ECLI:NL:RBROT:2005:AX6467

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 mei 2005
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
677540
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.F. Lubberink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van Fortis Bank (Nederland) N.V. tegen cliënt wegens ontoereikend saldo en kosten

In deze zaak heeft Fortis Bank (Nederland) N.V. een vordering ingesteld tegen een cliënt wegens een bedrag van € 5.000,-- dat zou zijn ontstaan door een ontoereikend saldo op haar bankrekening. De cliënt heeft betwist dat er ten onrechte geld van haar rekening is afgeschreven en heeft aangifte gedaan bij de politie. De kantonrechter heeft partijen opgeroepen om de zaak verder te bespreken en stukken over te leggen. De cliënt, aangeduid als '[opposant]', heeft in haar verzetdagvaarding gevorderd om ontheffing van de veroordeling en afwijzing van de oorspronkelijke vordering. Fortis Bank heeft uitstel gevraagd om te antwoorden op de vordering. De kantonrechter heeft bepaald dat partijen op 16 januari 2006 moeten verschijnen in het gerechtsgebouw te Rotterdam, waarbij zij alle relevante stukken moeten meebrengen. Dit vonnis is gewezen door mr. W.F. Lubberink en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton
VONNIS
in de zaak van
[opposant],
wonende te [woonplaats],
opposante bij exploot van dagvaarding van 30 september 2005,
gemachtigde mr. A.K.J. Plaisier,
tegen
de naamloze vennootschap FORTIS BANK (Nederland) N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
geopposeerde,
gemachtigde Flanderijn & Van Eck gerechtsdeurwaarders te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als “[opposant]” respectievelijk “Fortis NV”.
Het verloop van de procedure
Fortis NV heeft [opposant] bij exploot van dagvaarding van 11 juli 2005 opgeroepen te verschijnen ter zitting van het kantongerecht van 12 augustus 2005. [opposant] is niet ter zitting verschenen en heeft evenmin schriftelijk verweer gevoerd.
Bij onder nummer 656459 \ CV EXPL \ 05-25706 gewezen verstekvonnis d.d. 26 augustus 2005 is [opposant] overeenkomstig de vordering van Fortis NV veroordeeld tot betaling van € 5.000,-- vermeerderd met rente en kosten.
[opposant] heeft in haar verzetdagvaarding - zakelijk weergegeven - gevorderd haar te ontheffen van die veroordeling en de oorspronkelijke vordering af te wijzen.
Fortis NV heeft uitstel verzocht om te antwoorden.
De stellingen van partijen
Aan de oorspronkelijke vordering is - zakelijk weergegeven - het volgende ten grondslag gelegd:
- Fortis NV heeft van [opposant] te vorderen wegens ontoereikend saldo op de door haar bij Fortis NV aangehouden bankrekening de som van € 4.568,44;
- [opposant] is daarover een rente van 4,5% per kwartaal verschuldigd;
- de door Fortis NV gemaakte buitengerechtelijke kosten bedragen € 788,97 inclusief BTW;
- de totale vordering bedraagt € 5.821,51, waarop [opposant] ondanks aanmaning en sommatie en zonder inhoudelijk verweer te voeren niets betaald;
Fortis NV heeft de vordering ingesteld tot een bedrag groot € 5.000,-- onder reserve van haar rechten op het restant.
Het verweer van [opposant] komt er - samengevat - op neer dat:
- zij de bankrekening in periode 2003/2004 niet heeft gebruikt, ook niet het bij de bankrekening behorende bankpasje;
- zij niet onzorgvuldig met haar bankpas en de bijbehorende pincode is omgegaan en (ook overigens) heeft voldaan aan haar zorgplicht zoals genoemd in artikel 3 van de toepasselijke algemene voorwaarden;
- zij op of omstreeks 7 april 2004 een bankafschrift ontving waaruit bleek dat haar rekening een debetstand vertoonde van € 4.087,10;
- zij toen naar de vestiging van Fortis NV is gegaan om aan te geven dat er ten onrechte van haar rekening geld was opgenomen;
- zij vervolgens ook aangifte heeft gedaan bij de politie;
- zij eerder in de correspondentie met de gemachtigde van Fortis NV zich steeds op het standpunt heeft gesteld dat zij niet verantwoordelijk mag worden gehouden voor de ontstane debetstand;
- zij de inleidende dagvaarding nooit heeft ontvangen;
- zij dus ten onrechte in rechte is betrokken.
De voorlopige beoordeling van het geschil
Een comparitie van partijen lijkt zinvol om de zaak met partijen te bespreken.
Onderwerp van bespreking zal in ieder geval ook zijn de competentie van de kantonrechter.
Voorafgaand moet Fortis N.V. nog schriftelijk antwoorden in oppositie en wel uiterlijk op de terechtzitting van woensdag 14 december 2005 (uitstel is niet mogelijk). Dat is temeer noodzakelijk nu op grond van hetgeen [opposant] stelt, aannemelijk wordt dat Fortis NV bij dagvaarding onvoldoende gestalte heeft gegeven aan de verplichting tot het vermelden van de aan de eis ten grondslag liggende feiten en het door [opposant] gedaagde (eerder) gevoerde verweer. Van beide partijen wordt verwacht dat ze alle stukken die van belang zijn meebrengen, voor zover deze al niet zijn of nog worden overgelegd.
Indien het gaat om meer dan enkele bescheiden dienen deze uiterlijk een week voor de comparitie van partijen aan de wederpartij en de kantonrechter te worden toegezonden.
De beslissing
De kantonrechter, alvorens verder te beslissen,
stelt Fortis NV in de gelegenheid om voor of uiterlijk op de terechtzitting van
woensdag 14 december 2005 om 10.00 uur op de eis te antwoorden en wijst er op dat geen verder uitstel wordt verleend;
bepaalt dat partijen - in persoon of behoorlijk vertegenwoordigd en desgewenst met hun gemachtigde - op maandag 16 januari 2006 te 11.15 uur te verschijnen in het gerechtsgebouw B aan het Wilhelminaplein 100 te Rotterdam (het hoge rode gebouw, op de eerste verdieping) en alle stukken die van belang zijn moeten meebrengen (als deze tenminste niet, zoals de voorkeur heeft, al bij antwoord in het geding zijn gebracht en/of uiterlijk een week voor de comparitie van partijen aan de wederpartij en de kantonrechter zijn toegezonden).
Dit vonnis is gewezen door mr. W.F. Lubberink en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.