ECLI:NL:RBROT:2006:AV9821
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. de Loor-Alwin
- Rechtspraak.nl
Bevel tot overlegging van expertiserapporten in civiele procedure
In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, zijn de partijen Koolwijk Polsbroek B.V. als eiseres en Nedshipping Liner Agencies B.V. en Fontainunion S.A. als gedaagden betrokken. De zaak betreft een verzoek op basis van artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) om expertiserapporten in het geding te brengen. De rechtbank had eerder een bewijsopdracht verstrekt aan Nedshipping en Fontainunion, die vervolgens Koolwijk verzochten om de rapporten van Marine Survey Bureau Van Ameyde B.V. en Cunningham Lindsay Marine België te overleggen. Koolwijk weigerde dit, wat leidde tot een comparitie van partijen op 14 maart 2006, waar Koolwijk niet vertegenwoordigd was.
Fontainunion voerde aan dat zij geen inzicht had in de werkelijke toedracht van het voorval en dat de expertiserapporten cruciaal waren voor de zaak. De rechtbank overwoog dat het Nederlandse recht geen beginsel van absolute waarheidsvinding kent, maar dat partijen wel verplicht zijn om de rechter volledig en juist te informeren. De rechtbank concludeerde dat er voldoende aanleiding was om Koolwijk te bevelen de rapporten, met uitzondering van de opiniërende delen, in het geding te brengen. Dit bevel werd gegeven met inachtneming van de omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat de betrokken getuigen in Spanje wonen en het voorval daar had plaatsgevonden.
De rechtbank besloot de zaak aan te houden voor verdere beoordeling en verwees Koolwijk naar de rol voor het nemen van een akte. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 april 2006.