ECLI:NL:RBROT:2002:AE9837

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
TELEC 02/2543
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Th.G.M. Simons
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot bekendmaking van frequenties en bezwaar tegen niet tijdig beslissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 oktober 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Nederlandse Radio Groep B.V. en de minister van Economische Zaken. De zaak betreft een besluit van de minister van 8 mei 2002, waarin een bekendmaking werd gedaan conform artikel 3 van het Frequentiebesluit. De bekendmaking werd op 15 mei 2002 gepubliceerd in de Staatscourant. De eiseres, de Nederlandse Radio Groep B.V., heeft op 31 mei 2002 bezwaar gemaakt tegen dit besluit, omdat er niet tijdig op het bezwaar werd beslist. Op 19 september 2002 heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaar.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet tijdig op het bezwaar heeft beslist, wat niet in geschil is. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaar vernietigd. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat verweerder uiterlijk op 1 december 2002 de beslissing op het bezwaar bekend moet maken. De rechtbank heeft opgemerkt dat het in het belang van de procedure is dat verweerder zich bij de beslissing op het bezwaar beperkt tot de gegrondverklaring en herroeping van het besluit van 8 mei 2002.

Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de Staat der Nederlanden het betaalde griffierecht van € 218,-- aan eiseres moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 80,50. De uitspraak is gedaan door mr. drs. Th.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier M.B. van Zantvoort, en is openbaar uitgesproken op 11 oktober 2002. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Uitspraak

RECHTBANK TE ROTTERDAM
Enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken
Reg.nr.: TELEC 02/2543-SIMO
Uitspraak
in het geding tussen
Nederlandse Radio Groep B.V., gevestigd te Amsterdam, eiseres,
gemachtigde mr. J.A. Schaap, advocaat te Amsterdam,
en
de minister van Economische Zaken, mede als rechtsopvolger van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, verweerder,
gemachtigden mr. E.J. Daalder en mr. E.C. Pietermaat, beiden advocaat te Den Haag.
1. Ontstaan en loop van de procedure
Bij besluit van 8 mei 2002, bekendgemaakt in de Staatscourant van 15 mei 2002 (nr. 90), heeft verweerder een bekendmaking als bedoeld in artikel 3, eerste en derde lid, van het Frequentiebesluit gedaan.
Tegen het besluit van 8 mei 2002 heeft eiseres bij brief van 31 mei 2002 bezwaar gemaakt.
Bij brief van 19 september 2002 heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaar.
Met toestemming van partijen heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna zij het onderzoek heeft gesloten.
2. Overwegingen
Niet in geschil is dat verweerder niet tijdig op het bezwaar van eiseres heeft beslist.
Het beroep dient daarom gegrond te worden verklaard en het met een besluit gelijkgestelde niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaar dient te worden vernietigd.
Met verwijzing naar de uitspraak van de voorzieningenrechter van heden (reg.nrs. VTELEC 02/2258-SIMO e.a.) stelt de rechtbank vast dat er aanleiding is te bepalen dat verweerder uiterlijk op 1 december 2002 de beslissing op het bezwaar bekend dient te maken.
Met het oog op die beslissing merkt de rechtbank het volgende op. Uit het bezwaarschrift komt naar voren dat eiseres ervan uitgaat dat in het besluit van 8 mei 2002 tevens is neergelegd een besluit, inhoudende de beslissing dat per 1 september 2002 geen definitieve, langjarige verdeling van de voor de commerciële omroep beschikbare zero base-frequenties zal plaatsvinden. Wat daarvan zij, ter voorkoming van onnodige procedurele complicaties verdient het aanbeveling dat verweerder - uiteraard in het geval dat hij het in de uitspraken van de voorzieningenrechter van 24 juli 2002 (reg.nrs. VTELEC 02/1169-SIMO e.a.) en van heden ten aanzien van het besluit van 8 mei 2002 neergelegde (on)rechtmatigheidsoordeel volgt - zich bij de beslissing op het bezwaar van eiseres beperkt tot gegrondverklaring daarvan en herroeping van het besluit van 8 mei 2002.
Verweerder dient het betaalde griffierecht te vergoeden. Voorts dient verweerder te worden veroordeeld in de proceskosten, bestaande uit kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Van overige kosten waarop een veroordeling in de proceskosten betrekking kan hebben, is de rechtbank niet gebleken.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
3. Beslissing
De rechtbank,
recht doende:
verklaart het beroep gegrond,
vernietigt het met een besluit gelijkgestelde niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaar van eiseres,
bepaalt dat verweerder uiterlijk op 1 december 2002 de beslissing op het bezwaar bekendmaakt,
bepaalt dat de Staat der Nederlanden aan eiseres een bedrag van € 218,-- aan griffierecht vergoedt,
veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 80,50 en wijst de Staat der Nederlanden aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. Th.G.M. Simons.
De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.B. van Zantvoort als griffier, uitgesproken in het openbaar op 11 oktober 2002.
De griffier: De rechter:
Afschrift verzonden op:
Een belanghebbende - waaronder in elk geval eiseres wordt begrepen - en verweerder kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA 's-Gravenhage. De termijn voor het indienen van het beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het afschrift van deze uitspraak is verzonden.