ECLI:NL:RBROT:2005:AT8357
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.G. Mülder
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van energieverbruikskosten door Eneco Energie Services B.V. en betwisting door gedaagde
In deze zaak vorderde Eneco Energie Services B.V. van haar cliënt, gedaagde, betaling van kosten voor energieverbruik. Gedaagde betwistte de omvang van deze kosten en stelde dat de meters onnauwkeurig waren. Na een comparitie van partijen, die op 17 februari 2005 plaatsvond, heeft Eneco haar vordering beperkt. Gedaagde voerde aan dat de procedure onnodig was geweest als Eneco serieus aandacht had geschonken aan zijn argumenten en betwistte ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de ingediende processtukken en de comparitie. Eneco had een correctienota opgesteld voor de verbruiksperiode van 2 januari 2003 tot en met 28 november 2004, waaruit bleek dat gedaagde € 716,89 verschuldigd was. Dit bedrag werd door gedaagde niet betwist en werd toegewezen. Daarnaast vorderde Eneco een termijnnota van € 216,00 en buitengerechtelijke kosten van € 136,00, maar deze vorderingen werden afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten onvoldoende waren onderbouwd en dat gedaagde niet had aangetoond dat de termijnnota voor april 2005 was voldaan.
De kantonrechter concludeerde dat de procedure had kunnen worden voorkomen als Eneco meer aandacht had besteed aan de argumenten van gedaagde. Daarom werden de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak werd gedaan op 23 juni 2005, waarbij gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 716,89, vermeerderd met wettelijke rente, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.