ECLI:NL:RBROT:2004:AR7631

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
10/0000133-03
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kalk
  • A. Bezuijen
  • J. de Ruijter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van bouwfraude tegen ambtenaar

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1946 en ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, heeft de rechtbank Rotterdam op 15 december 2004 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het aannemen van een gift of giften als ambtenaar, met de wetenschap dat deze giften hem werden aangeboden om hem te bewegen tot handelen in strijd met zijn plicht. De officier van justitie, mr. Zwaneveld, had geëist dat de verdachte schuldig zou worden bevonden aan het primair ten laste gelegde en verzocht om een geldboete van € 2.000,00 en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren.

Tijdens de zitting op 1 december 2004 heeft de rechtbank de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen. Ondanks dat er voldoende wettige bewijsmiddelen aanwezig waren, kon de rechtbank niet tot de overtuiging komen dat de verdachte daadwerkelijk een gift had aangenomen met de bedoelde opzet. De rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering niet wettig en overtuigend was, wat leidde tot de beslissing om de verdachte vrij te spreken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde.

De rechtbank heeft in haar vonnis benadrukt dat de overtuiging van de rechter essentieel is voor een veroordeling. In dit geval ontbrak die overtuiging, waardoor de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de hem ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Groenhof, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 15 december 2004.

Uitspraak

Parketnummer van de berechte zaak: 10/000133-03
Datum uitspraak: 15 december 2004
Tegenspraak
VONNIS
van de RECHTBANK TE ROTTERDAM, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [plaatsnaam] op [geboortedatum] 1946,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres […].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 1 december 2004.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding onder parketnummer 10/000133-03. Van deze dagvaarding is een kopie aan dit vonnis gehecht (bladzijden genummerd 1A tot en met 1C).
DE EIS VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. Zwaneveld heeft gerekwireerd:
- de bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- de veroordeling van de verdachte tot een geldboete van € 2.000,00 en een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
NIET BEWEZEN
Het primair en subsidiair ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
MOTIVERING VAN DE VRIJSPRAAK
De rechtbank is van oordeel dat er op zich voldoende wettige bewijsmiddelen voorhanden zijn om te komen tot een bewezenverklaring. De rechtbank kan uit die bewijsmiddelen echter niet tot de overtuiging komen dat verdachte als ambtenaar een gift of giften heeft aangenomen, terwijl hij wist dat die gift of giften hem werd of werden gedaan teneinde hem te bewegen om al dan niet in strijd met zijn plicht in zijn bediening iets te doen of na te laten. Bij gebrek aan die overtuiging dient de verdachte zowel van het primair als het subsidiair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart niet bewezen, dat de verdachte het primair en het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreek de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Kalk, voorzitter,
en mrs. Bezuijen en De Ruijter, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Groenhof, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 december 2004.
De griffier is bij afwezigheid buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.