ECLI:NL:RBROT:2005:AU3337

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
217628
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Tan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor onvolledige handelsinformatie en het causale verband met geleden schade

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 september 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen Profilease B.V. en DUN & BRADSTREET B.V. over toerekenbare tekortkomingen in de nakoming van een overeenkomst. Profilease, een autoleasebedrijf, had D&B ingeschakeld voor het verstrekken van handelsinformatie over Shafer B.V., een bedrijf waarmee zij leaseovereenkomsten wilde aangaan. D&B had een rapport uitgebracht dat onvolledige informatie bevatte, omdat de naam van de directeur van Shafer B.V. verkeerd was ingevoerd in de database. Hierdoor ontbrak cruciale informatie over de betrokkenheid van deze directeur bij eerdere faillissementen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat D&B tekort is geschoten in haar verplichtingen jegens Profilease door het verstrekken van een onvolledig rapport. Dit heeft geleid tot schade voor Profilease, die leaseovereenkomsten met Shafer B.V. is aangegaan zonder de juiste kredietwaardigheid te hebben beoordeeld. D&B heeft betoogd dat de schade in een te ver verwijderd verband staat tot de tekortkoming, maar de rechtbank oordeelt dat er een condicio sine qua non-verband bestaat tussen de tekortkoming en de schade.

De rechtbank heeft Profilease toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de stelling van D&B dat het causale verband is verbroken. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering, waarbij getuigen zullen worden gehoord. De rechtbank heeft daarbij specifieke instructies gegeven over de procedure voor het aanleveren van getuigen en het plannen van de verhoren. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van informatieverschaffers en de gevolgen van onjuiste of onvolledige informatie voor hun klanten.

