ECLI:NL:RBROT:2001:AD3574

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 september 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
162971/ KG ZA 01-1090
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • C.H.B. Boot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van afspraken inzake activa-transactie tussen B.V. Sperwer Holding en Laurus N.V.

In deze zaak, die op 18 september 2001 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de besloten vennootschap B.V. Sperwer Holding (hierna: Sperwer) een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap Laurus N.V. (hierna: Laurus) en de Centrale Ondernemingsraad (C.O.R.) van Laurus. Sperwer vorderde dat Laurus zou worden veroordeeld om een overeenkomst te ondertekenen die betrekking had op de verwerving van 13 filialen van Laurus, tegen betaling van de boekwaarde plus een bedrag van f 25.600.000,- aan goodwill. Deze overeenkomst was eerder goedgekeurd door de ondernemingsraad van Laurus, maar deze had op 29 augustus 2001 zijn positieve advies herzien, wat Laurus deed besluiten de overeenkomst niet te ondertekenen.

Tijdens de zitting op 10 september 2001 hebben de advocaten van beide partijen hun standpunten toegelicht. Sperwer stelde dat de afspraken bindend waren en dat Laurus deze moest nakomen. Laurus gaf aan zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank, wat betekende dat zij geen bezwaar had tegen de vorderingen van Sperwer. De C.O.R. werd als tussenkomende partij toegelaten en pleitte voor uitstel van de uitspraak totdat de Ondernemingskamer had geoordeeld over de herziening van het advies.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende nieuwe feiten of omstandigheden waren die rechtvaardigden dat de uitvoering van de afspraken werd stopgezet. De president van de rechtbank, mr. C.H.B. Boot, besloot dat Laurus binnen 24 uur na betekening van het vonnis de overeenkomst moest ondertekenen, op straffe van een dwangsom van f 500.000,- per dag, met een maximum van f 20.000.000,-. Laurus werd ook veroordeeld in de proceskosten van Sperwer, die op f 540,53 aan verschotten en f 1.550,- aan salaris voor de procureur werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

A R R O N D I S S E M E N T S R E C H T B A N K
T E R O T T E R D A M
Zaak/Rolnummer: 162971/ KG ZA 01-1090
Uitspraak: 18 september 2001
VONNIS van de president in kort
geding in de zaak van:
de besloten vennootschap
B.V. SPERWER HOLDING,
gevestigd te De Bilt,
eiseres,
procureur mr. W.J. Hengeveld,
advocaten mr. E.W.J. Hannema en
mr. M.A. Kuyt-Fokkens,
- tegen -
de naamloze vennootschap
LAURUS N.V.,
gevestigd te Hoogeveen,
gedaagde,
procureur mr. S.J.P. Koenen,
advocaten mr. B.T.M. Steins Bisschop en mr. L.B.A. van Dijk,
met als tussenkomende partij:
DE CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD
van de naamloze vennootschap Laurus N.V.,
gevestigd te Hoogeveen,
procureur mr. F. Waardenburg,
advocaat mr. J. van Hulst.
Partijen worden hierna aangeduid als “Sperwer”, “Laurus” en “C.O.R.”.
1. Het verloop van het geding
1.1
Dit blijkt uit de navolgende, door partijen ter vonniswijzing overgelegde stukken:
·dagvaarding d.d. 31 augustus 2001;
·pleitnotities en producties van mr. Steins Bisschop voornoemd;
·pleitnotities en producties van mrs. Hannema en Kuyt-Fokkens voornoemd;
·incidentele conclusie tot voeging;
·pleitaantekeningen en producties van mr. van Hulst voornoemd.
1.2
De raadslieden van partijen hebben ter terechtzitting van 10 september 2001 de respectieve standpunten nog nader toegelicht.
Sperwer heeft ter terechtzitting haar vordering aldus verminderd, dat zij het sub 2 van het petitum gevorderde niet langer wenst te handhaven.
2. De beoordeling
2.1
Sperwer legt aan haar vordering tegen Laurus ten grondslag dat tussen partijen afspraken zijn gemaakt uit hoofde waarvan Sperwer door middel van een activa-transactie van Laurus 13 filialen (min of meer grote supermarkten) zou verwerven tegen betaling van de boekwaarde van die filialen, vermeerderd met een bedrag van
f 25.600.000,- aan goodwill. Sperwer voegt daaraan toe dat de overeenkomst mede betrekking had op 83 zogenaamde filialen, vestigingen door franchise- c.q. zelfstandige ondernemers die mogelijk niet onder de naam Laurus handelen, maar wel feitelijk, bijvoorbeeld wat de inkoop betreft, behoren tot de keten van Laurus.
Voor die transactie was door de ondernemingsraad van Laurus op 12 juli 2001 een positief advies afgegeven.
Inmiddels heeft de ondernemingsraad op 29 augustus 2001 aan Laurus laten weten terug te komen op dat positieve advies, hetgeen ertoe heeft geleid dat Laurus niet langer bereid is c.q. zich niet in staat acht de definitieve overeenkomst waarin de bovenomschreven transactie was neergelegd, te ondertekenen.
2.2
In dit kort geding vordert Sperwer in wezen dat wij Laurus zullen veroordelen, op straffe ener dwangsom, de boven aangestipte afspraken alsnog binnen vierentwintig uur na te komen, met de bepaling dat bij gebreke daarvan deze uitspraak daarvoor in de plaats kan komen.
2.3
Laurus heeft zich met betrekking tot deze vorderingen gerefereerd aan ons oordeel en dusdoende laten blijken tegen toewijzing van de vorderingen, in enigerlei vorm, geen overwegend bezwaar te hebben.
2.4
Inmiddels is ter zitting als tussenkomende partij toegelaten de C.O.R. van Laurus.
Namens de C.O.R. werd aangevoerd dat het juist leek wanneer wij over de door Sperwer ingestelde vordering in dit stadium geen uitspraak zouden doen, doch terzake het oordeel van de Ondernemingskamer zouden afwachten. Aldaar zou in een soort kort gedingprocedure, die eerdaags gevoerd zou worden, kunnen worden beoordeeld of de afspraken tussen Sperwer en Laurus onaantastbaar zijn of dat - integendeel - nu de C.O.R. zijn mening heeft herzien, de transactie alsnog dient te worden afgeblazen c.q. verder dient te worden uitonderhandeld.
2.5
Wij zien inmiddels onvoldoende aanleiding het uitspreken van een voorlopig oordeel achterwege te laten: dat oordeel luidt dat onvoldoende is gebleken van nieuwe feiten of omstandigheden die rechtvaardigen om aan de veranderde opstelling van de C.O.R. de conclusie te verbinden dat de rijdende trein een halt dient te worden toegeroepen.
Bij dit oordeel speelt een gewichtige rol dat te voorzien is dat de door de C.O.R. bepleite pas op de plaats - indien daartoe zou worden overgegaan - tal van problemen zou doen rijzen, en op korte termijn geen rust aan het front zal scheppen.
2.6
Kortom, eens gegeven blijft gegeven; dat geldt in dit geval ook voor een gegeven toestemming.
2.7
Laurus zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
3. De beslissing
De president,
gebiedt Laurus binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de ten processe bedoelde overeenkomst met annexen en bijlagen, als productie 2 aan de inleidende dagvaarding gehecht, te ondertekenen, zulks op straffe van een dwangsom van f 500.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Laurus in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van f 20.000.000,-;
veroordeelt Laurus in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van Sperwer begroot op f 540,53 aan verschotten en f 1.550,- aan salaris voor de procureur;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.B. Boot, president, in tegenwoordigheid van
mr. H.L. Beijer, griffier.