middels een steun. De steun heeft op zich geen ander doel dan de kabel te geleiden. Daar waar de steun is afgebroken dient dus geconcludeerd te worden dat er een aanzienlijk kracht op de kabels is uitgeoefend. Overigens geen kracht die vanuit de versnellingsbak is vrijgekomen aangezien de auto anders gewoon ‘uit de versnelling’ was geschoten. Ook hier derhalve een krachtinwerking die Hansen BV terugherleidt tot een moedwillig handelen van [eiseres]. Hansen BV betwist dat de oorzaak van de schade het gevolg is van een intern gebrek van de auto, in het bijzonder van het loslopen van de borgmoer zoals door [eiseres] gesteld. Indien de borgmoer was losgelopen dan zouden de eerste tot en met vierde versnelling en de achteruit gewoon functioneren. Bovendien zou er dan een beschadiging aan de bovenkant van het versnellinghuis moeten zitten en daarvan was geen sprake.
De oorzaak is gelegen in de wijze van schakelen door de bestuurder. De versnellingsbak is moedwillig vernield, althans is de versnellingsbak vernield door handelen dat aan [eiseres] dient te worden toegerekend en meer in het bijzonder ook als de CED-rapportage wordt gelezen, betekent dit dat geprobeerd is om te schakelen door de versnelling in te duwen zonder de koppeling te gebruiken.
4.4. De rechtbank overweegt het volgende. [eiseres] heeft ter onderbouwing van haar stellingen verwezen naar het expertiserapport van ITEB (ITEB-rapport) van 27 juli 2011 opgesteld door Frank Cuppers (Cuppers). Hansen BV heeft ter onderbouwing van haar verweer verwezen naar het expertiserapport van CED (CED-rapport) van 25 oktober 2010 opgesteld door P.T.A. Lentjes (Lentjes).
De rechtbank overweegt dat beide rapporten tot de conclusie komen dat de geconstateerde schade het gevolg is van een van buiten komende kracht, namelijk van de wijze waarop door de bestuurder is geschakeld en de kracht die daarbij is uitgeoefend op het schakelmechanisme. De rechtbank is dan ook van oordeel dat op grond van de rapporten vast staat dat de schade een gevolg is van het schakelgedrag van de bestuurder en met name de mate van krachtuitoefening waarmee het schakelen gepaard is gegaan. [eiseres] heeft echter gesteld, althans niet met zoveel woorden maar zo begrijpt de rechtbank haar verwijzing naar het ITEB-rapport, dat de noodzaak daartoe gelegen is in (een eigenschap van) de auto zelf, namelijk het loslopen van de borgmoer van de primaire as (borgmoer).
4.5. De rechtbank overweegt dat uit het ITEB-rapport naar voren komt dat Cuppers niet rechtstreeks heeft waargenomen dat de borgmoer is losgelopen maar (indirect) tot die constatering komt op basis van de in de draadwindingen van de borgmoer aangetroffen hoeveelheid metaalgruis. Ten gevolge van de aangetroffen hoeveelheid metaalgruis kon de borgmoer niet ver genoeg op de as worden geplaatst zodat er speling is ontstaan. Tevens wordt in het ITEB-rapport aangegeven dat de borgmoer nadat deze ontdaan was van het metaalgruis wel ver genoeg op de as geplaatst kon worden.
Naar het oordeel van de rechtbank draait deze zaak dan ook in de kern om de vraag of de aangetroffen hoeveelheid metaalgruis op de borgmoer die - met het CED-rapport tegenstrijdige - conclusie van Cuppers ten aanzien van de losgelopen borgmoer kan rechtvaardigen. Aangezien het op de borgmoer aangetroffen (hoeveelheid) metaalgruis inmiddels door middel van het schoonmaken van de borgmoer niet meer aanwezig is, ziet de rechtbank geen aanknopingspunten voor nadere bewijslevering op dit punt. De beoordeling zal derhalve moeten plaats vinden aan de hand van hetgeen in het dossier voor handen is. De rechtbank overweegt op grond daarvan het volgende.
4.6. Uit het ITEB-rapport blijkt dat de heer [van revisiebedrijf te Lottum] van de firma PTS te Lottum heeft verklaard dat de vervuiling van de draadwindingen in de borgmoer is ontstaan na demontage van de versnellingsbak in delen. De borgmoer zou vervuild zijn geraakt als gevolg van het opbergen van de borgmoer in de deksel van de versnellingsbak. De deksel van de versnellingsbak zou voor een gedeelte vol hebben gestaan met een residu van olie en metaalgruis. Volgens Cuppers zal na demontage van de deksel van de versnellingsbak het aanwezige residu van olie en metaalgruis voor het grootste gedeelte uit de deksel weglekken. De rechtbank concludeert daaruit dat ook volgens Cuppers dus in ieder geval enig residu in de deksel zal achterblijven. Cuppers heeft vervolgens aangegeven dat er volgens hem niet voldoende residu achter zal blijven om de borgmoer in die mate te vervuilen als door hem geconstateerd. Zijns inziens kan de aangetroffen vervuiling alleen ontstaan als de borgmoer van de primaire as is losgelopen. De rechtbank overweegt dat Cuppers echter feitelijk de in de deksel achtergebleven hoeveelheid residu niet heeft waargenomen. Verder heeft hij aangegeven de oorzaak van het loslopen van de borgmoer op basis van de technische feiten niet te kunnen vaststellen.
