ECLI:NL:RBROT:2002:AD8376
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- T. Fransen
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de voorzieningenrechter in kort geding over huurovereenkomst tussen Van Nelle en Laurus
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2002 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de commanditaire vennootschap C.V. Van Nelle Ontwerpfabriek (eiseres) en de naamloze vennootschap Laurus N.V. (verweerster). De zaak betreft een geschil over de nakoming van een huurovereenkomst die op 28 maart 2001 tussen partijen is gesloten. Van Nelle vorderde primair een gebod tot algehele ingebruikname van het gehuurde en subsidiair tot voortzetting van het gebruik van het reeds betrokken deel van het gehuurde, beide op straffe van een dwangsom. Daarnaast vorderde Van Nelle een verbod op activiteiten gericht op het vinden van onderhuurders voor het gehuurde.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Laurus, na het sluiten van de huurovereenkomst, heeft besloten af te zien van het gebruik van het gehuurde vanwege beleidswijzigingen en financiële problemen. Dit heeft geleid tot een geschil over de verplichtingen van Laurus onder de huurovereenkomst. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet langer als huurder feitelijk gebruik maken van het gehuurde wanprestatie van Laurus jegens Van Nelle oplevert. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Van Nelle afgewezen, omdat het niet redelijk was om van Laurus te vergen dat zij haar personeelsleden naar het gehuurde zou verhuizen, gezien de omstandigheden.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat Laurus bereid is om de huurbedragen en servicekosten te blijven betalen totdat er nieuwe huurders zijn gevonden. De vorderingen van Van Nelle tot nakoming van de huurovereenkomst werden afgewezen, en Van Nelle werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor partijen om in goed overleg te blijven over de uitvoering van de huurovereenkomst en de verplichtingen die daaruit voortvloeien.