ECLI:NL:RBROT:2006:AV6538
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg bodemsaneringsovereenkomst tussen Stichting Uitvoering Bodem-Sanering Amovering Tankstations en gedaagde
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 maart 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Uitvoering Bodem-Sanering Amovering Tankstations (SUBAT) en een gedaagde, die betrokken was bij een bodemsaneringsovereenkomst. Eiseres, SUBAT, heeft als doel de sanering van verontreinigingen van de bodem en/of het grondwater onder tankstations te realiseren. De gedaagde had een overeenkomst tot bodemsanering gesloten met SUBAT, waarbij hij verplicht was om saneringskosten te vergoeden indien de locatie binnen tien jaar na ondertekening van de overeenkomst werd verkocht of een vergelijkbare handeling werd verricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde op 28 mei 2003 de locatie heeft ingebracht in een besloten vennootschap, wat volgens de rechtbank gelijkgesteld kan worden met verkoop. Hierdoor was de gedaagde verplicht om de saneringskosten van € 49.904,-- aan SUBAT te vergoeden. De rechtbank oordeelde dat artikel 13 van de algemene voorwaarden, dat deze verplichting vastlegde, niet onredelijk bezwarend was en dat de gedaagde niet voldoende informatie had ontvangen over de gevolgen van de inbreng van de locatie. De rechtbank heeft de vordering van SUBAT toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van het bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden ook aan gedaagde opgelegd.