ECLI:NL:RBROT:2001:AD3574
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- C.H.B. Boot
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van afspraken inzake activa-transactie tussen B.V. Sperwer Holding en Laurus N.V.
In deze zaak, die op 18 september 2001 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de besloten vennootschap B.V. Sperwer Holding (hierna: Sperwer) een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap Laurus N.V. (hierna: Laurus) en de Centrale Ondernemingsraad (C.O.R.) van Laurus. Sperwer vorderde dat Laurus zou worden veroordeeld om een overeenkomst te ondertekenen die betrekking had op de verwerving van 13 filialen van Laurus, tegen betaling van de boekwaarde plus een bedrag van f 25.600.000,- aan goodwill. Deze overeenkomst was eerder goedgekeurd door de ondernemingsraad van Laurus, maar deze had op 29 augustus 2001 zijn positieve advies herzien, wat Laurus deed besluiten de overeenkomst niet te ondertekenen.
Tijdens de zitting op 10 september 2001 hebben de advocaten van beide partijen hun standpunten toegelicht. Sperwer stelde dat de afspraken bindend waren en dat Laurus deze moest nakomen. Laurus gaf aan zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank, wat betekende dat zij geen bezwaar had tegen de vorderingen van Sperwer. De C.O.R. werd als tussenkomende partij toegelaten en pleitte voor uitstel van de uitspraak totdat de Ondernemingskamer had geoordeeld over de herziening van het advies.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende nieuwe feiten of omstandigheden waren die rechtvaardigden dat de uitvoering van de afspraken werd stopgezet. De president van de rechtbank, mr. C.H.B. Boot, besloot dat Laurus binnen 24 uur na betekening van het vonnis de overeenkomst moest ondertekenen, op straffe van een dwangsom van f 500.000,- per dag, met een maximum van f 20.000.000,-. Laurus werd ook veroordeeld in de proceskosten van Sperwer, die op f 540,53 aan verschotten en f 1.550,- aan salaris voor de procureur werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.