Verder komt uit het ITEB-rapport naar voren dat ook de heer [werkplaatschef], werkplaatschef van Nissan/Renault Heurkens te Weert van mening is dat de borgmoer is losgelopen. Ook die mening is gebaseerd op de aantroffen hoeveelheid metaalgruis in de borgmoer. Uit het rapport blijkt niet dat met hem de mogelijkheid van de vervuiling ten gevolge van het opbergen in de deksel van de versnellingbak is besproken. In ieder geval heeft ook hij niet feitelijk de in de deksel achtergebleven hoeveelheid residu waargenomen.
Uit het ITEB-rapport blijkt tevens dat de heer [van revisiebedrijf te Heythuysen] van revisiebedrijf [revisiebedrijf ] te Heythuysen heeft verkaard dat de borgmoer mogelijk is losgelopen. Met betrekking tot de heer [van revisiebedrijf te Heythuysen] geldt echter hetzelfde als hiervoor ten aanzien van de heer [werkplaatschef] is overwogen.
4.7. In het ITEB-rapport is verder aangegeven, dat de oorzaak van de vervuiling is besproken met de deskundige Lentjes. Deze is van mening dat de borgmoer niet is losgelopen maar vervuild is geraakt met het metaalgruis als gevolg van de demontagewerkzaamheden en het opbergen in de deksel van de versnellingbak.
Verder blijkt uit het CED-rapport dat volgens [eiseres] het probleem zich in wisselende mate voordeed. Dit is niet te rijmen met het losgelopen zijn van een borgmoer, in welk geval immers volgens het ITEB-rapport het schakelen steeds lastiger zal worden.
4.8. Verder overweegt de rechtbank dat [eiseres] op 19 maart 2010 (derhalve tijdens de periode dat de klachten zich voordeden) de dealer [dealer A] te Meijel heeft bezocht voor het verkrijgen van een second opinion. Deze heeft in de auto gereden en de motorbak geïnspecteerd. Uit het CED-rapport komt naar voren dat volgens [dealer A] de versnellingsbak goed schakelde.
De heer [van revisiebedrijf te Lottum] van het revisiebedrijf te Lottum, welk bedrijf de revisie van de versnellingsbak op 2 juni 2010 heeft uitgevoerd, heeft volgens het ITEB-rapport aangegeven dat er voor de schade geen gebrek of andere technische oorzaak voor de schade aanwezig was. De schade zou zijns inziens zijn ontstaan door te schakelen zonder te koppelen.
Verder heeft [eiseres] omstreeks augustus 2010 vlak voordat de auto stilviel ook nog Garage [van garagebedrijf B] te Vredepeel bezocht om de wijze van schakelen van de auto te laten beoordelen. Uit het CED-rapport blijkt dat de heer [van garagebedrijf B] geen bijzonderheden heeft waargenomen. Het schakelgedrag werd door hem omschreven als normaal voor een ‘Renault bak’.
4.9. Volgens het ITEB-rapport zou ten gevolge van een losgelopen borgmoer het schakelen steeds moeilijker worden en zal er flinke druk op de inwendige schakeldelen van de versnellingsbak moeten worden uitgeoefend. Deze met het loslopen van de borgmoer gepaard gaande verschijnselen stroken niet met bovenomschreven waarneming van de heer [garagebedrijf B] vlak voor het stilvallen van de auto in augustus 2010.
Verder overweegt de rechtbank, onder verwijzing naar hetgeen tijdens de comparitie van partijen is besproken, dat tussen partijen vast staat dat tijdens de reparaties en onderhoudsbeurt nimmer sprake is geweest van het loslopen van de borgmoer. Tijdens de door (medewerkers van) Hansen BV gemaakte proefritten zijn geen bijzonderheden gebleken. Verder heeft [eiseres] ter comparitie van partijen verklaard dat haar echtgenoot een proefrit heeft gemaakt in een andere NQ en dat die volgens hem hetzelfde schakelgedrag vertoonde als haar eigen auto.
