ECLI:NL:RBROT:2000:AA4880

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 februari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
10/04005-00
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de gevangenhouding van verdachte X

Op 18 februari 2000 heeft de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de gevangenhouding van verdachte X. Deze beslissing volgde op een eerder bevel tot gevangenhouding dat op 21 januari 2000 was verleend. De rechtbank heeft de officier van justitie gehoord en geconstateerd dat de verdachte niet op de vordering wenst te worden gehoord. Na onderzoek is gebleken dat de verdenking, bezwaren en gronden die tot het oorspronkelijke bevel tot gevangenhouding hebben geleid, nog steeds bestaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de onderzoeksgrond vervalt, maar dat de overige gronden voor de gevangenhouding nog steeds van kracht zijn. De rechtbank heeft de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding verlengd voor een termijn van dertig dagen, waarbij is bepaald dat de voorlopige hechtenis zal worden ondergaan in een huis van bewaring. Deze beslissing is genomen in raadkamer door de voorzitter en de rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

ONDERSTAANDE BESCHIKKING IS IN ESSENTIE GELIJKLUIDEND VOOR ALLE VERDACHTEN IN DEZE ZAAK
Arrondissementsrechtbank te Rotterdam
BEVEL EERSTE VERLENGING GEVANGENHOUDING
Parketnummer: 10/04005-00
De arrondissementsrechtbank te Rotterdam, Raadkamer;
Gezien de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement van 18 februari 2000 strekkende tot verlenging van de gevangenhouding van:
Verdachte X.
geboren op: xxxxxx
thans gedetineerd: Penitentiaire inrichting ………
Gelet op het tegen de verdachte verleende bevel tot gevangenhouding van 21 januari 2000;
Gehoord de officier van justitie;
Gezien de schriftelijke verklaring van verdachte dat deze niet op de vordering wenst te worden gehoord;
Overwegende, dat de rechtbank na onderzoek is gebleken dat de verdenking, bezwaren en gronden, die tot het bevel tot gevangenhouding van verdachte hebben geleid ook thans nog bestaan, met dien verstande dat de onderzoeksgrond vervalt;
Overwegende, dat het bestaan van deze gronden blijkt uit de in dat bevel vermelde omstandigheden;
Gezien de artikelen 65, 66, 67, 67a, 78 en 80 van het Wetboek van strafvordering;
VERLENGT de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding van verdachte voor een termijn van DERTIG dagen en bepaalt dat de voorlopige hechtenis zal worden ondergaan in een huis van bewaring;
Aldus gedaan in raadkamer op 18 februari 2000 door
mr. J. Silvis, voorzitter,
mrs. P.F.G.T. Hofmeijer en F.A.M. Bakker, rechters,
in tegenwoordigheid van E. Koolmees, griffier.