R E C H T B A N K R O T T E R D A M
sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 246495 / HA ZA 05-2685
Uitspraak: 24 mei 2006
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CAFÉ COSTA B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
procureur mr. H.E. Schweers,
advocaat mr. R. Cohen te Sittard (gemeente Sittard-Geleen),
de naamloze vennootschap HET REGENTENHUYS VERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
procureur mr. W.J. Hengeveld,
advocaat mr. A.E. van Lamsweerde.
Partijen worden hierna aangeduid als "Café Costa" respectievelijk "het Regentenhuys".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 2 september 2005 en de door Café Costa overgelegde producties;
- conclusie van antwoord, met producties;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 23 november 2005, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 10 februari 2006.
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemoti-veerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast:
2.1 Café Costa heeft met ingang van 13 maart 2002 bij het Regentenhuys een zakenpolis/bedrijfsschadepolis afgesloten onder polisnummer BHC0201466. De verzekering heeft een looptijd van vijf jaar. Op deze verzekering zijn van toepassing de polisvoorwaarden model ZP 2001.
2.2 Artikel 05 aanhef en sub 4 van model ZP 2001 luidt:
"De maatschappij biedt dekking voor schade aan of verlies van de in het gebouw aanwezige inventaris en goederenvoorraad veroorzaakt door de volgende gebeurtenissen, ongeacht of zij een gevolg zijn van eigen gebrek of bederf:
(…)
4. diefstal of poging daartoe als omschreven in "Nadere Omschrijvingen". (…)"
In de "Nadere Omschrijvingen" is diefstal gedefinieerd als:
"(…) het wegnemen van zaken nadat men zich wederrechtelijk toegang heeft verschaft tot het gebouw door de afsluiting daarvan te verbreken. Wanneer in het gebouw meerdere bedrijven, instellingen e.d. zijn gevestigd is aan het hierboven gestelde voldaan, indien er braaksporen waarneembaar zijn aan het bij de verzekerde in gebruik zijnde gedeelte van het gebouw."
2.3 In de nacht van 16 op 17 mei 2005 is bij Café Costa ingebroken, waarbij naast een bedrag aan contanten de volgende zaken zijn ontvreemd:
? brandkast, ter waarde van € 2.204,-
? 2 cd-spelers, ter waarde van samen € 2.500,-
? processor, ter waarde van € 1.750,-
? 3 versterkers, ter waarde van samen € 5.922,-
Totaal: € 12.376,-
Onbekende daders zijn kennelijk over de panden rond de binnenplaats geklom-men en binnengekomen via de achterdeur van het café. Op die achterdeur was ter hoogte van het slot een plank bevestigd, waarin een gat was ontstaan. Het was mogelijk met een schroevendraaier door het gat de paniek-sluiting aan de binnenzijde van de deur open te drukken.
2.4 Namens Café Costa is op 17 mei 2005 bij de regiopolitie Brabant Zuid-Oost aangifte van deze diefstal gedaan. Ook is de schade bij het Regentenhuys gemeld. Hoeijmans Caldis Expertise B.V. heeft ter zake in opdracht van het Regentenhuys op 13 juni 2005 een expertiserapport opgemaakt.
2.5 Bij brief van 20 juni 2005 heeft Het Regentenhuys aan Café Costa bericht dat de schade niet voor vergoeding in aanmerking kwam omdat geen sporen van buitenbraak zijn geconstateerd, waardoor polisdekking ontbreekt.
2.6 Café Costa heeft het Regentenhuys bij brief van 2 augustus 2005 gesommeerd aansprakelijkheid voor de geleden schade te erkennen en over te gaan tot vergoe-ding van de schade van een totaalbedrag van € 12.376,-. In reactie hierop heeft het Regentenhuys bij brief van 22 augustus 2005 medegedeeld haar afwijzende standpunt te handhaven.
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad het Regentenhuys te veroordelen aan Café Costa een bedrag van € 12.376,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2005, met veroordeling van het Regentenhuys in de kosten van deze procedure.
Het Regentenhuys heeft de vordering van Café Costa gemotiveerd betwist en geconcludeerd tot afwijzing daarvan, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van Café Costa in de kosten van het geding.
