ECLI:NL:RBROT:2005:AT3168
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met vergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 maart 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen ABN AMRO Bank N.V. en een werknemer, verweerder. Het verzoek tot ontbinding was gebaseerd op gewichtige redenen, waarbij verzoekster een vergoeding aan verweerder wilde toekennen conform de geldende CAO. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen opzegverbod van toepassing was en dat er sprake was van een verandering van omstandigheden die de ontbinding gerechtvaardigd maakte. Verweerder had sinds 1 juni 1996 bij verzoekster in dienst en was werkzaam als Medewerker Commerciële Ondersteuning. In het kader van een reorganisatie was verweerder in 2002 geplaatst in een mobiliteitscentrum, Kompas, om hem te helpen bij het vinden van een nieuwe functie. De kantonrechter oordeelde dat verzoekster niet gehouden was om de volledige kosten van de opleiding fysiotherapie van verweerder te vergoeden, zoals door verweerder was gesteld. De rechter concludeerde dat de aangeboden vergoeding van €20.534,59 bruto, conform de CAO, billijk was en dat er onvoldoende redenen waren om een hogere vergoeding toe te kennen. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd per 29 maart 2005 toegewezen, met compensatie van de proceskosten. De beslissing werd genomen na een mondelinge behandeling op 21 februari 2005, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.