ECLI:NL:RBROT:2006:AW1830
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van voorschotten door de Gemeente Rotterdam
In deze zaak vorderde de Gemeente Rotterdam terugbetaling van aan de fractie van [X] betaalde voorschotten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente onvoldoende spoedeisend belang had bij haar vorderingen. De Gemeente had eerder aan de fractie van [X] en aan de fractie [X]/[Y] voorschotten verstrekt voor fractiekosten, maar besloot later tot terugvordering van deze bedragen. De voorzieningenrechter merkte op dat de Gemeente niet had aangetoond dat er sprake was van een spoedeisend belang, vooral omdat het om relatief kleine bedragen ging. De Gemeente had gesteld dat de invordering van gemeenschapsgeld altijd spoedeisend is, maar de rechter vond dat deze stelling niet voldoende onderbouwd was. De vorderingen van de Gemeente werden afgewezen en de Gemeente werd veroordeeld in de proceskosten van [X] en [Y]. De voorzieningenrechter verleende verstek tegen de niet verschenen Stichting en verklaarde [X] niet-ontvankelijk in zijn reconventionele vordering. Het vonnis werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 13 april 2006.