4.1 In geschil is of de door Café Costa geleden schade als gevolg van de diefstal in de nacht van 16 op 17 mei 2005 gedekt is door de door Café Costa bij het Regentenhuys afgesloten verzekering. Blijkens de op deze verzekering van toepassing zijnde voorwaarden is schade als gevolg van diefstal uitsluitend gedekt nadat men zich wederrechtelijk toegang heeft verschaft tot het gebouw door de afsluiting daarvan te verbreken. De discussie tussen partijen spitst zich toe op de vraag of de daders de afsluiting van het gebouw hebben verbroken in de zin van de polisvoorwaarden. Niet in geschil is dat daders kennelijk over de panden rond de binnenplaats zijn geklom-men en zijn binnengekomen via de achterdeur van het café, dat op die achterdeur ter hoogte van het slot een plank was bevestigd, waarin een gat was ontstaan en dat het mogelijk was met een schroevendraaier door het gat de paniek-sluiting aan de binnenzijde van de deur open te drukken. Voorts is niet in geschil dat aan de achterdeur geen braak-sporen zijn geconstateerd en dat ook overigens aan de buitenzijde van het gebouw geen sporen van braak zijn aangetroffen.
4.2 Het Regentenhuys heeft aangevoerd dat van verbreking in de zin van de polis slechts sprake kan zijn indien er braaksporen worden aangetroffen. Café Costa betwist dit.
4.3 Kort gezegd komt het bij de uitleg van het begrip 'verbreken' in de polis-voorwaarden aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs hieraan mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.4 Met Café Costa is de rechtbank van oordeel dat 'verbreken' op zichzelf niet per definitie betekent dat er sprake moet zijn van braaksporen. Van verbreken kan ook sprake zijn als een afsluiting wordt geforceerd, zonder dat daarbij sporen van braak zijn teweeggebracht. Forceren wordt onder meer gedefinieerd als iets met geweld of verkeerde middelen bereiken.
4.5 In de onderhavige polis is aan de eerste volzin, waarin van verbreken wordt gesproken ("Onder diefstal wordt verstaan het wegnemen van zaken nadat men zich wederrechtelijk toegang heeft verschaft tot het gebouw door de afsluiting daarvan te verbreken."), nog de volgende volzin toegevoegd:
"Wanneer in het gebouw meerdere bedrijven, instellingen e.d. zijn gevestigd is aan het hierboven gestelde voldaan, indien er braaksporen waarneembaar zijn aan het bij de verzekerde in gebruik zijnde gedeelte van het gebouw."
4.6 Het Regentenhuys heeft betoogd dat in het woord 'verbreken' in de eerste volzin 'het waarneembaar zijn van braaksporen' uit de tweede volzin is verdis-conteerd. De rechtbank kan het Regentenhuys hierin niet volgen. Deze tweede volzin geeft slechts aan dat bij een verzamelgebouw het bewijs van het 'verbre-ken' van de eerste volzin geacht wordt te zijn geleverd, indien braaksporen waarneembaar zijn aan het bij de verzekerde in gebruik zijnde gedeelte van het gebouw.
4.7 Niet in geschil is dat de deur, door welke de daders zich toegang tot het pand hebben verschaft, een nooduitgangdeur betrof die vanaf de buitenzijde in beginsel niet op een voor het openen van een deur gebruikelijke wijze te openen was. Een deur-klink of sleutelgat ontbrak. Echter, ter hoogte van het slot was een plank op de deur bevestigd, waarin een gat was onstaan. Of de wijze waarop de daders zich toegang tot het pand hebben verschaft - namelijk door met een schroevendraaier door het in de zojuist bedoelde plank ontstane gat de paniek-sluiting aan de binnenzijde van de deur open te drukken - aangemerkt kan worden als forceren in de betekenis van iets met geweld of verkeerde middelen bereiken, is in het debat tussen partijen nog niet aan de orde geweest. De zaak zal naar de rol worden verwezen, opdat partijen bij akte hun visie daarop kunnen geven.
4.8 Indien bij eindvonnis wordt geoordeeld dat in het onderhavige geval de toegang is geforceerd en dus sprake is van verbreken in de zin van de polis, heeft het Regentenhuys ten onrechte dekking onder de polis geweigerd. Nu van de zijde van het Regentenhuys bij gelegenheid van de comparitie van partijen is verklaard dat zij haar verweer met betrekking tot de omvang van de geleden schade niet langer handhaaft, maar aansluit bij de in het expertiserapport opgenomen waardebepaling, is in dat geval de vordering van Café Costa, die op die waardebepaling is gebaseerd, toewijs-baar. Het Regentenhuys heeft voorts erkend dat zij in dat geval wettelijke rente verschuldigd is vanaf 2 augustus 2005.
4.9 Indien bij eindvonnis wordt geoordeeld dat geen sprake is van verbreken, dient de vordering van Café Costa te worden afgewezen.
alvorens verder te beslissen,
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 21 juni 2006 voor het nemen van een akte door Café Costa waarin zij haar visie geeft op de vraag of de wijze waarop de daders zich de toegang tot het pand hebben verschaft is aan te merken als forceren in de betekenis van iets met geweld of verkeerde middelen bereiken.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
336/777/1729