ECLI:NL:RBROT:2004:AR5918
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbekendmaking van besluiten in het bestuursrecht en de gevolgen voor de bezwaartermijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 november 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P. Bouman, en de Minister van Justitie. De zaak betreft de beëindiging van subsidie in de leefgelden en bijkomende kosten voor eiseres, die door de Minister van Justitie op 7 februari 2003 was aangekondigd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de Minister verklaarde het bezwaar op 26 juli 2004 niet-ontvankelijk. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft overwogen dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een besluit pas in werking treedt na bekendmaking. In dit geval is vastgesteld dat het besluit van de Minister niet rechtstreeks aan eiseres is bekendgemaakt, maar alleen aan de Stichting NIDOS, die eiseres vervolgens informeerde. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een geldige bekendmaking, waardoor de bezwaartermijn niet is aangevangen. Dit betekent dat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar door de Minister onterecht was.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Minister opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak een beslissing te nemen op het bezwaar. Tevens is de Minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 322, en is de Staat der Nederlanden aangewezen als rechtspersoon voor de vergoeding van het griffierecht van € 136. De uitspraak benadrukt het belang van correcte bekendmaking van besluiten in het bestuursrecht en de gevolgen daarvan voor de rechtsbescherming van betrokkenen.