ECLI:NL:RBROT:2006:AV1419
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. van Zwieten
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake bijzondere bijstand voor verblijfsvergunning
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vlaardingen op zijn bezwaarschrift. Eiser had op 13 mei 2005 bezwaar gemaakt tegen de beslissing van 10 mei 2005, waarin hem werd meegedeeld dat zijn aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van een verblijfsvergunning niet in behandeling werd genomen, omdat hij geen factuur had overgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van zes weken op het bezwaarschrift heeft beslist.
Op 19 oktober 2005 heeft verweerder alsnog een ongedateerde beslissing genomen, waarin eiser bijzondere bijstand werd toegekend. De rechtbank oordeelt dat deze beslissing moet worden gekwalificeerd als een hangende bezwaar genomen besluit, wat betekent dat eiser geen belang meer heeft bij een nadere beslissing op bezwaar. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat verweerder inmiddels aan het bezwaar heeft voldaan.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om verweerder te veroordelen in de proceskosten, maar heeft wel bepaald dat de gemeente Vlaardingen het door eiser betaalde griffierecht van € 37,-- dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. P. van Zwieten en is openbaar uitgesproken op 1 februari 2006.