ECLI:NL:RBROT:1999:AA3681
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 september 1999 uitspraak gedaan in een geschil tussen A B.V. en het bestuur van het Landelijk instituut sociale verzekeringen. A B.V. had bezwaar gemaakt tegen correctienota's die door verweerder waren vastgesteld voor de jaren 1992 tot en met 1996, maar het bezwaarschrift werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de vraag beoordeeld of deze niet-ontvankelijkheid terecht was. De rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift pas na afloop van de bezwaartermijn was ingediend, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die deze termijnoverschrijding konden rechtvaardigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift op 21 oktober 1997 begon en dat A B.V. tot 1 december 1997 de tijd had om het bezwaarschrift in te dienen. Het bezwaarschrift werd echter pas op 15 december 1997 door verweerder ontvangen, wat leidde tot de conclusie dat het niet tijdig was ingediend. De rechtbank heeft ook overwogen dat de indiener niet in verzuim was, maar dat er geen bewijs was dat de postbezorging meer dan twee weken had geduurd. De rechtbank heeft de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift door verweerder bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. Er zijn geen proceskosten aan de zijde van eiseres toegewezen.