ECLI:NL:RBROT:2000:AA8352

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
147390/KG ZA 00-1618 en 147436/KG ZA 00-1619
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding tegen Greenpeace over kolenoverslagactiviteiten

In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, hebben de besloten vennootschappen EMO B.V. en RAG VERKAUF GmbH, samen met de vennootschappen Schinken Trading Panama Corporation, Sollac Lorraine S.A. en Cockerill Sambre S.A., Greenpeace aangeklaagd wegens onrechtmatige acties die de kolenoverslagactiviteiten op het terrein van EMO belemmeren. De president van de Rechtbank Rotterdam, mr. F.W.H. van den Emster, heeft op 15 november 2000 uitspraak gedaan. Greenpeace heeft zonder toestemming van EMO het terrein betreden en de bulkcarrier 'La Paloma' bezet, met als doel de kolenoverslag te verstoren. De president heeft vastgesteld dat Greenpeace onrechtmatig handelt door de kolenoverslag te belemmeren en heeft hen bevolen om onmiddellijk te stoppen met deze handelingen. Tevens is Greenpeace veroordeeld in de proceskosten van zowel EMO als RAG. De president heeft de vorderingen van EMO en RAG toegewezen, waarbij hij de spoedeisendheid van de zaak heeft erkend, gezien de internationale klimaatconferentie die op dat moment plaatsvond. De president heeft ook geoordeeld dat Greenpeace niet als in rechte verschenen kan worden aangemerkt, omdat zij niet op de zitting aanwezig was met een procureur. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

A R R O N D I S S E M E N T S R E C H T B A N K T E R O T T E R D A M
Zaak/Rolnummer: 147390/KG ZA 00-1618
Zaak/Rolnummer: 147436/KG ZA 00-1619
Uitspraak: 15 november 2000
VONNIS van de president in kort geding in de zaak onder
zaak/rolnummer: 147390/KG ZA 00-1618
van:
de besloten vennootschap met beperkte
aansprakelijkheid EUROPEES MASSAGOED-
OVERSLAGBEDRIJF (EMO) B.V.,
gevestigd te Rotterdam (Maasvlakte),
eiseres,
procureur mr. R.B. Gerretsen,
advocaat mr. A.J. Braakman,
- e n -
de vennootschappen naar het recht van
de plaats van hun vestiging
1. SCHINKEN TRADING PANAMA CORPORATION,
gevestigd te Panama City, Panama;
2. SOLLAC LORRAINE S.A.,
gevestigd te Paris La Défence,
Puteaux, Frankrijk;
3. COCKERILL SAMBRE S.A.,
gevestigd te Seraing, België,
verzoeksters tot voeging aan de zijde
van eiseres,
procureur mr. P.A. den Haan,
- t e g e n -
de stichting STICHTING GREENPEACE
NEDERLAND,
gevestigd te Amsterdam, Keizersgracht
174,
verweerster,
(formeel) niet verschenen,
- a l s m e d e -
VONNIS van de president in kort
geding in de zaak onder
zaak/rolnummer: 147436/KG ZA 00-1619
van:
de besloten vennootschap met beperkte
aansprakelijkheid RAG VERKAUF GmbH,
gevestigd te Essen, Duitsland,
eiseres,
procureur mr. J.M.G.C. Koster,
- t e g e n -
de stichting STICHTING GREENPEACE
NEDERLAND,
gevestigd te Amsterdam, Keizersgracht
174,
gedaagde,
(formeel) niet verschenen.
De oorspronkelijke eiseressen worden hierna verder aangeduid
als "EMO" respectievelijk "RAG"; de voegende eiseressen wor-
den hierna verder aangeduid als "Schinken", "Sollac"
respectievelijk "Cockerill", en gedaagde/verweerster wordt verder aangeduid als "Greenpeace".
1. Het verloop van het geding
1.1
Dit blijkt uit de navolgende, door partijen ter vonniswijzing overgelegde stukken:
- conclusie van eis (EMO);
- dagvaarding (RAG);
- pleitnotities en producties van mr. Braakman;
- producties van mr. Den Haan;
- pleitnotities en producties van mr. Koster;
- producties van mevr. mr. M. Moussault namens Greenpeace.
