ECLI:NL:RBROT:2002:AE9813
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. van Zwieten
- E.F.C. Francken
- F. Stuurop
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter bij schadebesluit na executoriaal beslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser A en verweerder, de Ontvanger van de Belastingdienst/Ondernemingen Rotterdam. Eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij hij schadevergoeding eiste voor de onrechtmatige beslaglegging op zijn camper. De beslaglegging vond plaats op 16 februari 2001, en eiser stelde dat hij door deze actie materiële en immateriële schade had geleden. Verweerder heeft echter geweigerd om schadevergoeding toe te kennen, omdat hij van mening was dat hij niet onbehoorlijk had gehandeld.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de bestuursrechter alleen bevoegd is om kennis te nemen van een beroep tegen een schadebesluit als hij ook bevoegd is om te oordelen over de schadeveroorzakende uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid. Aangezien de beslaglegging niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt, is de bestuursrechter niet bevoegd om over de schadevergoeding te oordelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beslissing op het verzoek om schadevergoeding, neergelegd in de brief van 7 mei 2001, een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb, maar dat de beslaglegging zelf feitelijk van aard was en niet onder de bestuursrechter valt.
Daarom heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om van het geschil kennis te nemen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken, en de griffier heeft de uitspraak in het openbaar uitgesproken. Eiser en verweerder hebben de mogelijkheid om tegen deze uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen een termijn van zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.