ECLI:NL:RBROT:2004:AR7631
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kalk
- A. Bezuijen
- J. de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van bouwfraude tegen ambtenaar
In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1946 en ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, heeft de rechtbank Rotterdam op 15 december 2004 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het aannemen van een gift of giften als ambtenaar, met de wetenschap dat deze giften hem werden aangeboden om hem te bewegen tot handelen in strijd met zijn plicht. De officier van justitie, mr. Zwaneveld, had geëist dat de verdachte schuldig zou worden bevonden aan het primair ten laste gelegde en verzocht om een geldboete van € 2.000,00 en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren.
Tijdens de zitting op 1 december 2004 heeft de rechtbank de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen. Ondanks dat er voldoende wettige bewijsmiddelen aanwezig waren, kon de rechtbank niet tot de overtuiging komen dat de verdachte daadwerkelijk een gift had aangenomen met de bedoelde opzet. De rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering niet wettig en overtuigend was, wat leidde tot de beslissing om de verdachte vrij te spreken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde.
De rechtbank heeft in haar vonnis benadrukt dat de overtuiging van de rechter essentieel is voor een veroordeling. In dit geval ontbrak die overtuiging, waardoor de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de hem ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Groenhof, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 15 december 2004.