1.2
Ter zitting van 15 november 2000 heeft mr. P.A. den Haan namens Schinken, Sollac en Cockerill verzocht om zich te mogen voegen aan de zijde van EMO. De president heeft dit verzoek gehonoreerd.
1.3
De president heeft het verzoek van RAG om haar zaak tegen Greenpeace te voegen met de zaak van EMO tegen Greenpeace,eveneens gehonoreerd. Beide zaken hebben hetzelfde onderwerp van geschil en de doelmatigheid is gediend met gezamenlijke behandeling en berechting van de gedingen.
1.4
De raadslieden van partijen hebben de respectieve standpunten nog nader toegelicht.
1.5
Ter terechtzitting is tevens verschenen mr. Moussault en de heer H.G. Altevogt om namens Greenpeace verweer te voeren.
Onder verwijzing naar het in lid 1, tweede volzin van artikel 290 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering bepaalde ("De verweerder verschijnt in persoon of vertegenwoordigd door een procureur") heeft de president Greenpeace evenwel niet als in rechte verschenen aangemerkt. Greenpeace is niet verschenen bij procureur en evenmin "in persoon", immers als zodanig kan in het onderhavige geval slechts in rechte optre-
den de persoon die volgens de statuten van de vennootschap daartoe bevoegd is. Volgens opgave van mr. Moussault is noch zij noch de heer Altevogt, medewerker van Greenpeace, bevoegd om Greenpeace in rechte te vertegenwoordigen. Dit betekent dat de president verstek zal verlenen tegen Greenpeace.
Mede gelet op het feit dat de raadslieden van EMO en RAG daartegen geen bezwaar hebben gemaakt, heeft de president mr. Moussault en de heer Altevogt toegelaten om het standpunt van Greenpeace kenbaar te maken. Die informatie is in de beoordeling van het geschil meegewogen.
1.6
Gelet op de gestelde spoedeisendheid van de zaak en het verzoek van partijen om nog hedenmiddag vonnis te wijzen wordt voor de overige dan de hierna te noemen feiten en standpunten van partijen verwezen naar de hiervoor onder 1.1 bedoelde stukken.
2. Het geschil
2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet op ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang- het volgende vast.
2.1.1
Van 11 tot en met 24 november 2000 vindt in Den Haag de internationale klimaatconferentie plaats. Op deze conferentie wordt onder meer aandacht besteed aan de mogelijke gevolgen van de uitstoot van CO2, een gas dat vrijkomt bij de verbranding van kolen.
2.1.2
Op 11 november 2000 is Greenpeace op het bedrijfsterrein van EMO op de Maasvlakte te Rotterdam een actie begonnen die tot doel heeft de kolenoverslagactiviteiten van EMO onmogelijk te maken. Daartoe heeft Greenpeace op genoemde datum zonder toestemming van EMO zich toegang verschaft tot haar bedrijfsterrein en vervolgens de bulkcarrier "La Paloma" - die met oog op het lossen van steenkolen bij EMO is afgemeerd - bezet.
2.1.3
Vertegenwoordigers van Greenpeace brengen kolen die voor rekening van opdrachtgevers van EMO op haar terrein liggen opgeslagen, aan boord van de "La Paloma" om deze vervolgens in én van de ruimen van het schip te storten.
2.1.4
Genoemde bulkcarrier is eigendom van Schinken. Het schip is geladen met 144.000 ton Australische kolen. Hiervan moet 65.000 ton worden gelost bij EMO. Sollac en Cockerill zijn ladingbelanghebbenden. RAG is belanghebbende omdat zij zich jegens de vervrachter van de kolen heeft verplicht om het schip binnen de daarvoor overeengekomen tijdspanne te lossen, bij gebreke waarvan zij jegens die vervrachter schadeplichtig is.