4.10. Op grond van vorenstaande in onderlinge samenhang en verband bezien is de rechtbank van oordeel dat op grond van de aangetroffen vervuiling van metaalgruis in de draadwindingen van de borgmoer, mede gezien de daartegenoverstaande conclusie van het CED-rapport, niet zonder meer kan worden geconcludeerd dat er sprake is geweest van het loslopen van de borgmoer. Zoals hiervoor aangegeven ziet de rechtbank geen aanknopingspunten voor nadere bewijslevering op dit punt.
4.11. Op grond van vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de gestelde noodzaak tot uitoefening van overmatige kracht bij het schakelen niet is komen vast te staan. Een andere in de auto gelegen interne oorzaak is niet gesteld noch anderszins gebleken.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat non-conformiteit dan wel een tekortkoming aan de zijde van Hansen BV of een uit de garantie voortvloeiende verplichting dan wel een verplichting tot herstel of tot vergoeding van schade aan de zijde van Hansen B.V. niet is komen vast te staan. [eiseres] was dan ook niet bevoegd om de koopovereenkomst te ontbinden. Tevens ontbreekt een grondslag om Hansen BV te veroordelen tot betaling van de gevorderde bedragen.
De rechtbank zal de vorderingen afwijzen.
4.12. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Hansen BV worden begroot op:
- vast recht € 1.744,00
- salaris advocaat 868,50 (1,5 punten × tarief EUR 579,00)
Totaal € 2.612,50
in reconventie
4.13. Met betrekking tot de gevorderde verklaringen voor recht is de rechtbank onder verwijzing naar hetgeen zij in conventie heeft overwogen van oordeel dat die vorderingen voor toewijzing gereed liggen.
4.14. Met betrekking tot het gevorderde en door [eiseres] betwiste bedrag van
€ 3.254,65 en vervolgens van € 5,95 per dag vanaf 8 februari 2012 ter zake van stallingsgeld overweegt de rechtbank dat Hansen BV niet heeft aangegeven wat de grondslag van deze vordering zou zijn. Tevens heeft zij geen feiten, zoals bijvoorbeeld een overeenkomst of het feit dat stallingkosten wel eens aan de orde zijn geweest tussen partijen, aangevoerd op grond waarvan de rechtbank ambtshalve een grondslag zou kunnen aanvoeren. Bij gebreke van een grondslag zal de rechtbank de vordering afwijzen.
4.15. Hansen BV heeft ter zake van kosten leenauto een bedrag van € 10.280,00 (514 dagen à € 20,00) met ingang van 8 februari 2012 te vermeerderen met € 20,00 per dag dat [eiseres] de leenauto behoudt gevorderd.
[eiseres] heeft de verschuldigdheid van de gevorderde bedragen betwist. Zij heeft daartoe aangevoerd dat nimmer is overeengekomen dat voor vervangend vervoer zou worden betaald.
De rechtbank overweegt het volgende. [eiseres] heeft de stelling van Hansen BV dat bij elke verkochte auto het in productie 2 bij de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie opgenomen formulier wordt meegegeven niet betwist, zodat daarvan als vaststaand tussen partijen zal uitgaan. Op dat formulier staat aangegeven dat voor het ter beschikking stellen van een auto € 20,00 per dag in rekening wordt gebracht. Op het in productie 2 van genoemde conclusie opgenomen aan [eiseres] bekende overzicht gedateerd
7 juli 2010 staan kosten voor vervangend vervoer vermeld. Verder wordt in het in productie 2 van genoemde conclusie opgenomen schrijven van Hansen BV expliciet vermeld, dat de kosten van vervangend vervoer verhaald zullen worden indien de expertise uitwijst dat het defect aan de NQ te wijten is aan externe factoren.
4.16. Op grond van bovenstaande omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat [eiseres] door middel van het accepteren van vervangend vervoer geacht moet worden te hebben ingestemd met een vergoeding per dag van € 20,00 inclusief BTW. In ieder geval mocht Hansen BV daarop vertrouwen. Ten gevolge van het uitblijven van betaling is [eiseres] te kort geschoten in het nakomen van de uit de overeenstemming voortvloeiende op haar rustende verplichting.
[eiseres] heeft nog gesteld dat Hansen BV niet aan haar schadebeperkingverplichting heeft voldaan, doordat zij niet is overgegaan tot het herstellen van de versnellingsbak van de auto. De rechtbank is van oordeel dat van Hansen BV niet verwacht kan worden om tot herstel over te gaan terwijl er tussen partijen nog een verschil van mening bestaat over de aansprakelijkheid voor de kosten van dat herstel. Dit geldt temeer nu na eerder herstel de versnellingsbak wederom schade heeft opgelopen laatstelijk zoals in deze procedure vastgesteld in ieder geval ten gevolge van de wijze waarop door de bestuurder van de auto is geschakeld.
[eiseres] heeft het gestelde aantal van 514 dagen niet betwist, zodat de rechtbank van de juistheid daarvan zal uitgaan.