Uitspraak

R E C H T B A N K R O T T E R D A M
sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 217628 / HA ZA 04-1560
Uitspraak: 14 september 2005
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PROFILEASE B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
procureur mr. L. Hennink,
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DUN & BRADSTREET B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
procureur mr. W.L. Stolk,
advocaat mr. drs. L.N. Phoelich te Den Haag.
Partijen worden hierna aangeduid als "Profilease" respectievelijk "D&B".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft partijen gehoord en kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 18 mei 2004 en de door Profilease overgelegde producties;
- conclusie van antwoord, met producties;
- conclusie van repliek, met producties;
- conclusie van dupliek, met producties;
- akte aan de zijde van Profilease, met producties;
- de bij gelegenheid van de pleidooien overgelegde pleitnotities.
2. Het geschil
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor recht te verklaren dat de exoneratieclausules opgenomen in de Algemene Voorwaarden D&B nietig zijn en D&B te veroordelen tot betaling van de door Profilease geleden schade, op te maken bij staat, met rente en kosten.
D&B heeft de vordering van Profilease gemotiveerd betwist en geconcludeerd tot afwijzing daarvan, met veroordeling van Profilease in de kosten van het geding.
3. De beoordeling
3.1 Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast:
a. D&B is een leverancier van handelsinformatie welke door haar klanten wordt gebruikt in het kader van krediet-, marketing- en aankoopbeslissingen.
Profilease is een autoleasebedrijf en vanaf 2000/2001 klant van D&B.
b. Partijen hebben een jaarlijks te verlengen overeenkomst gesloten. Per jaar betaalt Profilease aan D&B voor rapporten en overige handelsinformatie ongeveer € 4.100,00.
c. Op verzoek van Profilease heeft D&B op 5 juni 2003 een “D&B Uitgebreid Informatierapport” uitgebracht over het bedrijf Shafer B.V., waarin de volgende risicobeoordeling wordt gegeven:
“D&B Rating: E 4
D&B Faillissementsscore: 6
Maximum Krediet: Op gedekte basis (...)
Verklaring van de D&B Rating:
Vermogenssterkte: E netto eigen vermogen … van 90.756 Euro
Risico-indicator: 4 vertegenwoordigt een hoog risico
Verklaring van de D&B Faillissementsscore: 6 % van de bedrijven in de Nederlandse database hebben vergeleken met dit bedrijf een gelijk of hoger risico op faillissement binnen 12 maanden.
De D&B Faillissementsscore is gebaseerd op een geavanceerd statistisch model en op D&B data. 1 vertegenwoordigt het grootste en 100 het kleinste risico. (…)
Beslissende factoren die de risico-evaluatie van dit bedrijf beïnvloeden:
- De rechtsvorm vertoont statistisch een verhoogd risico op faillissement;
- Vermogenssterkte: zwak (…)
- Hoge schuldenlast.”.
d. De naam van de directeur van Shafer B.V., Hendricus L.M. [X], was in juni 2002 in de database van D&B abusievelijk ingevoerd als “Hendrikus L.M. [X]” (met een K). Bij het opstellen van het rapport in juni 2003 is in de database van D&B gezocht naar registraties van deze Hendrikus L.M. [X] bij andere ondernemingen, met als resultaat: geen. Zou echter naar de registraties van Hendricus L.M. [X] zijn gezocht, dan zou zijn gebleken en ook in het rapport zijn opgenomen dat hij directeur/eigenaar was geweest van zeven failliete bedrijven.
e. Profilease heeft in juli 2003 vijf leaseovereenkomsten gesloten met Shafer B.V. Ongeveer vijf maanden later is Shafer B.V. failliet verklaard.
f. De Algemene Voorwaarden D&B zijn van toepassing. Artikel 10 luidt:
“(…) 10.4 D&B en/of haar leveranciers is (zijn) niet aansprakelijk voor schade als gevolg van enig handelen en/of nalaten van haar (hun) werknemers en/of als gevolg van (onvoorziene) omstandigheden buiten haar (hun) macht gelegen bij het inwinnen, ontvangen, samenvatten, wijzigen, interpreteren, rapporteren, verstrekken en/of het leveren van diensten en/of producten.
(…) 10.6 In elk geval is de aansprakelijkheid van D&B en haar leveranciers beperkt tot het geldbedrag dat de cliënt aan D&B heeft betaald krachtens de desbetreffende overeenkomst (en, indien deze overeenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd gedurende een periode van maximaal één jaar, tot het geldbedrag dat de cliënt aan D&B heeft betaald gedurende een periode van maximaal één jaar) telkens met een maximum van f 25.000,- per schadegeval.”
3.2 In geschil is allereerst of D&B toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens Profilease uit overeenkomst, waarbij D&B zich heeft verbonden tot het verstrekken van handelsinformatie, (mede) op basis waarvan Profilease de kredietwaardigheid van een bedrijf beoordeelt.
Vast staat dat het rapport van 5 juni 2003 - door de foutieve invoer in 2002 - onvolledig is geweest. Indien de naam van de directeur van Shafer B.V. juist was ingevoerd, zou in het rapport diens betrokkenheid bij zeven failliete bedrijven zijn vermeld. Gesteld en niet bestreden is dat Profilease op basis van deze specifieke informatie ervan zou hebben afgezien leasecontracten met Shafer B.V. te sluiten. In het licht hiervan is het verstrekken van een onvolledig rapport aan te merken als een tekortkoming die aan D&B is toe te rekenen. D&B heeft gesteld dat zij het handmatig invoeren van datagegevens uitbesteedt aan een ander bedrijf. Ingevolge het bepaalde in artikel 6:76 BW is D&B voor gedragingen van (werknemers van) dit bedrijf op gelijke wijze aansprakelijk als voor eigen gedragingen.
3.3 D&B is in beginsel aansprakelijk voor de als gevolg van haar tekortkoming (het niet-verstrekken van de informatie dat de directeur van Shafer B.V. betrokken is geweest bij zeven failliete bedrijven) bij Profilease eventueel ontstane schade.
3.4 De rechtbank is van oordeel dat het condicio sine qua non-verband tussen de tekortkoming van D&B en de door Profilease gestelde schade vaststaat. Immers, zoals hierboven is overwogen, zou Profilease zeker niet met Shafer B.V. in zee zijn gegaan als het rapport de andere registraties van de directeur van Shafer B.V. had vermeld. De door Profilease gestelde schade zou dan niet zijn ontstaan.
3.5 D&B heeft tot haar verweer aangevoerd dat de gestelde schade in een zo ver verwijderd verband staat tot de tekortkoming dat deze schade niet aan D&B is toe te rekenen. Profilease heeft dit weersproken.
Vast staat dat D&B een uiterst negatief rapport heeft uitgebracht over de kredietwaardigheid van Shafer B.V., te weten “D&B Rating: E4 en Faillissementsscore: 6; vertoont statistisch een verhoogd risico op faillissement”; dat het rapport vermeldt dat het netto eigen vermogen van Shafer B.V. € 90.756,00 bedraagt, zijnde één vordering en dat in het rapport kredietverlening op gedekte basis wordt geadviseerd. Voorts staat vast dat Profilease vervolgens overeenkomsten met Shafer B.V. sluit betreffende de lease van onder andere drie nieuwe BMW’s zonder dat zij daarbij om een bankgarantie of een persoonlijke borgstelling vraagt, dat Shafer B.V. de leasetermijnen niet betaalt en dat de leaseauto’s die sterk in waarde zijn verminderd moeten worden teruggehaald. Waarom Profilease tegen voormeld advies van D&B in niet om een bankgarantie of een persoonlijke borgstelling heeft gevraagd is voorshands niet te begrijpen. Profilease zou de gestelde schade niet hebben geleden als zij daar wel om had gevraagd. Gelet op voormelde omstandigheden is de rechtbank voorshands van oordeel dat behoudens tegenbewijs juist is de stelling van D&B dat de gestelde schade in een zodanig verwijderd verband tot de tekortkoming staat, dat het causale verband daardoor is verbroken.
3.6 Profilease zal worden toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Zij heeft onder meer gesteld dat zij nader onderzoek naar de kredietwaardigheid van Shafer B.V. heeft verricht, bestaande uit het opvragen van een accountantsverklaring en het tweemaal bezoeken van het pand van Shafer B.V.,
dat dit nader onderzoek deugdelijk is geweest en dat dit uitwees dat er voor Profilease geen reden was een persoonlijke borgstelling of een bankgarantie te vragen.
3.7 De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.
4. De beslissing
De rechtbank,
alvorens verder te beslissen,
draagt Profilease op tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen geachte stelling van D&B dat de gestelde schade in een zodanig verwijderd verband tot de tekortkoming staat, dat het causale verband daardoor is verbroken;
bepaalt dat indien Profilease dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, deze zullen worden gehoord in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr. Tan;
bepaalt dat de procureur van Profilease binnen twee weken na vonnisdatum opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in de periode november 2005 tot en met januari 2006 en dat de procureur van D&B binnen dezelfde termijn opgave moet doen van de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in dezelfde periode, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald;
bepaalt dat het aan de hand van de opgaven vastgestelde tijdstip, behoudens dringende redenen, niet zal worden gewijzigd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tan.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
128