2.2
Op gronden als in de dagvaarding uiteengezet en ter zitting nader toegelicht, doch in essentie stellende dat Greenpeace onrechtmatig handelt jegens EMO (zomede jegens Schinken, Sollac, Cockerill en RAG) door onbevoegd het bedrijfsterrein van EMO te betreden, de "La Paloma" te betreden en te bezetten, en losactiviteiten van kolen onmogelijk te maken, vorderen EMO, Schinken, Sollac, Cockerill en RAG (zakelijk weergegeven) dat Greenpeace met onmiddellijke ingang, althans onmiddellijk na betekening van het daartoe strekkende vonnis, daarmee stopt, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom.
2.3
Greenpeace heeft haar standpunt gemotiveerd kenbaar doen maken. Greenpeace beroept zich op de rechtvaardigingsgrond als bedoeld in artikel 6:162 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond doet een daad, welke naar algemene omschrijving onrechtmatig zou zijn, in het onderhavige geval haar onrechtmatige karakter verliezen.
De rechtvaardigingsgrond voor haar acties ligt in het voortbestaan van de kwaliteit van het leven op aarde; haar doelstelling is mede daarop gericht, aldus Greenpeace.
3. De beoordeling
3.1
Greenpeace is een stichting welke zich met name ten doel stelt om de aandacht te vestigen op een beter en schoner milieu. Om brede steun voor haar doelstellingen te krijgen houdt Greenpeace demonstraties en andere acties. Met de acties waar het te dezen om gaat, beoogt Greenpeace enerzijds de aandacht te vestigen op de schadelijke gevolgen van de
uitstoot van CO2 voor mens en milieu, en anderzijds de overheid te dwingen tot het treffen van (verdergaande) maatregelen (dan het Kyoto-protocol) om klimaatverandering (in het bijzonder de aarde en mens bedreigende temperatuurstijging) tegen te gaan. Greenpeace vindt dat de industrielanden de uitstoot van broeikasgassen met 50 tot 80 procent zouden moeten verminderen om die gevaarlijke klimaatverandering te
voorkomen.
3.2
Het staat Greenpeace in beginsel vrij om ter bevordering van haar, op zich sympathieke doelstellingen haar visie op de schadelijke gevolgen van de uitstoot van CO2 op indringende wijze onder de aandacht van publiek en betrokkenen te brengen. Dat recht kan Greenpeace niet worden ontzegd. Gelet op het algemeen belang dat Greenpeace wil dienen komt haar bij
het voeren van demonstraties en acties een zekere ruimte toe, welke niet onder alle omstandigheden begrensd wordt door de rechten en vrijheden van anderen. Dat in voorkomende gevallen enige inbreuk op die rechten en vrijheden wordt gemaakt zal soms onvermijdelijk zijn.
3.3
Als zijdens eiseressen gesteld en door Greenpeace niet weersproken, gaat de president ervan uit dat actievoerders van Greenpeace zich op het terrein van EMO bevindende kolen met kruiwagens aan boord van de "La Paloma" brengen en die kolen in de ruimen van het schip storten, als gevolg waarvan de lading van het schip gecontamineerd wordt met andere kolen.
Greenpeace heeft niet betwist dat zij zo al plm. 6.500 kg kolen in de ruimen van de "La Paloma" heeft gestort. Aldus creeert Greenpeace de mogelijkheid dat (ieder van) eiseressen met aanzienlijke schadeclaims worden geconfronteerd.
3.4
Met deze handelwijze tast Greenpeace de belangen van eisers op niet te aanvaarden wijze aan. Dit betekent dat aan dit deel van de acties zonder meer, en onmiddellijk, een einde dient te komen, zulks in voege als hierna in het dictum te melden.
3.5
Met betrekking tot de overige acties wordt het volgende overwogen.
3.6
Het bezetten van een aan een ander in eigendom toebehorend schip is in beginsel onrechtmatig jegens de eigenaar van het schip en de daarbij betrokken (lading)belanghebbenden. In dit geval worden bovendien EMO en RAG ernstig in hun bedrijfsuitoefening belemmerd.
3.7
Greenpeace stelt dat zij een rechtvaardigingsgrond heeft voor haar acties (zie 2.3). Voorts beroept Greenpeace zich erop dat zij een algemeen belang behartigt (zie 3.1).
