ECLI:NL:RBROT:2000:AA6407
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.W.M. van Dooren
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en deskundigenonderzoek in aansprakelijkheidskwestie na verkeersongeval
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 mei 2000 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende een voorlopig deskundigenonderzoek naar de schade na een verkeersongeval. De verzoekster, de N.V. MAATSCHAPPIJ VAN ASSURANTIE, DISCONTERING EN BELEENING DER STAD ROTTERDAM ANNO 1720, heeft een verzoek ingediend voor een deskundigenonderzoek naar de door de verweerster geleden schade na een ongeval op 1 maart 1997. De verweerster heeft de aansprakelijkheid van de Stad Rotterdam erkend, maar er is onenigheid over de omvang van de schade en de toerekenbaarheid van de klachten. De rechtbank heeft zich bevoegd verklaard om van het verzoek kennis te nemen, ondanks het verweer van de verweerster dat de rechtbank onbevoegd zou zijn. De rechtbank heeft overwogen dat de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) de mogelijkheid biedt om het geding aanhangig te maken bij de rechtbank van de zetel van de verzekeraar, in dit geval de rechtbank te Rotterdam.
De rechtbank heeft vervolgens de verzoeken van beide partijen om deskundigen te benoemen beoordeeld. De verweerster heeft bezwaar gemaakt tegen de door de Stad Rotterdam voorgestelde deskundigen, omdat zij twijfels had over hun objectiviteit. De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van de verweerster om zich te verzetten tegen een medisch onderzoek door een deskundige waarin zij geen vertrouwen heeft, zwaarder weegt dan het belang van de Stad Rotterdam om een deskundigenonderzoek te laten uitvoeren. De rechtbank heeft de verzoeken van de Stad Rotterdam en de verweerster om deskundigen te benoemen afgewezen, tenzij de verweerster akkoord gaat met een onderzoek door een van de door de Stad Rotterdam voorgestelde deskundigen in combinatie met een door haarzelf voorgestelde deskundige. De rechtbank heeft de verweerster in de gelegenheid gesteld om binnen drie weken na de beschikking te reageren op deze mogelijkheid.