De rechtbank zal de vordering toewijzen.
4.17. Ten aanzien van het gevorderde bedrag van € 1.100,00 ter zake van expertisekosten overweegt de rechtbank dat die kosten kunnen worden aangemerkt als redelijke kosten ter zake van schade en aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek. Verder overweegt de rechtbank onder verwijzing naar het proces-verbaal van comparitie van 21 augustus 2012 dat tussen partijen vast staat dat het bedrag van € 1.100,00 door Hansen BV is voldaan.
De rechtbank zal de vordering toewijzen.
4.18. Met betrekking tot de gevorderde teruggave van de auto met kenteken [kenteken 2] overweegt de rechtbank dat [eiseres] hiertegen geen verweer heeft gevoerd.
De vordering zal worden toegewezen. De rechtbank zal het bedrag van de dwangsom vaststellen op € 30,00 per dag, aangezien [eiseres] zoals hiervoor aangegeven reeds veroordeeld zal worden tot betaling van € 20,00 per dag dat [eiseres] de auto nog behoudt, met een maximum van € 1.000,00.
4.19. Hansen BV heeft nog een bedrag van € 821,11 gevorderd ter zake van aan de laatste schade aan de versnellingsbak besteed uurloon. Ten tijde van de comparitie van partijen heeft Hansen BV aangegeven dat de grondslag daarvoor een onrechtmatige daad aan de zijde van [eiseres] is.
Allereerst is het de rechtbank zonder nadere verklaring die ontbreekt niet duidelijk op welke handeling(en) de gestelde uren betrekking zouden hebben nu zoals uit de stukken en de stellingen van partijen naar voren komt geen reparatie ten aanzien van de laatste schade aan de versnellingsbak heeft plaats gevonden. Verder overweegt de rechtbank dat Hansen BV het door haar genoemde aantal van 10 bestede uren in het geheel niet heeft onderbouwd, zodat Hansen BV op dit punt niet aan haar stelplicht heeft voldaan en de vordering op grond daarvan al dient te worden afgewezen.
4.20. Hansen BV heeft nog een niet nader gespecificeerd bedrag ter zake van buitengerechtelijke kosten gevorderd. De rechtbank overweegt dat hieraan in de conclusie van Hansen BV geen enkel woord is gewijd, met andere woorden deze vordering vindt geen grondslag in de conclusie.
De rechtbank zal de vordering dan ook afwijzen.
4.21. De (onweersproken) vordering van Hansen BV van de wettelijke rente met ingang van 8 februari 2012 zal met betrekking tot de toegewezen vorderingen worden toegewezen.
4.22. [eiseres] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Hansen BV worden begroot op € 813,00 salaris kosten advocaat (1,5 punten x tarief € 542,00).
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure aan de zijde van Hansen BV tot op heden begroot op € 2.612,50,
5.2. wijst de vorderingen af,
in reconventie
5.3. veroordeelt [eiseres] ter zake van kosten leenauto tot betaling aan Hansen BV van
€ 10.280,00 te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 8 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.4. veroordeelt [eiseres] ter zake van kosten leenauto tot betaling aan Hansen BV van
€ 20,00 per dag met ingang van 8 februari 2012 tot aan de dag van afgifte van de auto met kenteken [kenteken 2] aan Hansen BV, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 8 februari 2012 tot de dag der algehele voldoening en met ingang van de datum van dit vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente over na dit vonnis openvallende termijnen van telkens € 20,00 per dag telkens voor zover [eiseres] met betrekking tot betaling van de termijn in verzuim is tot aan de dag der algehele voldoening,
5.5. veroordeelt [eiseres] ter zake van expertisekosten tot betaling aan Hansen BV van
€ 1.100,00 te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 8 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.6. veroordeelt [eiseres] tot afgifte van de auto met kenteken [kenteken 2] met de daarbij behorende bescheiden aan Hansen BV binnen drie dagen na datum van dit vonnis,
5.7. veroordeelt [eiseres] indien en voor zolang als zij in gebreke blijft om aan de hiervoor onder 5.6. vermelde veroordeling te voldoen dan wel daaraan uitvoering te geven om aan Hansen BV een dwangsom te betalen van € 30,00 per dag,
5.8. bepaalt dat boven een bedrag van € 1000,00 met betrekking tot de hiervoor onder 5.7. vermelde veroordeling geen dwangsom meer wordt verbeurd,
5.9. veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure aan de zijde van Hansen BV tot op heden begroot op € 813,00,
5.10. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.11. verklaart voor recht dat de koopovereenkomst tussen partijen d.d. 3 januari 2009 niet buitengerechtelijk of anderszins is ontbonden,
5.12. verklaart voor recht dat Hansen BV niet schadeplichtig is jegens [eiseres],
5.13. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.M. Bomans en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2012.?