3.8
De president stelt voorop dat Greenpeace aan haar eigen doel-stelling niet zonder meer een rechtvaardigingsgrond kan ontlenen. De belangen van enerzijds Greenpeace afgewogen tegen de (financiële) belangen van de bij de acties betrokken partijen anderzijds, zou een bezetting als de onderhavige een rechtvaardiging kunnen vinden in het kader van het door
Greenpeace gestelde algemeen belang, indien dergelijke acties van korte duur zijn en zo min mogelijk schade voor de direct betrokkenen veroorzaken.
3.9
Ook met betrekking tot de overige acties van Greenpeace komt de president tot het voorlopig oordeel dat Greenpeace de belangen van eiseressen op niet (langer) te aanvaarden wijze aantast en aldus jegens hen onrechtmatig handelt.
Met name is onaanvaardbaar dat Greenpeace niet voornemens lijkt haar acties op korte termijn te beëindigen. Greenpeace betwist weliswaar - gelijk EMO heeft doen betogen - dat het doel van de actie is ervoor te zorgen dat tijdens de duur van de internationale klimaatconferentie in Den
Haag (twee weken) geen kolen in de Rotterdamse haven wordt gelost, maar desgevraagd heeft Greenpeace ook niet gezegd dat haar acties dan voor kortere duur zijn. De kans dat Greenpeace dus (vanaf heden) nog negen dagen de gehele kolenoverslag van EMO blokkeert, is derhalve reëel aanwezig.
En zoals gezegd: dát is onaanvaardbaar.
3.1
Deze overwegingen leiden tot de slotsom, dat de vorderingen zullen worden toegewezen, zij het - mede gelet op de in het petitum van de conclusie van eis en dagvaarding te ruim geformuleerde eis - in voege als hierna in het dictum te melden.
De gevorderde dwangsom en machtiging om het vonnis met behulp van de sterke arm ten uitvoer te leggen zal worden afgewezen nu namens Greenpeace op voorhand is toegezegd dat deze uitspraak zal worden gerespecteerd en nageleefd, en de president op grond van de ideële doelstellingen die Greenpeace stelt na te streven geen reden ziet om zulks in twijfel te
trekken. Aldus is er ook geen reden om de gevorderde uitvoerbaarverklaring op de minuut toe te wijzen, te minder nu partijen direct na de uitspraak een afschrift van het vonnis ontvangen. Daarnaast zal Greenpeace een langere termijn worden gegund om haar acties te beëindigen.
3.11
Greenpeace zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
4. De beslissing
in de zaak met nummer 147390/KG ZA 00-1618
De president
verleent verstek tegen Greenpeace;
beveelt Greenpeace met onmiddellijke ingang de handelingen te staken als in rechtsoverweging 3.3 vermeld (zich op het terrein van EMO bevindende kolen met kruiwagens aan boord van de "La Paloma" brengen en die kolen in de ruimen van het schip storten);
beveelt Greenpeace haar overige in het lichaam van de dagvaarding bedoelde acties vanaf 16 november 2000 te 00.00 uur te staken en gestaakt te houden;
veroordeelt Greenpeace in de kosten van deze procedure, aan de zijde van zowel EMO als aan de zijde van Schinken, Sollac en Cockerill (samen) begroot op f 400,- aan verschotten en op f 2.500,- aan salaris voor de procureur;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in de zaak met nummer 147436/KG ZA 00-1619
verleent verstek tegen Greenpeace;
beveelt Greenpeace met onmiddellijke ingang de handelingen te staken als in rechtsoverweging 3.3 vermeld (zich op het terrein van EMO bevindende kolen met kruiwagens aan boord van de "La Paloma" brengen en die kolen in de ruimen van het schip storten);
beveelt Greenpeace haar (overige) acties aan boord van de "La Paloma" vanaf 16 november 2000 te 00.00 uur te staken en gestaakt te houden zomede ervoor zorg te dragen dat haar aanhangers alsdan het schip hebben verlaten;
veroordeelt Greenpeace in de kosten van deze procedure, aan de zijde van RAG begroot op f 400,- aan verschotten en op f 2.500,- aan salaris voor de procureur;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.W.H. van den Emster, president, in tegenwoordigheid van mr. T.M. Rijppaert, griffier.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.