ECLI:NL:RBROT:2005:AU4414

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
246357 / J2 RK 05-936
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. De Gruijl-van Benthem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot gesloten uithuisplaatsing van minderjarige met ernstige gedragsproblemen

Op 5 oktober 2005 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de minderjarige [N.S.], geboren op 14 februari 1990 in Herat, Afghanistan. De Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam had op 16 september 2005 een verzoekschrift ingediend voor een machtiging tot plaatsing van de minderjarige in een normaal beveiligde justitiële jeugdinrichting. Dit verzoek volgde op een eerdere weigering van het Ministerie van Justitie, afdeling DJI, om een dergelijke plaatsing te verlenen. De stichting stelde dat de plaatsing noodzakelijk was vanwege de ernstige gedragsproblemen van [N.S.], die onder andere betrokken was bij diefstal met geweld en alcoholgebruik op straat. De minderjarige had ook geen schoolgang en vertoonde problematisch gedrag, wat leidde tot zorgen over zijn welzijn.

Tijdens de zitting op 5 oktober 2005 werd de minderjarige in de gelegenheid gesteld zijn mening te uiten, en zijn raadsvrouwe was aanwezig. De kinderrechter heeft de ingediende stukken en de verklaringen van de betrokkenen in overweging genomen. Het bleek dat [N.S.] ernstig getraumatiseerd was door zijn ervaringen in Afghanistan, waaronder het getuige zijn van executies. De kinderrechter concludeerde dat de plaatsing in een normaal beveiligde justitiële jeugdinrichting dringend vereist was om de minderjarige te beschermen en hem de noodzakelijke behandeling te bieden.

De kinderrechter verleende daarom met ingang van 5 oktober 2005 de machtiging tot plaatsing van [N.S.] in een normaal beveiligde justitiële jeugdinrichting, geldig tot 22 juni 2006. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. De Gruijl-van Benthem, kinderrechter, in aanwezigheid van griffier Van der Sterre. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
vijfde kamer voor burgerlijke zaken
Datum uitspraak : 5 oktober 2005
Zaak-/rekestnummer: 246357 / J2 RK 05-936
Beschikking in de zaak van:
de Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam,
gevestigd te Rotterdam,
hierna: de stichting,
met betrekking tot de minderjarige:
[N.S.], geboren op 14 februari 1990 te Herat, Afghanistan,
kind van de met het gezag belaste ouders,
dhr. [Q.S]. en mw. [M.F.], wonende: [woonplaats].
Het verloop van de procedure
Bij beschikking van 22 juni 2005 is de minderjarige onder toezicht gesteld voor de duur van een jaar.
De stichting heeft op 16 september 2005 een verzoekschrift ingediend strekkende tot het opnieuw verlenen van een machtiging tot plaatsing in een normaal beveiligde justitiële jeugdinrichting in verband met ernstige gedragsproblemen van de minderjarige.
Het plan van aanpak en het indicatiebesluit zijn daarbij gevoegd.
Aan de minderjarige is als advocaat toegevoegd mr. I. Alderlieste.
De minderjarige is in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken.
De raadsvrouwe van de minderjarige is verschenen.
De zaak is behandeld op 5 oktober 2005.
De beoordeling
Het Ministerie van Justitie, afdeling DJI, heeft met betrekking tot de machtiging tot plaatsing van [N] in een normaal beveiligde justitiële jeugdinrichting van 22 juni 2005 laten weten de noodzaak daarvan niet in te zien.
De stichting is echter van mening dat een dergelijke plaatsing in het belang van [N] noodzakelijk is en blijft.
Uit de ingekomen stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat [N] zeer waarschijnlijk ernstig is getraumatiseerd door hetgeen hij in Afghanistan heeft meegemaakt. Zo was hij onder meer getuige van executies.
De afgelopen drie maanden is het met [N] nog verder bergafwaarts gegaan. Hij is verdacht geweest van diefstal met geweld en is opgepakt wegens alcoholgebruik op straat. Er bestaat een ernstig vermoeden dat hij zich bezighoudt met handel in drugs. Hij gaat niet naar school. Zwerft ‘s avonds en ’s nachts over straat. Zijn ouders hebben totaal geen grip op hem. [N] heeft Merhaba negatief afgesloten en hij heeft geen enkele daginvulling.
Zaak-/rekestnummer: 246357 / J2 RK 05-936 -2-
Dhr. C.T. Paardekam van de stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam heeft navraag gedaan over opname van [N] bij Glen Mills. Hij kreeg te horen, dat zij hem wegens zijn achterliggende problematiek niet zullen opnemen. Zij werken namelijk vanaf de datum van opname en houden zich niet bezig met de achterliggende problematiek van de betreffende pupil. Gesteld kan worden dat Glen Mills een gepasseerd station is.
[N] heeft vanwege zijn achterliggende problematiek juist behandeling nodig, welke behandeling niet kan plaatsvinden in een open instelling omdat [N] zich overal aan zal onttrekken en zal weglopen.
Op grond van de overgelegde stukken, de afgelegde verklaringen en het hierboven overwogene is de kinderrechter van oordeel dat de plaatsing in een normaal beveiligde justitiële jeugdinrichting dringend vereist is wegens ernstige gedragsproblemen van de minderjarige.
De beslissing
Verleent met ingang van 5 oktober 2005 machtiging tot plaatsing van de minderjarige in een normaal beveiligde justitiële jeugdinrichting tot 22 juni 2006.
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. De Gruijl-van Benthem, kinderrechter, in bijzijn van Van der Sterre, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift door tussenkomst van een procureur ter griffie van het Gerechtshof te Den Haag.