ECLI:NL:RBROT:2006:AV2640

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
668277
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • W.F. Lubberink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzetprocedure tegen verstekvonnis inzake ontbinding overeenkomst en betaling door Eneco

In deze verzetprocedure heeft de opposante, die niet op de dagvaarding heeft kunnen reageren omdat deze op haar oude adres is betekend, formeel verweer gevoerd. Materieel heeft zij aangevoerd dat zij de overeenkomst met de gedaagde, Eneco, tijdig en op de gebruikelijke wijze heeft opgezegd. De opvolgende huurder van haar oude woning zou verantwoordelijk zijn voor de betaling van door Eneco geleverde diensten. De Rechtbank Rotterdam, sector kanton, heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de dagvaarding niet op het juiste adres is betekend, waardoor de opposante niet in de gelegenheid was om zich te verdedigen. De kantonrechter oordeelde dat het formele verweer niet leidt tot nietigheid van de dagvaarding, aangezien de opposante door in verzet te komen alsnog in de procedure is verschenen en verweer heeft kunnen voeren. Het gebrek in de dagvaarding heeft haar niet onredelijk in haar belangen geschaad. Aangezien Eneco zich heeft geconformeerd aan het materiële verweer van de opposante, werd het verstekvonnis vernietigd en de oorspronkelijke vordering van Eneco afgewezen. De proceskosten in zowel de verstekprocedure als de verzetprocedure werden voor rekening van Eneco gesteld. Het vonnis is uitgesproken door mr. W.F. Lubberink op 8 februari 2006.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
sector kanton
VONNIS
in de zaak van
[oppo[opposante],
wonende te [woonplaats],
opposante bij exploot van dagvaarding van 16 september 2005,
gemachtigde: mr. J.W.G.M. Kral te Berlicum
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Eneco Mixed Holding Consumenten B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
geopposeerde,
gemachtigde : Pruijn & Van den Bergh.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als [opposante] respectievelijk Eneco.
Het verloop van de procedure
Overeenkomstig de inleidende dagvaarding van 28 januari 2004 heeft Eneco - zakelijk weergegeven - gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de overeenkomst tussen partijen te ontbinden, [opposante] te bevelen medewerking te verlenen aan de terugname van de door Eneco ter beschikking gestelde meetinrichting, alsmede [opposante] te veroordelen tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van de somma van € 1.546,83, vermeerderd met rente en kosten.
Bij onder nummer 529309 \ CV EXPL 04-5997 door de kantonrechter te Rotterdam gewezen verstekvonnis van 4 maart 2004 is de vordering van Eneco toegewezen met veroordeling van [opposante] in de proceskosten.
[opposante] heeft onder overlegging van producties gevorderd haar te ontheffen van de tegen haar uitgesproken veroordeling en Eneco in haar oorspronkelijke vordering niet ontvankelijk te verklaren, althans haar die te ontzeggen met veroordeling van Eneco in de kosten van de verstek- en verzetprocedure.
Eneco heeft geantwoord in oppositie.
Beide partijen hebben een akte na rolopdracht genomen.
De beoordeling van het geschil
[opposante] heeft formeel en materieel verweer gevoerd tegen de vordering van Eneco. Het formele verweer luidt, dat de inleidende dagvaarding niet is betekend op het adres waar [opposante] volgens de gegevens van de gemeentelijke basisadministratie stond ingeschreven, waardoor [opposante] ten onrechte niet in de gelegenheid is geweest zich in rechte te verdedigen tegen de vordering van Eneco. [opposante] heeft zich op 12 maart 2003 laten inschrijven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Loon op Zand. De dagvaarding is betekend op haar oude adres, [oud adres].
[opposante] voert als materieel verweer aan, dat zij de overeenkomst met Eneco tijdig en op de gebruikelijke wijze heeft opgezegd. De woning is na haar vertrek aansluitend verhuurd. De opvolgende huurder is verantwoordelijk voor betaling voor door Eneco geleverde diensten.
Eneco conformeert zich aan het formele en materiële verweer.
De kantonrechter is van oordeel dat het formele verweer niet leidt tot nietigheid van de dagvaarding van 28 januari 2004, nu [opposante] door in verzet te komen alsnog in de procedure is verschenen en verweer tegen de vordering heeft kunnen voeren en dat zij door het gebrek in de dagvaarding niet is bemoeilijkt in het voeren van verweer, zodat niet is komen vast te staan dat [opposante] door het gebrek van het exploot onredelijk in haar belangen is geschaad.
Nu Eneco zich aan het materiële verweer conformeert zal het verstekvonnis worden vernietigd en zal de oorspronkelijke vordering worden afgewezen.
Het feit dat Eneco de dagvaarding van 28 januari 2004 niet op het juiste adres heeft betekend brengt met zich mee, dat de proceskosten in zowel de verstekprocedure als de verzetprocedure voor rekening van Eneco dienen te komen.
De beslissing
De kantonrechter:
vernietigt het onder zaaknummer 529309 \ CV EXPL 04-5997 op 4 maart 2004 door de kantonrechter te Rotterdam gewezen verstekvonnis;
en opnieuw rechtdoende:
wijst de vordering af;
veroordeelt Eneco in de proceskosten, in de verzetprocedure tot aan deze uitspraak aan de zijde van [opposante] vastgesteld op:
1. €. 150,00 voor salaris van de gemachtigde van [opposante];
2. € 71,93 voor explootkosten,
van welke bedragen het totaal op Rabobankrekening 19 23 25 892 t.n.v. MvJ Rotterdam onder vermelding van het zaaknummer moet worden overgemaakt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.F. Lubberink en uitgesproken ter openbare terechtzitting.